Eerste kind

In de beginjaren van haar carrière als verloskundige sloeg Conny de By eens een aanbod op een beter betaalde baan af.  

Tekst: Conny de By | Beeld: Marcel Leuning

 

Drieënveertig jaar lang heb ik in Amsterdam mijn eigen verloskundigenpraktijk gehad en ik zou er een boek over kunnen volschrijven. Het volgende overkwam me in 1974 toen ik 25 was en een jaar of drie in het vak zat. Het merendeel van de bevallingen vond destijds nog thuis plaats en wij hadden cliënten overal in de stad.

Een van hen was een jonge vrouw van mijn leeftijd die altijd als laatste op het spreekuur kwam omdat ze tot laat moest werken en niet vroeg kon opstaan. Als beroep had ze opgegeven dat ze receptioniste was. Haar man kwam altijd mee en betaalde dan na afloop van het consult contant en royaal. Ze hadden kennelijk geen ziekenfonds.

Toen het moment kwam dat ze ging bevallen, werd ik bij haar thuis geroepen. Het bleek een adres te zijn op de Oudezijds Voorburgwal, midden in de rosse buurt. Pas toen begreep ik wat haar beroep van ‘receptioniste’ inhield.

Pas toen begreep ik wat haar beroep van ‘receptioniste’ inhield

Het was haar eerste kind en omdat het verkeer in de Amsterdamse binnenstad ook toen al vaak erg druk was, besloot ik te blijven. Een aantal uren zat ik in de slaapkamer met de zwangere en haar man en puften we samen de weeën weg. De aanstaande vader vroeg me nieuwsgierig waarom ik verloskundige was geworden. ‘Dat was toch een beroep voor ongetrouwde dames met een knotje en een leren motorjas op een solex?’ In die tijd was dat inderdaad vaak het geval.

Toen er op een gegeven moment volledige ontsluiting was, zette ik mijn spullen klaar en liet ik de kraamverzorgster bellen. De bevalling verliep voorspoedig en binnen een half uur was er een prachtige zoon van 3500 gram. Placenta en vliezen kwamen er vlot achteraan en een uurtje later pakte ik mijn verlostas weer in en stond ik klaar om te vertrekken.

Op dat moment kwam de vader naar me toe met een dik pak papiergeld. ‘Wat krijg je van me?’, vroeg hij. Toen ik het bedrag, ik geloof iets van 140 gulden, noemde, viel z’n mond open: ‘Wat! Zo weinig? Je bent zo’n lekkere blonde stoot, met een mooie smoel! Kom toch bij mij werken! Dan kun je veel meer verdienen.’

Ik heb vriendelijk bedankt.

Iedere medisch professional heeft wel een patiënt (gehad) die hij of zij nooit vergeet. Omdat de omstandigheden zo bijzonder waren, het behandeltraject aangrijpend, of juist omdat zich iets grappigs voordeed in het contact. In deze reeks leest u hun verhalen.

 

Delen