Een zwak voor Dickens

Dit jaar stond de literaire wereld stil bij het 150e sterfjaar van Charles Dickens (1812-1870). Reden voor cardioloog Ernst van der Wall om een uitvoerige studie over ‘Dickens en dokters’ te publiceren, waarin hij bovendien een geheel nieuwe verklaring geeft van Dickens’ doodsoorzaak.

Tekst: Hans Bouman | Beeld: De Beeldredaktie/Marco Okhuizen

“Ik heb altijd een zwak gehad voor Dickens. Toen ik tijdens mijn studie David Copperfield las, kon ik mij goed met de hoofdpersoon identificeren. David stond er helemaal alleen voor. Zo voelde ik mij als beginnend student soms ook. Met Pip in Great Expectations voelde ik me eveneens verwant.

Tijdens mijn studie medicijnen in Groningen raakte ik bevriend met Jan Lokin, die rechten studeerde en later hoogleraar Romeins Recht werd. Hij zag op mijn kamer boeken van Godfried Bomans en Charles Dickens staan. Bomans was een groot promotor van Dickens in Nederland en had in 1956 de Haarlemse tak van de Dickens Fellowship opgericht. Ik wist niet eens van het bestaan ervan, maar Jan bleek daar de president van te zijn en nodigde me uit lid te worden. Ik ben toen naar een bijeenkomst van het Fellowship in café Kraantje Lek gegaan en moest daar zoals elk aspirant-lid een examen afleggen.

Mijn examenvraag was welke kleur hoed een bepaalde dame in, ik meen, Martin Chuzzlewit droeg. Dat wist ik natuurlijk niet, waarop Lokin zei: ‘Je bent de ideale kandidaat, want je kunt nog heel veel leren.’ Het juiste antwoord was overigens: geel. Dat was namelijk de lievelingskleur van Dickens.”

Ernst van der Wall (Ermelo, 1947) kreeg zijn belangstelling voor cardiologie met de paplepel ingegoten: zijn vader was ook cardioloog. Na zijn studie geneeskunde studeerde hij cardiologie in Amsterdam, om na zijn promotie en een jaar in de Verenigde Staten als cardioloog bij het LUMC te gaan werken. Hij werd er hoogleraar en hoofd van de afdeling Cardiologie, tot hij in 2012 met emeritaat ging. “Gek genoeg ben ik in al die jaren onder collega’s nooit mensen tegengekomen die enige belangstelling voor Dickens aan de dag legden. Met uitzondering van één kinderarts, die ook lid was van het Fellowship.” 

Vele uren nachtrust

Toen Van der Wall na zijn afscheid van het LUMC aan het opruimen was, stuitte hij op materiaal dat hij in 1983 ooit had gebruikt voor een lezing over ‘Dickens en dokters’ voor het Fellowship. “Daar was ik destijds niet zo tevreden over en uiteindelijk kreeg ik in maart 2018 een herkansing. Naar aanleiding daarvan zeiden mensen tegen me: schrijf dat nou allemaal eens op. Tweeënhalf jaar later had ik een 665 pagina’s dik boek, getiteld Dickens in the Heart of Medicine. In het Engels, want de meeste Dickensians zijn Engelstalig. Een geweldig plezierige schrijfervaring, die me echter ook vele uren nachtrust heeft gekost. Ik heb er harder aan gewerkt dan destijds aan mijn promotie. En eerlijk gezegd ben ik er ook trotser op.” 

‘Ik heb er harder aan gewerkt dan destijds aan mijn promotie. En eerlijk gezegd ben ik er ook trotser op’

In literaire kringen heeft Dickens de naam nogal een hekel aan medici te hebben. Tijdens zijn onderzoek ontdekte Van der Wall tot zijn verrassing dat daarop nogal wat is af te dingen. “Er komen bijna tachtig dokters voor in Dickens’ boeken. Welgeteld zes daarvan zijn echt boosaardig. Onder de overigen bevinden zich heel wat dwaze, burleske figuren – net als onder Dickens’ advocaten, predikanten en leraren – maar geen slechteriken. Ook werd gezegd dat hij in zijn persoonlijke leven niets van artsen moest hebben, in werkelijkheid was hij met vijftien van hen bevriend. Ach, het is nu eenmaal leuker over schurkachtige dokters te lezen, dus die zijn beter blijven hangen.”  

Pickwicksyndroom

Dickens was een scherp waarnemer en een aantal van de door hem beschreven ziektebeelden hebben de officiële medische literatuur gehaald, vertelt Van der Wall. “Zo is er het Little Nell-complex, dat de oedipale liefde van een kleindochter voor de grootvader beschrijft en het Skimpole-syndroom, dat verwijst naar mensen die weigeren volwassen te worden, ook bekend als het Peter Pan-syndroom. De term Havisham-syndroom wordt gebruikt om mensen te beschrijven die zich verlaten voelen en zijn blijven steken in het verleden en staat als hoarding disorder vermeld in de DSM 5. Denk aan mensen die de kamer van een overledene onveranderd laten, of hun hele leven in het zwart gekleed blijven, zoals koningin Victoria. En dan is er het pickwicksyndroom: het obesitas-hypoventilatiesyndroom dat dikke lieden spontaan in slaap doet vallen.” 

In het verleden hebben vooral veel neurologen zich op Dickens geworpen. Ze ontdekten in zijn werk patiënten die zouden lijden aan het syndroom van Gilles de la Tourette, multiple personality disorder, restless legs, epilepsie, beroerte en Parkinson. Cardiologen hebben zich nooit zo met Dickens beziggehouden. Dat Van der Wall dat als eerste wél uitvoerig heeft gedaan, levert een geheel nieuwe verklaring voor het overlijden van de schrijver op. “Dickens had de laatste vijf jaar van zijn leven een aantal beroertes, waarvan de laatste hem fataal werd. Beroertes worden onder meer veroorzaakt door kleine bloedpropjes die naar de hersenen worden geschoten. Op basis van Dickens’ brieven en medische literatuur acht ik het zeer waarschijnlijk dat boezemfibrilleren de oorzaak is geweest van die bloedpropjes. Daar heeft nog niemand aan gedacht. Ik ben er wel trots op dit als een aannemelijke hypothese te kunnen presenteren.”

Verloting

De auteur heeft tien exemplaren van zijn boek beschikbaar gesteld voor lezers van Arts en Auto. Wilt u kans maken op een exemplaar? Stuur dan voor 4 januari 2021 een mail naar: verloting@artsenauto.nl, o.v.v. Dickens. Vergeet niet uw VvAA-lidnummer te vermelden.

Ernst E. van der Wall: Dickens in the Heart of Medicine; 665 pagina’s. gebonden, € 29,-. Verkrijgbaar bij onder meer bol.com.

Delen