Een ziekenhuistragedie

Met het gezegde ‘Eind goed, al goed’ in mijn achterhoofd lees ik specialistenbrieven, wetenschappelijke publicaties, gerechtelijke uitspraken en rapporten steevast van achteren naar voren. De patiënt is in goede conditie uit het ziekenhuis ontslagen, wetenschappers hebben weer vooruitgang geboekt en de rechtbank heeft de klacht afgewezen. Doe hetzelfde als ik en u zult merken hoe zonnig uw kijk op de wereld wordt. Maak alleen even een uitzondering voor deze blog.

Eergisteren kreeg ik een rapport over een ziekenhuis onder ogen. Het eindigt met de conclusie dat in dit ziekenhuis de patiëntveiligheid en kwaliteit van de zorg zijn gewaarborgd. Lees nu maar even met mij mee naar wat hiervoor staat: “Het beleid ten aanzien van vraagstukken rondom het levenseinde werd aangepast en voldeed vervolgens aan de landelijke richtlijnen. Alle maatschappen maakten keuzes in de wijze waarop zij medisch specialistische zorg willen aanbieden. Zij pasten de supervisie op arts-assistenten zodanig aan dat deze aantoonbaar veilig kon plaatsvinden. Ziekenhuisbreed werden afspraken aangescherpt ten aanzien van het hoofdbehandelaarschap, dossiervorming en informatieoverdracht. Op de naleving daarvan werd ook intern toezicht georganiseerd.” Zijn wij het met elkaar eens dat dit ziekenhuis een pluim verdiend?

De waardering voor dit ziekenhuis wordt nog veel groter wanneer we het rapport teruglezen. Want in een half jaar tijd heeft het ziekenhuis zich met man en macht uit de modder getrokken, een ware heldenprestatie, want de misère was groot: op veel fronten haperde de zorg, bij één vakgroep was de situatie rampzalig, zowel het bestuur als de raad van toezicht hadden geen grip op de nogal weerbarstige medische staf en voeg hieraan ook nog een aantal knetterende ruzies. Wanneer het dan toch lukt om met maximale inzet van alle betrokkenen in zo’n kort tijdsbestek de verduisterde hemel weer helderblauw te krijgen, kan het haast niet anders of dit ziekenhuis prijkt volgend jaar hoog in de Elsevier-lijst van beste ziekenhuizen.

Natuurlijk bent u nu benieuwd naar de naam van dit ziekenhuis. Helaas, het ziekenhuis bestaat niet meer of beter gezegd: het is met “een ander zorgprofiel” overgenomen door drie andere ziekenhuizen uit de regio als ‘Zorginstelling Spijkenisse Medisch Centrum’. Aha, nu gaat er iets bij u dagen! Ziekenhuizen mogen iets wat bij mensen niet zomaar kan: wanneer je terecht of niet terecht een slechte naam hebt, verander je simpelweg jouw naam. Maar zoekt u het adres van deze zorginstelling op dan komt de aap uit de mouw, want een straatnaam verander je niet zomaar van de ene op de andere dag: Ruwaard van Puttenweg 500.

Binnen een maand nadat het Ruwaard van Putten Ziekenhuis in Spijkenisse door de Inspectie voor de Gezondheidszorg kerngezond was verklaard, ging het failliet. Veel medewerkers konden fluiten naar een plek in de nieuwe zorginstelling en bij nog veel meer schijnt het moreel  tot een nulpunt gedaald of geknakt te zijn. Een woordvoerder van de inspectie waarschuwt mij nog voor er één letter op papier staat voor het leggen van verkeerde causale verbanden. Daarom, beste lezer, hou ik het op een volstrekt toevallige samenloop van omstandigheden dat een ziekenhuis vrijwel direct na een inspectierapport met een happy end failliet is gegaan.

Delen