Dokters: handen uit de mouwen

Wie bij Rosmalen vanaf de A59 de A2 richting Utrecht oprijdt, treft aan de rechterkant op het terrein van het bouwbedrijf Heijmans een groot spandoek met de tekst:

Niet ieder kind wordt later arts of advocaat.
Leer je kinderen dat het oké is om met je handen te werken en toffe dingen te maken.

Veel reclameteksten zijn leuzen uit de koker van reclamemakers. Dat zijn gladde teksten die niets zeggen maar louter suggereren. Dat geldt echter niet voor deze tekst, die mij op de een of andere manier raakt. Het spandoek had trouwens bij wijze van spreken ook bij een kunstacademie kunnen hangen. Maar de locatie maakt duidelijk dat het om de bouwwereld gaat. Een week geleden trof ik het spandoek tot mijn verrassing ook bij een nieuw huis in onze wijk. En inmiddels weet ik dat men het overal in Nederland kan tegenkomen.

Wat maakt dat deze tekst mij echt iets doet? Artsen en advocaten worden hierin op een voetstuk geplaatst. Tegen deze beroepen wordt opgekeken. Werken met je handen geniet minder aanzien maar is (gelukkig wel) oké, want je maakt immers toffe dingen. Ik zou mij kunnen voorstellen dat de tekst op het spandoek is bedacht door iemand met veel liefde voor zijn werk in de bouw, die verontwaardigd is over het negatieve imago van zijn collega’s. Wanneer je arts of advocaat wordt zit je gebeiteld, kom je terecht in de bouw dan is het aanmodderen.

Reclameleuzen klinken misschien leuk, maar zijn zelden waar. Vakanties zoals die in spotjes op tv en in advertenties worden gepresenteerd bestaan niet. De meeste mensen weten dat heus wel. Waarom zij zich er toch door laten beïnvloeden, is voer voor psychologen. Maar wat is er waar van de spreuk op het spandoek? In het algemeen kan inderdaad worden gesteld dat in onze samenleving werken met je brein hoger staat aangeschreven dan werken met je handen. Doeners leggen het af tegen denkers. Internisten voelen zich soms verheven boven chirurgen.

‘Doeners leggen het af tegen denkers’

Niet zolang geleden sprak ik een collega met prostaatkanker die zich erover verbaasde dat de uroloog bij hem geen inwendig onderzoek had verricht. Mijn ervaringen als patiënt bevestigen een trend dat lichamelijk onderzoek überhaupt steeds minder prioriteit krijgt. Dat bij online consulten, waarop steeds meer wordt ingezet, lichamelijk onderzoek het onderspit delft, schijnt weinigen te deren. Persoonlijk beschouw ik het doktersvak primair als ambacht. Elke dokter moet goed kunnen denken, observeren én handelen.

Eerlijk gezegd verwacht ik hetzelfde van mensen in de bouw. Onze timmerman Ricky heeft gouden handen maar beschikt ook over een goed stel hersens en kan uitstekend observeren. Het spandoek is bedoeld om jongeren te motiveren voor een baan in de bouw, maar door dit werk te reduceren tot ‘handenarbeid’ wordt de bouwwereld naar mijn gevoel tekortgedaan. Los hiervan zijn er in de bouw ook mensen met een HBO- of universitaire opleiding nodig. De charme van de spreuk op het spandoek is dat deze aan het denken zet. Reclameleuzen doen dat niet!

‘Hoogste tijd voor de KNMG voor een actie dat het (ook) voor dokters oké is om de handen uit de mouwen te steken’

Wie bedacht de spreuk? Het begon met een bouwhekdoek van TPB Bouw in Wormerveer, dat veel aandacht kreeg. De brancheorganisatie Bouwend Nederland faciliteerde dit initiatief en maakte hiervan een landelijke actie. Er kwamen nog drie andere varianten van de tekst bij, waarin ook recht wordt gedaan aan het noodzakelijke denkwerk. Dankzij of ondanks deze actie kiezen gelukkig steeds meer jongeren voor een toekomst in de bouw. Het is nu hoogste tijd voor de KNMG voor een actie dat het (ook) voor dokters oké om de handen uit de mouwen te steken.

P.S. De  vier varianten van de tekst op het spandoek kan men bekijken op de site bouwendnederland.nl.

Delen