Alles behalve second best

Naar aanleiding van mijn blog van gisteren over eHealth ontspon zich op Twitter een discussie over de vraag waarom we überhaupt eHealth zouden moeten willen gebruiken. Is in ons land – waar de zorg zo goed en toegankelijk is – eHealth eigenlijk niet second best, vroeg Geert de Kousemaeker zich af. Bij die opvatting zijn twee kanttekeningen te plaatsen.

In de eerste plaats over toegankelijkheid. De discussie die al enige jaren woedt over dure geneesmiddelen – en waarvoor prominenten Wouter Bos en Gerben Klein Nulent aangeven feitelijk geen oplossing te zien – toont aan hoezeer die toegankelijkheid onder druk staat. En bij ongewijzigd beleid wordt die druk de komende jaren alleen maar groter, zo blijkt uit de recente trendanalyse van het RIVM, die stelt dat de reële zorguitgaven in 2040 twee keer zo hoog zullen zijn als in 2015.

‘Niet eHealth, maar fysieke zorg is volgens mij in veel gevallen second best’

In de tweede plaats dat second best. Dat denk ik toch niet. Voortdurende controle van het ziektebeloop is voor een chronisch zieke onontbeerlijk. Het heeft een enorme impact op je dagelijkse leven als je met de regelmaat van de klok naar het ziekenhuis moet om een aantal functies te laten controleren. Hoe heerlijk is het dan om je smartphone die functies te laten meten en op afstand te laten bijhouden door de internist, zodat je zelf gewoon kunt doorgaan met je dagelijkse leven. Kortom: om de zorg aan je leven te kúnnen aanpassen in plaats van je leven aan de zorg te móeten aanpassen. Laat die zorg zich alsjeblieft beperken tot waar het echt niet anders kan. Want ik denk dat juist die fysieke zorg in heel veel gevallen second best is als je er even over doordenkt.

Delen