Een apparaat in de oren

Vaak werk ik met een koptelefoon op. Daarmee sluit ik lawaaierige kantoorgenoten buiten. Dat heeft wel een prijs. Wetenschappelijk onderzoekers stellen telkens weer vast dat muziek ten koste gaat van de concentratie. Je leest slechter en je kunt minder goed onthouden. Het effect is niet groot, maar duidelijk te meten. 

Het buitensluiten is een ware rage. Op straat loopt de helft van de mensen met oortjes in. Niet dat er overal zoveel lawaai is. Maar je hebt er geen controle over. Bij onderzoek naar irritaties staat achtergrondmuziek en ongewenst geluid steevast in de top vijf. Oortjes dempen een drilboor in de verte en het geklets achter je in de trein. Met oortjes in hoef je bovendien met niemand te spreken.

Wandelen door je eigen geluidslandschap

Afsluiten van je omgeving is nog maar het begin. Grote techniekfirma’s werken hard aan oortjes die geluiden selectief wegfilteren. Daarmee hoef je nooit meer achtergrondmuziek of piepende magnetrons te horen. Maar je hoort wel wat je chef tegen je zegt. Er zijn ook al oortjes die een buitenlandse spreker automatische vertalen (waverlylabs.com/pilot). Oortjes kunnen binnenkort ook ander commentaar toevoegen: ‘Kijk naar rechts, daar staat een middeleeuwse kerk. Links komt een auto op u af’. Dat is allemaal mogelijk doordat oortjes ook microfoons hebben en via een smartphone met internet verbonden zijn.

Oortjes gaan straks een eigen geluidsomgeving maken, waarin echte en kunstmatige geluiden worden gemengd. Wil je vogels in de stad? Dan laten de oortjes ze langsvliegen. Als je je hoofd draait, beweegt het geluidsbeeld mee. Dat kan dankzij een bewegings-
sensor die in sommige oortjes is ingebouwd. Zo wandel je door je eigen geluidslandschap.

Voor slechthorenden is dit allemaal goed nieuws. Niemand kijkt er nog van op dat er een apparaat in de oren zit.

Delen