Evenwicht

Ergens halverwege oktober viel ik, als donderslag bij heldere hemel en vlak voor een online-vergadering, van mijn stoel. Op deze plek noemde ik het een ‘wegtrekkertje’ en verhaalde ik wat over de diverse zorgprofessionals die ik sindsdien bezocht. Nu ik inmiddels een half jaar kamp met evenwichtsklachten klinkt het woord ‘wegtrekkertje’ niet meer passend, alhoewel ik de situatie het liefste bagatelliseer. Enige kwetsbaarheid voor hypochondrie is mij niet vreemd, dus ik doe het liefst alsof het allemaal wel meevalt, want dan lijkt het niet zo erg.

Puur medisch gezien, lijkt het ook mee te vallen, gelukkig. Neuritis Vestibularis: half jaar tot een jaar revalideren – de ogen, spieren en hersenen leren compenseren – en dan zouden de meeste symptomen verdwenen moeten zijn. Kwestie van grenzen opzoeken, de hersenen input aanbieden, niet vermijden wat duizelig maakt en je vooral niet door de omgeving laten aanpraten dat je psychisch uit evenwicht bent. Adviezen die heel goed bij mij passen, want als ik half kan, dan ga ik heel en ik moet er niet aan denken dat het advies zou zijn geweest om grenzen te vermijden. Dat had ik heel lastig gevonden. Bovendien was het extra druk op de redactie, dus begon ik optimistisch aan het opzoeken van grenzen en aan de revalidatie onder begeleiding van een gespecialiseerd fysiotherapeut.

‘Ik loop alsof ik zojuist twee flessen wijn burgemeester heb gemaakt, áls ik loop’

Die revalidatie verliep voorspoedig, want ‘ik laat me niet ringeloren door zo’n overspannen hersenzenuw’. De fysiotherapeut maande me tot meer rust, want ‘grenzen opzoeken, is niet hetzelfde als eroverheen gaan’. 

U raadt het al: een paar weken geleden liep ik ineens weer te zwalken. Wat extra rust inlassen hielp even, maar een bezoek aan de mondhygiëniste trok het vloerkleedje onder mijn toch al wankele evenwicht vandaan. Sindsdien loop ik weer alsof ik zojuist twee flessen wijn burgemeester heb gemaakt, áls ik al loop. Het trillende gereedschap met bijbehorend scherp geluid, de felle lamp en het achterover liggen, zorgde ervoor dat mijn hoofd stopte met compenseren. Ik vind mezelf dus nogal zielig nu ik dit – in etappes – schrijf. Maar de wetenschap dat ik kan rusten in een huis dat niet onder vuur ligt en waarin water uit de kraan komt, relativeert veel.

Delen