Digitale transitie

Omdat zijn digitale zorginstelling Ksyos niet verder mag groeien, zoekt oprichter en directeur Leonard Witkamp naar andere wegen. 

Tekst: Martijn Reinink |Beeld: privéfoto

Als kind zit Leonard Witkamp (59) op Koninginnedag met een kleedje op de vrijmarkt. In zijn studententijd verkoopt hij diamanten, richt hij een mediabedrijfje op en koopt hij een huis dat hij opsplitst en verhuurt. Met zo’n achtergrond is zijn keuze voor de zorg wel opvallend te noemen. Witkamp wordt dermatoloog, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. “Ik zag zo veel patiënten van wie ik dacht: als de huisarts een foto had gestuurd, had ik ze direct gerust kunnen stellen.” In 2000 richt hij een stichting op om vanuit die gedachte de zorg te verbeteren. “Digitaal een foto versturen, was indertijd nog een hele opgave. We hebben veel subsidies aangevraagd om technologische vernieuwingen te bewerkstelligen.”

Hij gaat direct de markt op. “Beter is de grootste vijand van goed. Als je een product hebt waarin je gelooft, moet je zo snel mogelijk de markt op, ook als iets nog niet foutloos is. Dan ben je de eerste én je krijgt meteen feedback.” Die aanpak blijkt succesvol. Witkamp stopt als dermatoloog en de stichting wordt een bv. In de loop van de tijd komen er steeds meer vakgebieden bij en haken steeds meer zorgprofessionals aan bij Ksyos.

‘Beter is de grootste vijand van goed’

Op dit moment zijn rond de 7.500 huisartsen en 4.500 medisch specialisten en paramedici verbonden aan Ksyos. Samen zien zij zo’n 1.500 patiënten per dag. “Ze hebben een dubbelfunctie”, legt Witkamp uit. “De huisarts is gewoon huisarts, maar ook Ksyos-arts. Hij stuurt een patiënt met niet-acute oogklachten naar een Ksyos-optometrist in de buurt, die bij een opticien werkt. In het Ksyos-epd kijkt een Ksyos-oogarts op afstand mee. Zij krijgen een vergoeding voor het werk dat ze voor Ksyos verrichten.”

Gecontracteerde zorg niet langer heilig

Naast oogheelkunde en dermatologie richt Ksyos zich op cardiologie, longziekten, slaap en ggz. Dat er nog meer disciplines bij komen, sluit Witkamp niet uit. “Nu al zou 50 procent van alle polikliniekbezoeken digitaal kunnen”, stelt hij. “Het ziekenhuis is er straks alleen nog voor acute en ernstige aandoeningen en voor sociaal zwakkere patiënten. Niet omdat het ziekenhuis of de zorgverzekeraar dat wil, maar omdat patiënten dat willen. Zij willen niet weken in onzekerheid wachten en vrij nemen van hun werk om naar de specialist te gaan, als ze binnen een dag antwoord kunnen krijgen van hun huisarts of een paramedicus die dichtbij zit, onder digitale supervisie van de medisch specialist.”

Witkamp verwacht een forse groei de komende jaren. “We kunnen al jaren veel harder groeien, maar zoals elke zorgaanbieder worden we gebudgetteerd.” En dus zoekt de CEO naar andere wegen om de schoorsteen te laten roken én verder te kunnen innoveren. Zo werkt Ksyos in onderaanneming voor andere zorgaanbieders en levert de bv sinds kort ook zorg op ongecontracteerde basis. “We zijn jaren braaf geweest, maar gecontracteerd is niet langer heilig”, zegt Witkamp die zich niet kan vinden in het voornemen van VWS-minister De Jonge om de ‘ongewenste’ ongecontracteerde zorg in te perken. “Hij komt met een drogreden, namelijk dat ze de kwaliteit van zorg niet kunnen controleren. Maar echte innovators kiezen juist om kwalitatieve redenen voor ongecontracteerde zorg. Om de digitale transitie een boost te geven en het systeemdenken te doorbreken, hebben we nieuwe toetreders keihard nodig. Je kunt ongecontracteerde zorg afschaffen, maar dan krijg je onverzekerde zorg en gaat de patiënt die het zich kan veroorloven, zelf betalen voor zorg die binnen handbereik is.”

Delen