Doorverwijzen met hiv

 

Om de maand laten Annemarie Smilde (senior jurist gezondheidsrecht/teammanager bij VvAA rechtsbijstand) en Lieke van der Scheer (filosoof/ethicus) in Arts en Auto hun licht schijnen op een medisch dilemma. Hieronder kunt u meediscussiëren over hun antwoorden.

Wilt u zelf een dilemma aan dit panel voorleggen? Mail dan naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. De redactie neemt dan contact met u op.

Vanwege aanhoudende kiespijn wordt een hiv-geïnfecteerde patiënt door zijn huisarts verwezen naar de tandarts. Vanwege zijn geheimhoudingsplicht en de privacy van zijn patiënt, besluit de huisarts zijn collega niet in te lichten over de infectie.

Met pijn en een verdikking in het aangezicht, verschijnt een hiv-geïnfecteerde patiënt op consult bij de huisarts. Deze constateert een ontsteking en stelt dat een antibioticum het enige wapen tegen de ontsteking en bijbehorende pijn is. Omdat de patiënt onder de noemer ‘extra bewaking’ valt, dringt de huisarts – weliswaar na afronding van de kuur – aan op een vervolgafspraak. Een week later is de zwelling zichtbaar minder, maar klaagt de patiënt nog altijd over pijn. Die heeft zich verplaatst naar de linker onderkaak. De huisarts kan geen aanwijsbare oorzaak vinden en besluit zijn patiënt door te verwijzen naar de tandarts. Vanwege zijn geheimhoudingsplicht en de privacy, kiest de huisarts ervoor om zijn collega niet in te lichten over de besmettelijke aandoening waarmee de patiënt te kampen heeft.

Zelf doet de patiënt dat wel. Nog voordat de tandarts een anamnese heeft kunnen afnemen, vertelt de patiënt dat hij met het hiv-virus besmet is. De tandarts kent de hygiëneprotocollen en besluit de patiënt aan het eind van de dag te behandelen. Niet zozeer om hem te isoleren van andere patiënten, maar wel om meer tijd uit te trekken. Haast vergroot namelijk de kans op mogelijke prikaccidenten. Bovendien kan de praktijk erna grondig worden gereinigd en gedesinfecteerd.

Had de huisarts zijn collega op de hoogte moeten brengen? Of gaan geheimhoudingsplicht en privacy boven het belang van risicopatiënten? En is een patiënt überhaupt verplicht om zijn medische gegevens te verstrekken?

Wilt u een dilemma aan dit panel voorleggen? Stuur dan een mail naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. ‘Dilemma’. Wij nemen contact met u op.

Lieke-van-der-scheer

Ethicus
Lieke van der Scheer

In mijn ogen is het centrale thema in deze casus de angst voor hiv-besmetting van tandarts en patiënten. Die wordt echter vertaald in de vraag of de huisarts de hiv-besmetting aan de tandarts had moeten melden of dat hij zich terecht beroept op zijn zwijgplicht.

Waarom wil de tandarts weten of een patiënt hiv besmet is? Gezien de maatregelen die deze tandarts treft, gaat het om het risico op besmetting. Is dat terecht?

Het is natuurlijk zo dat zorgverleners die invasieve, dus risicovormende, handelingen uitvoeren, een groter risico
lopen op besmetting dan men doet in het normale maatschappelijke werk-verkeer. Als het goed is, werkt een tandarts altijd volgens de richtlijnen van infectie- en risicopreventie. Want niet iedereen komt via een huisartsverwijzing bij een tandarts. En niet iedereen is zich bewust van een infectie. Daarom moet men er sowieso rekening mee houden dat iedereen geïnfecteerd zou kunnen zijn. En niet alleen met hiv, ook met het veel besmettelijkere hepatitis B-virus of met hepatitis C.

Hoeft de tandarts daarom niet op de hoogte te zijn van de hiv-besmetting? Jawel! Maar louter in het belang van de patiënt. Deze informatie kan namelijk noodzakelijk zijn voor een goede diagnose en behandeling. Dáárom had de huisarts de tandarts er wel
van op de hoogte mogen, zelfs móeten, stellen. Maar laat de huisarts dit achterwege, zoals in dit geval, dan wordt het risico voor zowel de tandarts als de patiënt ondervangen doordat de tandarts de patiënt een anamnese afneemt. In de schriftelijke vragenlijst wordt gevraagd naar eventuele infectieziekten. Besluit de patiënt deze informatie achter te houden, dan doet hij zichzelf tekort. Alle informatie aan hiv- en hepatitis-patiënten wijst erop dat zij zich moeten realiseren dat het in hun eigen belang is dat de informatie bij hun zorgverleners bekend is.

Zoals in de Richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken van de KNMT te lezen staat: ‘Als alle voorzorgsmaatregelen betreffende infectiepreventie zoals genoemd in deze richtlijn toegepast worden, is het risico op overdracht verwaarloosbaar klein’. Toch neemt deze tandarts extra maatregelen. De patiënt wordt aan het einde van het spreekuur uitgenodigd opdat rustiger behandeld kan worden én de praktijk daarna extra goed kan worden schoongemaakt.

Laten we ervan uitgaan dat de normale hygiënemaatregelen in deze tandartspraktijk in orde zijn. In dat geval zijn de extra maatregelen overbodig. Kwestie van baat het niet, dan schaadt het niet? Of wordt hier onbedoeld bijgedragen aan de stigmatisering van hiv-patiënten?

Annemarie-smilde

Jurist
Annemarie Smilde

De patiënt stemt in met de verwijzing. Mag de huisarts dan niet gewoon toestemming veronderstellen voor het verstrekken van alle informatie die voor de tandarts relevant is? Hij mag aannemen dat het voor de tandarts belangrijk is om te weten dat de patiënt hiv-geïnfecteerd is. Niet alleen in verband met de beoordeling en behandeling van de kaakproblemen, maar ook voor het treffen van extra maatregelen naast de gebruikelijke infectiepreventiemaatregelen, ter beperking van de veiligheidsrisico’s voor de tandarts, zijn personeel en andere patiënten.

Volgens de KNMG-richtlijn inzake het omgaan met medische gegevens mag in het algemeen inderdaad toestemming worden verondersteld voor het verstrekken van voor de verwijzing relevante informatie, tenzij de patiënt hiertegen bezwaar maakt. In het geval van zeer gevoelige informatie zoals psychiatrische problematiek mag deze toestemming niet zomaar worden aangenomen. Het zorgvuldigste is de patiënt dan expliciet om toestemming te vragen. In elk geval zal de arts hier de patiënt moeten vertellen waarom hij het van belang acht de tandarts in zijn verwijsbrief te informeren over de hiv-infectie. Maakt de patiënt hier vervolgens bezwaar tegen, dan zal de huisarts dit moeten respecteren. Tenzij er sprake is van een conflict van plichten, zoals beschreven in eerdergenoemde KNMG-richtlijnen. De arts kan zich alleen op deze uitzondering op het beroepsgeheim beroepen, wanneer aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo moet de arts met het doorbreken van de zwijgplicht ernstig nadeel voor de patiënt of een andere persoon voorkomen. Dit is hier niet aan de orde nu de huisarts mag aannemen dat de tandarts de infectiepreventierichtlijnen van de KNMT in acht neemt.

Als de patiënt de huisarts belet om de tandarts op de hoogte te stellen van zijn hiv-infectie, biedt de informatieplicht van de patiënt tegenover de tandarts dan soelaas? Volgens de WGBO moet hij ‘naar beste weten aan de tandarts inlichtingen verstrekken, die hij redelijkerwijs voor het uitvoeren van de overeenkomst behoeft’. In de gebruikelijke vragenlijsten voor de medische anamnese komt de vraag naar besmettelijke ziektes voor. Voor de patiënt zal het dus duidelijk zijn dat het hier gaat om voor de tandarts relevante informatie. Het probleem is dat de tandarts een patiënt niet kan dwingen alle relevante informatie te verstrekken, noch kan controleren of de patiënt hem wel alles vertelt. Wel kan een tandarts bij weigering van medewerking aan de medische anamnese de behandelingsovereenkomst opzeggen, als hij meent dat hij daardoor geen goede zorg kan verlenen.

 

Delen