Erfenis van 2020

Het jaar 2020 was het jaar waarin ik cyborg werd – halfmens, half computer. Ik versmolt met microfoon, camera en laptop. Het was natuurlijk heerlijk dat zoveel online kon. Hoe zou een pandemie er twintig jaar geleden uitgezien hebben, toen het internet nog aan het puberen was?

Het worden nog een paar taaie maanden, maar daarna kan ik de snoertjes eindelijk loskoppelen. Als in de loop van het jaar hopelijk genoeg mensen gevaccineerd zijn om elkaar weer te kunnen omarmen, gooi ik met plezier alle snoertjes op een grote hoop.

Terwijl iedereen in de zorgsector zich rot rende, zaten veel anderen vooral thuis. Lang thuiswerken is geestdodend als je alleen nog inhoudelijk contact hebt met collega´s en niet kunt roddelen bij het koffieapparaat, als je alleen nog online naar een concert luistert en alleen nog voor de tv danst. Mensen zijn ongeschikt als cyborg.

‘De lockdowns hadden toch nog iets goeds’

In mei schreef ik over de dromen die we tijdens de eerste lockdown hadden: andere vormen van onderwijs, grotere zelfstandigheid, een nieuw begin naar duurzaamheid. In elke crisis hebben we visioenen van een nieuwe samenleving. Maar als het voorbij is, moet alles weer worden zoals het was. Liefst halen we ook nog de schade in. Marktonderzoekers verwachten na de coronacrisis een hausse aan reizen.

Wat blijft er over van de digitale revolutie van 2020? Onder druk van een crisis vinden we nieuwe wegen. De nieuwe vondsten tijdens de Tweede Wereldoorlog leidden tot blijvende winst in efficiëntie. Dat gaat ook gebeuren nu iedereen vertrouwd is met streamen en videochatten. We kunnen makkelijker overleggen, even een patiënt zien of meekijken bij de opera van Wenen. We worden efficiënter en dus productiever. Dat blijft. 

Na elke crisis gaat het tempo omhoog. Deze keer dankzij digitale technieken. Die snoertjes zal ik dus nog nodig hebben.

Delen