Evenwicht

Al eerder schreef ik over de Onafhankelijke Geschilleninstantie Zorgcontractering waar men terecht zou kunnen bij onenigheid over de zorginkoop. Dat er drempels waren en koudwatervrees om die instantie in te schakelen was al snel duidelijk. Er waren genoeg zaken die aangekaart konden worden door individuele zorgaanbieders en beroepsverenigingen maar dat is niet gebeurd. Zoals bij de totstandkoming van de instantie was afgesproken heeft er een evaluatie plaatsgevonden. Daaruit kwam een aantal redenen naar voren die zouden kunnen verduidelijken waarom er weinig zaken zijn aangespannen. Hierbij kan men denken aan drempels in verband met de te benoemen arbiters, wederzijdse instemming van de gang naar de instantie door alle partijen of de duur en kosten van de procedure.

Minister Bruins vult nog de onbekendheid bij zorgaanbieders en zorgverzekeraars als reden aan. Dat speelt aan de kant van zorgaanbieders zeker mee. Ook hebben beroepsverenigingen lang gedacht dat vooral individuele zorgaanbieders een zaak moesten aanspannen. Wanneer de gemelde problemen echter opgepakt waren door de beroepsverenigingen zouden de leden zich meer ondersteund hebben gevoeld. Ook meent minister Bruins niet uit te sluiten dat de problemen in het contracteerproces minder groot zijn dan verwacht. Hierbij moet ik de minister toch wijzen op alle noodkreten die meerdere malen geuit zijn door vele zorgaanbieders, ook op het Binnenhof. Die reden kan wat mij betreft weggestreept worden. Dat partijen hun geschillen onderling oplossen, zoals ook wordt geopperd, kan zeker bij sommige problemen gelden. Ik ken voorbeelden van voorstellen van zorgverzekeraars die werkelijk niet uit te voeren zijn of onevenredig veel werk kosten. Dat er soms van af werd gezien voorkwam misschien verdere stappen maar vele problemen bij de contractering zijn ook hiermee niet opgelost. Het schetst wel hoe om wordt gegaan met het opperen van nieuwe eisen die steeds weer voor veel onrust zorgen.

Wanneer er problemen zijn betreffende het ‘proces’ van zorgcontractering kan de weg naar de Nederlandse Zorgautoriteit ook bewandeld worden. Persoonlijk heb ik meegemaakt hoe moeilijk die weg was en hoe het woord ‘proces’ geminimaliseerd werd en dus vele bezwaren niet ontvankelijk werden verklaard. Ook werd na contact met de NZa door zorgverzekeraars beterschap beloofd maar het toezicht hierop ontbrak.

De koudwatervrees bij vele zorgaanbieders begrijp ik zeer want door het ministerie van VWS is veel zeggenschap neergelegd bij de zorgverzekeraars. In samen opgestelde akkoorden lees ik op het einde vaak dat een individuele zorgverzekeraar hier altijd van af mag wijken. Je kunt wel zaken aanspannen maar wat zijn je rechten? Wie is er trouwens nog een individuele zorgverzekeraar? Wat betekent samen onderhandelen en hoe is de positie van de zorgaanbieder daadwerkelijk in dit proces? Het komt er nu op aan wat er wordt gedaan met de recente opmerking van minister Bruins :“De paramedische zorgsector is een belangrijke … Voor de contractering 2020 is de afspraak dat individuele zorgverzekeraars en beroepsverenigingen serieus het gesprek aangaan, ook over de tarieven”. Gaat hij dit ook evalueren?

De minister wil volgend jaar de werking van de instantie weer evalueren omdat er nu te weinig gebruik van is gemaakt. Misschien is het verstandig om dan eerst bovengenoemde vragen te beantwoorden want het evenwicht is ver te zoeken bij de zorginkoop in de eerste lijn.

Delen