Favoriete pil – de lijfarts van de Koning

Paul Robben (Doesburg, 1950) was inspecteur bij de Inspectie Gezondheidszorg en is bijzonder hoogleraar Toezicht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zijn favoriete pil: de biografie de lijfarts van de Koning. Het avontuurlijke leven van Franz Joseph Harbaur, 1776-1824 van historica Catharina Th. Bakker.

Tekst: Frank van Kolfschooten | Beeld: De Beeldredaktie/Herbert Wiggerman

“Catharina Bakker heeft een prachtige biografie geschreven over de intrigerende Frans-Duitse arts Franz Joseph Harbaur”, zegt sociaal-geriater niet praktiserend Paul Robben uit Houten. “Ze heeft zijn avontuurlijke leven en de tijd waarin hij leefde heel knap gereconstrueerd, hoewel er nauwelijks door hemzelf geschreven bronnen bewaard zijn gebleven. Het is ongelooflijk wat deze arts heeft meegemaakt in de 48 jaar die hij heeft geleefd.”

Harbaur was de zoon van een plattelands-chirurgijn uit de Franse Elzas, die naar Duitsland vluchtte om niet te hoeven dienen in het Franse leger. Hij ging in Jena geneeskunde studeren, waar hij beroemdheden leerde kennen als de filosoof Fichte en de schrijvers Schiller en Goethe. In het Duitse vorstendom Fulda werd hij lijfarts van Willem Frederik, prins van Oranje-Nassau. Daar werd Harbaur krijgsgevangen gemaakt door het napoleontische leger, terwijl de prins werd vrijgelaten.

Na een episode als spion voor Napoleon in Berlijn en Sint-Petersburg, werd hij opnieuw lijfarts van Willem Frederik, die in 1815 koning werd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Harbaur klom op tot inspecteur-generaal van de militaire gezondheidszorg en van de Geneeskundige Dienst des Rijks, de tegenwoordige Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. “In die rol werd hij mede-architect van de Nederlandse gezondheidszorg”, vertelt Robben. “Hij was ook de eerste die klachten van burgers over onzorgvuldig medisch handelen beoordeelde.”

‘Prachtige biografie over intrigerende Frans-Duitse arts’

Het verschijnen van dit boek betekent veel voor Robben. Hij raakte gefascineerd door Harbaur bij de viering van het 200-jarig jubileum van de Inspectie in 2004, waar hij toen inspecteur was. “Daarbij trad acteur Henk van Ulsen op als Harbaur en sprak in die hoedanigheid op humoristische wijze koningin Beatrix toe. Daarna ben ik meer over hem gaan uitzoeken.”

Een aantal jaren geleden vertelde Robben (inmiddels directeur van het Kenniscentrum van de IGZ – nu IGJ) historica Catharina Bakker over zijn fascinatie voor Harbaur en zij werd aangestoken door Robbens enthousiasme. “Op mijn initiatief heeft de IGZ haar daarna een voorstudie laten doen naar de haalbaarheid van een biografie, die er dit jaar uiteindelijk is gekomen met een forse subsidie van de KNAW.”

Tijdens het onderzoeks- en schrijfproces begeleidde hij Bakker samen met hoogleraar Vergelijkende Wetenschapsgeschiedenis Wijnand Mijnhardt. “Medische geschiedenis is ook belangrijk voor de huidige medische praktijk”, zegt Robben. “Het is enthousiasmerend om te beseffen dat je in een traditie staat en dat je manier van werken ergens vandaan komt. Dat geeft houvast en meer betekenis aan dat werk.”

Delen