Els Borst bekritiseert KNMG

Oud-minister van Volksgezondheid Els Borst is teleurgesteld in de uitleg die artsenorganisatie KNMG geeft aan de euthanasiewet. De artsenfederatie stelt dat een arts geen euthanasie bij een dementerende patiënt mag uitvoeren als hij niet meer kan communiceren met de patiënt.

 

Zelfs niet als de patiënt zijn doodswens nadrukkelijk heeft vastgelegd in een schriftelijke wilsverklaring. Volgens Borst is het standpunt van KNMG strijdig met wat de wetgever bedoeld heeft. “Het kan niet dat een beroepsgroep een eigen interpretatie van de wet kiest”, aldus Borst tegenover Zembla.

In artikel 2.2 van de euthanasiewet staat dat een schriftelijke wilsverklaring een mondeling verzoek kan vervangen als de patiënt deze niet meer kan uiten. Directeur beleid van KNMG L. Wigersma legt uit waarom de interpretatie van de KNMG op gespannen voet staat met de wet. “De reden is dat de persoonlijkheid van iemand verandert en je kunt niet nagaan of die persoon de levensbeëindiging nog wil. Of hij dood gemaakt wil worden in die omstandigheden. Dat blijft een spanning met de wet”, aldus Wigersma.

Een arts is niet verplicht om aan de schriftelijke euthanasiewens van zijn patiënt te voldoen maar de wet biedt hem wél de ruimte. Volgens Els Borst, grondlegger van de euthanasiewet, is de wet bedoeld om dementerenden de mogelijkheid van een waardig levenseinde te bieden. Borst: “Als iemand die toen hij nog wilsbekwaam was, schriftelijk heeft verklaard, in geval van dementie levensbeëindiging te willen, dan is zo’n verzoek gelijkwaardig aan een mondeling verzoek.”

In de uitzending van Zembla is te zien dat het verschil van interpretatie van de wet in de praktijk bij patiënten en familie tot schrijnende situaties leidt. Mensen denken met een schriftelijke euthanasieverklaring alles geregeld te hebben.

Delen