Dwaze sponsoring van uitgevers met publiek geld

Binnen de wetenschappelijke wereld is het normaal dat je publiceert. Dat is bedoeld om je bevindingen te delen met de rest van de wereld. Nadat je bepaalde bevindingen hebt gedaan die van wetenschappelijke waarde zijn, schrijf je het systematisch op en stuur je het naar de redacteuren van een wetenschappelijk tijdschrift. Die beoordelen dan onder andere of het aan de geldende kwaliteitstandaard voldoet.

Daarbij moet je denken aan: is het onderzoek ethisch gezien correct, is de methodologie goed en worden de resultaten goed weergegeven en – heel belangrijk – zijn de conclusies gebaseerd op de gedane bevindingen? De redacteuren laten zich daarbij adviseren door externe experts, die niets met het onderhavige stuk van doen hebben en die het dan beoordelen op inhoudelijke kwaliteit. We noemen dat, in goed Nederlands, reviewen.

Vaak gaat het document dan een paar keer heen en weer van auteurs naar redactie en reviewers met correcties en aanvullingen, soms zelfs extra onderzoek, waarna het al dan niet gepubliceerd wordt. Eenmaal gepubliceerd in het tijdschrift kan de hele wereld er kennis van nemen, wetende dat het peer-reviewed is. Maar ook belangrijk: het onderzoek kan door andere onderzoekers herhaald worden. Dat is de manier waarop we dichter bij ‘de waarheid’ kunnen komen.

‘De uitgevers en aandeelhouders van die wetenschappelijke tijdschriften willen graag veel geld verdienen’

Maar deze hele gang van zaken heeft een bizarre kant gekregen, zoals ik die al lange tijd bij de medische tijdschriften in toenemende mate constateer. Niet onverwacht heeft dat met geld te maken. Want de uitgevers van die wetenschappelijke tijdschriften en hun aandeelhouders willen graag veel geld verdienen.

Zo zijn er veel medische tijdschriften die geld vragen aan de auteurs: diegenen die het werk deden en het artikel schreven. Bedragen tussen de 2000 en 3500 euro per artikel zijn heel gewoon. De reviewers, veelal in dienst van ziekenhuizen en universiteiten, doen al het werk voor niets. Ik review regelmatig artikelen en krijg daar, behalve eeuwige roem, helemaal niets voor. En mijn werkgever ook niet.

Overigens, dat doe je meestal in je eigen tijd, ’s avonds of in het weekend. Het is trouwens heel erg leuk en leerzaam om te doen. Wanneer het artikel wordt gepubliceerd in een tijdschrift, moet er door de lezers vervolgens weer voor betaald worden. Niet zelden heeft de universiteit een collectief prijzig abonnement op zo’n tijdschrift, of hebben individuele lezers een abonnement.

Tja, je hoeft geen Einstein te zijn om te begrijpen dat de universiteiten en ziekenhuizen in feite 3 keer – excusez le mot – genaaid worden door de uitgevers. Ze betalen direct of indirect voor de totstandkoming en de beoordeling – het reviewen – van het artikel en vervolgens ook weer voor het mogen lezen van het artikel. En de uitgevers steken het geld – niet al te dankbaar – in hun zak. Ik heb nog wel eens geprobeerd om een gratis abonnement te krijgen als vergoeding voor mijn review-werk. Mislukt.

De ziekenhuizen en universiteiten zouden de handen ineen moeten slaan om een einde te maken aan deze absurde sponsoring met publiek geld van dergelijke uitgevers.

Delen