Digitaal als het kan, fysiek als het moet?

De nieuwe slogan voor zorg in de toekomst is: ‘Digitaal als het kan, fysiek als het moet’. Op de een of andere manier stuit deze slogan me tegen de borst. Het zet volgens mij de fysieke zorg ten onrechte op de tweede plek.

Dat de gezondheidszorg onder druk staat door de grote vraag naar zorg en een tekort aan personeel is bekend. Of digitale zorg hiervoor nu de juiste oplossing is, is de vraag. Grondig onderzoek naar effecten van digitale zorg is er nog maar weinig. Wim van Harten, werkzaam bij Rijnstate en Universiteit Twente, is hier wel mee bezig. Zijn bevindingen zijn niet alleen rooskleurig. Aandacht voor daadwerkelijke besparing van personeel en kosten en voor kwaliteit en gebruiksgemak is zeer zeker nog nodig.

‘Grondig onderzoek naar effecten van digitale zorg is er nog maar weinig’

De pas verschenen e-healthmonitor 2022 van het RIVM belicht vele facetten van het gebruik van digitale zorg. Er is informatie over attitude, organiseerbaarheid, arbeidsmarktuitdagingen, kwaliteit, regie van de patiënt, preventie en toegankelijkheid. Het maakt duidelijk hoe zorgverleners en zorggebruikers denken over de zorg. Deze keer is er ook extra aandacht voor fysiotherapie en voor de ggz.

In de samenvatting van de monitor lees ik: ‘Door de jaren heen denken meer zorgverleners dat digitale zorg meerwaarde heeft en zijn ze er steeds positiever over. Wel zijn de meningen erover verdeeld of het de problemen in de zorg kan helpen oplossen. Zorgverleners zijn bijvoorbeeld neutraal tot licht positief over de mogelijkheden om de zorgkosten en de werkdruk te verlagen en het werkplezier te verbeteren. De meerderheid van de zorgverleners is gematigd positief over de mogelijkheden om met digitale middelen de kwaliteit van de zorg en de eigen regie van de patiënt te verbeteren.’

‘Wat wordt allemaal meegenomen in de discussie over ‘digital first’?’

Er blijkt meer evidence based onderzoek nodig. Hoogleraar van Harten benoemde eerder dat zelfmonitoring werk uit handen neemt. Daarentegen is het uitlezen van de gegevens zeer secuur en specialistisch werk. Een COPD-app bleek te moeilijk en bij het thuis inbrengen van een infuus bleek er een lichte stijging van incidenten te zijn. Ook bleek de kostenbesparing van inzet van technologie pas bij grote hoeveelheden.

Het is belangrijk dat ook het ministerie van VWS en zorgverzekeraars spreken over de nadelen van digitale zorg. Ik schreef al vaker dat de kostenbesparing misschien wel te gunstig wordt voorgesteld. In de monitor wordt ook de behoefte aan aanvullende financiering voor zorgprofessionals gemeld. En de mening van patiënten kon nog meer worden meegenomen. Vanuit de ggz bleken patiënten minder positief te zijn dan zorgverleners.

‘Incontinentieluiers met sensor zijn nagenoeg niet te recyclen’

Een punt dat ik ook mis in de bespreking in de monitor is het onderwerp privacy en eigenaarschap van gegevens. En wat het effect van technologie op het milieu is. Ik las toevallig dat incontinentieluiers met sensor nagenoeg niet te recyclen zijn. Wat wordt allemaal meegenomen in de discussie over ‘digital first’? En blijven we wel genoeg investeren in het aantrekkelijker maken van het werken in de zorg? Het hebben van een robot aan je bed werd in de monitor namelijk niet als keuze nummer één gezien.

Delen