Favoriete pil – De kinderwet

Josephine Vos (Afferden, Gld, 1978) is internist-hematoloog in het Amsterdam UMC, locatie AMC. Haar favoriete pil: de roman De kinderwet (The Children Act) van Ian McEwan.

Tekst: Frank van Kolfschooten Beeld: De Beeldredaktie/Diederik van der Laan

“Ik ben een groot fan van de Britse schrijver Ian McEwan en lees alles van hem”, zegt hematoloog Josephine Vos uit Amsterdam. “Zijn werk is enorm rijk aan inhoud, met een fantastische schrijfstijl. Een van zijn beste boeken vind ik De kinderwet, dat heel indrukwekkend de balans tussen ratio en gevoel verkent.”

Hoofdpersoon van De kinderwet is een gerenommeerde vrouwelijke familierechter met huwelijksproblemen, die moet beslissen of een zeventienjarige jongen met leukemie een bloedtransfusie moet krijgen. Hij en zijn ouders zijn daarop tegen omdat ze Jehova’s getuigen zijn en hun geloof transfusies verbiedt, wat de dood van de jongen zal betekenen. Hij mag daar zelf niet over beslissen omdat hij nog net niet volwassen is. De rechter twijfelt en gaat naar het ziekenhuis om de jongen te leren kennen. Ze komt tot de conclusie dat hij nooit is geconfronteerd met andere denkbeelden en dus geen vrije afweging kan maken. Zij besluit daarom dat hij de levensreddende transfusie toegediend moet krijgen. 

“De rechter krijgt een sterke emotionele band met de jongen, maar gaat deze keer veel te ver in haar betrokkenheid, waardoor de jongen ook verkeerde verwachtingen krijgt”, vertelt Vos. “McEwan maakt geweldig goed zichtbaar hoe zij de balans zoekt tussen ratio en gevoel.”

‘Indrukwekkend hoe Ian McEwan de balans tussen ratio en gevoel verkent’

Omdat Vos als hematoloog vooral patiënten met leukemie, lymfeklier- en beenmergkanker behandelt, zijn allerlei situaties in dit boek herkenbaar voor haar. “Ik werk niet met kinderen, maar de volwassenen die ik zie, zijn vaak relatief jong en heel plotseling levensbedreigend ziek geworden, wat hun leven volkomen op de kop zet. Als arts ben je dan vrijwel altijd emotioneel betrokken.”

Vos streeft naar gepaste afstand, zonder kil te worden. “Ik kan uiteindelijk mijn werk niet goed doen als ik te veel betrokken raak. Ik ben geen vriend of familie, maar hun dokter die een adviesrol heeft vanuit specifieke vakinhoudelijke kennis.”

Vos zoekt daarin bewust een balans die per patiënt kan verschillen. “Sommige patiënten zijn erg gericht op informatie vergaren en zelf keuzes maken, andere patiënten willen liever bij de hand genomen worden. Om dat te kunnen aanvoelen en de juiste adviezen te geven, is – gelukkig – betrokkenheid en interesse in die individuele verschillen onontbeerlijk. Dat is een van de mooiste kanten van mijn vak. Maar net zoals voor de kinderrechter geldt wel de voorwaarde dat je dat vak technisch en inhoudelijk optimaal beheerst.”  

Delen