Eilandhoppen in de Waddenzee

In twee weken fietsten reisjournalisten Rian Lanenga en Gijs Hardeman met hun twee kinderen over Texel, Vlieland,Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Verslag van een Waddenhopavontuur.

Beeld: Gijs Hardeman

Net als bij andere familietrips zijn we ook bij deze avontuurlijke onderneming de eerste dagen iets te ambitieus. Op de boot van Texel naar Vlieland gaat de blauwprint voor de rest van de trip overboord, want de wil van Raf van drie jaar en Finne van net drie maanden blijkt wet. Daar komen we op Texel achter. Natuurlijk gaan we naar Ecomare. Raf maakt kennis met bruinvissen, roggen en zeehonden, wij rennen letterlijk de vuurtoren omhoog, want ‘die moet sowieso’ en Gijs doet op een avond nog even een wadloop aan de andere kant van het eiland.

Aan het einde van onze tijd op Texel lopen we met onze drukke hoofden dan ook tegen de spreekwoordelijke muur. Als we ruim op tijd arriveren bij de houten steiger van ‘De Vriendschap’, de schuit die ons naar Vlieland, het tweede eiland van onze reis, zal brengen, laten we Raf nog even zwemmen. Maar voor we het weten verschijnt ‘De Vriendschap’ aan de horizon, loopt de steiger vol met medepassagiers, zit onze peuter nog in zijn natte zwempak, liggen onze spullen overal en begint Finne aan een lange en indringende huilbui. Ietwat aangeslagen komen we als laatsten aan boord. We horen de andere opvarenden bijna denken ‘wat moet dat nou toch met zulke jonge kinderen op deze boot’. Nadat Gijs en ik het wijze besluit nemen om het de rest van de vakantie rustiger aan te doen, kunnen we ook weer genieten: van het prachtige schip met blije Wadhoppers, maar ook van de chocomel en het schippersbittertje. De zin is er weer. Proost!

Sahara van het Noorden

Vlieland. Dan denk je natuurlijk aan die eindeloze Vliehors en die schitterende luchten. We hebben veel bekijks met onze fietsen en onze kinderen en dat zorgt voor veel vrolijk contact. We doen ook een officiële tour met de Vliehors Expres, de truck die door de week als enige op de ‘Sahara van het Noorden’ mag komen. Geweldig! Tijdens de enige regenbui van de reis bezoeken we het drenkelingenhuisje, waar we aangespoelde waar – van kunstgebitten tot slippers – en dieren op sterk water bekijken. Ons besluit het rustiger aan te doen betaalt zich terug in plezier. ’s Avonds vangen Gijs en Raf krabbetjes op het Wad met een zelfgefabriceerd hengeltje en genieten Finne en ik van een ontspannen avond bij zonsondergang.

Op Terschelling schroeven we ons tempo nog verder naar beneden. We blijven vooral dicht bij ons hotel, maar dat hotel (strandhotel Terschelling, red.) ligt dan ook in een duinpan met uitzicht op zee. Vanuit de eetzaal en vanuit de kamer kijken we uit op de speeltuin waar Raf onbekommerd met andere kinderen speelt. Hoogtepunt van Terschelling is het openluchtconcertje van de ‘Mannen van Hee’: drie zingende, oudere mannen uit het gehucht Hee, met kinderliedjes, ballads, rocknummers en grappige sketches. Raf staat op de bank mee te dansen en ook Finne zit vrolijk te kijken op schoot.

Dachten wij dat de overtocht van Texel naar Vlieland problematisch verliep, die naar Ameland begint nog erger. Een paar keer per zomer vaart de Robbenboot ’s avonds, een heerlijke trage tocht van drie uur over het Wad met zicht op de ondergaande zon. Wij zijn keurig op tijd, maar de boot is een half uur te vroeg vertrokken. Daar staan we dan met twee krijsende kinderen, samen met nog een paar pechvogels. Gijs houdt het hoofd koel en belt snel met de VVV van Terschelling. En dan geschiedt het onverwachte: de boot keert om en vaart terug naar de haven. Raf houdt gelijk op met huilen en vertelt even later aan boord aan iedereen die wil luisteren dat we de boot gemist hadden. Op het bovendek sluiten we vriendschap met een familie uit Utrecht, die ook wadhopt per fiets met drie kinderen. Op Ameland fietsen we in het pikkedonker naar hostel Sier aan Zee, in het duingebied onder de vuurtoren, een ideale plek voor kinderen. Onze twee dagen op Ameland staan in het teken van het Wad en alles wat daarin leeft. We varen met z’n vieren op een viskotter waar al het leven van de Waddenzee wordt uitgelegd en Raf en ik maken samen een Waddenexcursie.

Scheve schuit

Dan breekt de spannendste dag van de hele reis aan. De overtocht van Ameland naar Schiermonnikoog – het laatste eiland van onze reis – gaat per zeilklipper ‘De Willem Jacob’.  Dit schip zet ons volgens planning na zeven uur varen – “het is een uitje, geen directe overtocht,” aldus de schipper – op Schiermonnikoog af. Als dat maar goed gaat met die kleintjes op zo’n scheve schuit in de wind. Maar Raf draagt zijn reddingsvest zonder klagen en is alleen maar aan het spelen met de kinderen van het Utrechtse gezin dat ook vandaag oversteekt. Finne slaapt de halve dag, mede dankzij het deinen van de boot. En dan mag Raf even aan het roer staan van dit zeilschip. Voor een 3-jarige is dat natuurlijk een droom!

De volgende dag op Schiermonnikoog zitten we in een huifkar die door twee stevige Friese paarden natuurgebied de Westerplas in getrokken wordt. We proeven melkkruid en zeekraal dat langs het pad groeit en drinken op de laatste avond een Schiere Monnik, een lokaal witbier aan het strand. “Wad een tocht hè”, grap ik, terwijl we proosten dat dit een van de leukste reizen is die we ooit maakten.

Op weg naar ons hotel worden we ingehaald door een monnik op een fiets. Hij weet natuurlijk al veel langer dat reizen per fiets een hemelse ervaring is.

Praktisch

Een Waddenhopreis is even puzzelen, maar je komt een heel eind via wadden.nl en VVV’s. voor een overzicht van de directe bootverbindingen tussen alle eilanden zie wadden.nl/wadden/waddenhoppen.

Tips van de auteur voor accommodaties onderweg:

Delen