Doorverwijzen

 

 

Om de maand laten Annemarie Smilde (senior jurist gezondheidsrecht/teammanager bij VvAA rechtsbijstand) en Lieke van der Scheer (filosoof/ethicus) in Arts en Auto hun licht schijnen op een medisch dilemma. Hieronder kunt u meediscussiëren over hun antwoorden.

Wilt u zelf een dilemma aan dit panel voorleggen? Mail dan naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. De redactie neemt dan contact met u op.

Een cardioloog bemerkt dat een patiënt veel eerder naar hem doorgestuurd had moeten worden. Omdat het niet de eerste keer is dat dit gebeurt, vraagt hij zich af wat hij moet en kan doen.

Een cardioloog ziet op zijn poli een man van 70 met ernstige hartproblemen, patiënt heeft onder meer één matig en één ernstig lekkende hartklep. Hij stelt vast dat deze patiënt op korte termijn een nieuwe hartklep nodig heeft.

De cardioloog verbaast zich erover dat er een half jaar zit tussen de verwijzing door de huisarts en het moment waarop hij de patiënt op zijn spreekuur ziet. Bij bestudering van het dossier oordeelt de cardioloog dat alleen al op basis van de informatie van de verwijzende huisarts tot snellere actie besloten had moeten worden. Toen al was de man namelijk kortademig, hoestte hij en had hij een fors hoge bloeddruk met een afwijkend ECG. Ook laat de door de huisarts aangevraagde echo een vergroot hart en een licht lekkende en een matig lekkende hartklep zien.

Het blijkt dat een collega-cardioloog in de informatie van de huisarts (schriftelijk en beeld) geen aanleiding zag voor enige spoed, maar wel voor een nieuwe echo. Die wordt twee maanden na de verwijzing gemaakt. Daarop worden naast de al eerder geconstateerde afwijkingen inmiddels een matig lekkende en een ernstig lekkende hartklep vastgesteld. De echolaborant slaat ook geen alarm zodat de patiënt pas nóg drie maanden later voor het eerst door de cardioloog gezien wordt.

De cardioloog heeft al eens eerder, in vergelijkbare situaties waar collega-cardiologen en echolaboranten zijns inziens niet op spoed aangedrongen hebben, met betrokkenen en leidinggevenden gesproken.

Hij vraagt zich af of hij zijn ongenoegen en zorgen met de patiënt zal delen en waar hij naartoe moet met zijn zorgen over deze terugkerende gang van zaken die onnodige en wellicht onomkeerbare schade berokkent aan patiënten.

Lieke-van-der-scheer

Ethicus
Lieke van der Scheer

De cardioloog maakt zich oprecht zorgen over tekortschietende zorg aan deze patiënt, en ook aan eerdere en toekomstige patiënten. Het duurde volgens hem te lang eer die de benodigde zorg kreeg. Daardoor was de aandoening verergerd. En lekkende kleppen kunnen verholpen worden, maar onbehandeld leiden ze tot onomkeerbare schade. Het is een progressieve aandoening, die tijdig moet worden behandeld. Dat lijkt hier verzuimd.

De cardioloog voelt zich alleen staan in zijn zorgen. Al eerder sprak hij met collega’s. Echter zonder resultaat. Helaas blijken niet alle professionals open te staan voor andere visies dan die van henzelf, of bereid het eigen handelen kritisch te bezien.

Het verdient niet altijd de voorkeur om een officieel/juridisch pad in te slaan. Soms escaleren zaken dan onnodig. Maar in dit geval moet de gang van zaken onderzocht en geëvalueerd worden. De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) steunt de cardioloog bij zijn inzet. Het is niet
omdat het zijn hobby is, maar de wet verplicht hem (vermoedens van) incidenten te melden. Dat maakt een volgend gesprek met zijn collega’s minder vrijblijvend. De wet geeft de inbreng van de cardioloog de nodige zwaarte.

Situaties als deze onderstrepen het belang van institutionele kwaliteitssystemen. Die overstijgen gekissebis op individueel niveau en benadrukken dat intercollegiaal gesprek en toetsen normaal en noodzakelijk zijn.

Het gaat de cardioloog er vast niet primair om gelijk te krijgen; het gaat om verbetering van toekomstige zorg. Dat moet de insteek zijn en daar kunnen de collega’s elkaar hopelijk in vinden.

Rest de vraag of de patiënt ingelicht moet worden. De twijfel daarover kan ik me voorstellen. Gebeurd is gebeurd. En waarom iemand onnodig ongerust of boos maken? Maar het antwoord luidt: ja, omdat een patiënt het recht heeft te weten dat hij eigenlijk eerder gezien had moeten worden en dat dan wellicht verslechtering van zijn hart voorkomen had kunnen worden.

Ten slotte nog iets wat mij bevreemdt: het geduld van de huisarts. Die verwijst de patiënt, omdat hij ernstige hartproblemen constateert. Als actie vanuit de afdeling cardiologie zo lang uitblijft, gun je de patiënt een huisarts die de regie houdt en voor zijn patiënt in de bres springt. De afspraak met de cardioloog had – naar ik aanneem – ook bespoedigd kunnen worden als de huisarts er achteraan had gebeld.

 

 

 

 

Annemarie-smilde

Jurist
Annemarie Smilde

Wat is de verantwoordelijkheid van een zorgprofessional als hij zich zorgen maakt over de kwaliteit van zorg en de overige betrokken zorgprofessionals niet? En hoe maakt hij deze verantwoordelijkheid waar?

De cardioloog vindt dat in deze casus de spoedeisendheid van het cardiale probleem verkeerd is ingeschat met schadelijke gevolgen voor de patiënt. Ofwel, volgens hem is er sprake van een incident in de zin van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), met merkbare gevolgen voor de patiënt. En misschien zelfs wel van een calamiteit, als er sprake blijkt van ernstig schadelijke gevolgen. Volgens de Wkkgz moet een interne melding conform de veilig incident melden (VIM)-procedure plaatsvinden en geldt er een informatieplicht tegenover de patiënt. Bij een calamiteit moet het ziekenhuis hiervan bovendien een melding doen bij de Inspectie.

De cardioloog doet er goed aan zijn acties vooraf af te stemmen met zijn collega en de betrokken echolaborant. Niet alleen met het oog op de samenwerkingsrelatie, maar ook vanwege de impact op de behandelrelatie met de patiënt. Met het doen van een VIM-melding en het informeren van de patiënt spreekt de cardioloog zich immers uit over het handelen van genoemde zorgprofessionals. Terwijl het voorstelbaar is dat dezen hier anders naar kijken dan hij. Het ligt dus voor de hand dat de cardioloog eerst hun visie ‘hoort’ en met hen bespreekt welke stappen er nodig zijn. Dit volgt overigens ook uit de voor artsen geldende gedragsregel dat je kritiek op een collega altijd eerst bespreekt met die collega zelf.

Er zijn dan twee scenario’s denkbaar.
1. Alle drie zien het belang in van een intern onderzoek om te bepalen of hier inderdaad de kwaliteit van zorg in het geding is en zo ja, welke verbetermaatregelen vereist zijn. Tevens zijn zij bereid tot transparantie naar de patiënt over het (mogelijke) incident. Het is aan te bevelen bij het onderzoek de eerdere vergelijkbare gevallen te betrekken en daarmee ook de andere cardiologen en echolaboranten.
2. Alleen de cardioloog vindt dat er stappen gezet moeten worden ter voorkoming van (in zijn ogen) incidenten als deze. Hij zal dan de in de Wkkgz aangewezen acties moeten ondernemen. Als intern onderzoek uitwijst dat het inderdaad om incidenten gaat, zal hij met de cardiologen en echolaboranten afspraken maken over de verbetermaatregelen. Blijft het effect hiervan uit, dan zal hij zijn zorgen moeten delen met de personen, die binnen het ziekenhuis verantwoordelijk zijn voor de zorgkwaliteit en de patiëntveiligheid.

In het belang van de goede samenwerking doet hij er verstandig aan zijn collega’s en de echolaborant uit te leggen dat het hem er niet om te doen is schuldigen aan te wijzen, maar om duidelijkheid te krijgen over de kwaliteitseisen.

 

Delen