Favoriete pil – Een kantoor op stand

Jeroen Birnie (De Bilt, 1956) is huisarts in Leiden. Zijn favoriete pil: de roman Een kantoor op stand van Hans Veeken.

Tekst: Frank van Kolfschooten | Beeld: De Beeldredaktie/Lex van Lieshout

Een kantoor op stand is een geweldige roman over benauwend kantoorleven”, zegt de Leidse huisarts Jeroen Birnie. “Auteur Hans Veeken beschrijft de sfeer minutieus en nietsontziend, met veel geestige dialogen. Het is fascinerend om te lezen over de frustraties en motieven van mensen die door het werk tot elkaar veroordeeld zijn.”

De roman speelt zich af in een statig pand in Amsterdam op de redactie van het befaamde Medisch Tijdschrift. Hoofdpersoon is een nieuwe hoofdredacteur, die het tijdschrift
wil moderniseren. “Hij begint vol goede moed, maar stuit al snel op onwil bij de zittende ploeg, een conservatief bolwerk dat vasthoudt aan de vele ingesleten tradities, zoals keurige kleding en dure diners”, vertelt Birnie. “Vanaf de eerste pagina voel je dat het niet goed kan aflopen met deze man.”

Het is een sleutelroman over het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG), waarvan
Veeken zelf hoofdredacteur was van 2004 tot 2008, waarna hij noodgedwongen het veld moest ruimen. “Maar”, vindt Birnie, “het is geen rancuneuze afrekening. Hij beschrijft iedereen met respect.”

‘Wij zijn opgegroeid met het idee dat je de wetenschappelijke literatuur moet bijhouden’

Birnie vond het interessant een kijkje in de keuken te krijgen bij het belangrijkste Nederlands medisch-wetenschappelijke tijdschrift, dat hij al spelt sinds zijn studietijd. Het probleem waar het Medisch Tijdschrift/NTvG in de beschreven periode vooral mee kampte – de overgang van het papieren naar het digitale tijdperk – is erg herkenbaar voor wat oudere artsen zoals hijzelf, zegt Birnie. “Wij zijn opgegroeid met het idee dat je de wetenschappelijke literatuur geregeld moet bijhouden. Mijn kinderen, die intussen arts en psycholoog zijn, lachten mij op een gegeven moment uit dat ik bladen zoals het NTvG, Medisch Contact en Huisarts en Wetenschap zo plichtsgetrouw bleef volgen. Als je iets wilt weten, kun je het toch ook gewoon opzoeken op internet, zeiden ze.”

Als huisarts-opleider leert Birnie veel van de jonge artsen die in zijn praktijk meedraaien als onderdeel van hun huisartsenopleiding. “In de interactie met de huisarts-in-opleiding rijzen er voortdurend vragen, waar ik niet meteen antwoord op heb. Dat laat ik hen dan zelf uitpuzzelen, want zij zijn meesters in het vinden van informatie. Zelf ben ik ook wel meer gaan opzoeken, maar die bladen, en vooral de wetenschapsbijlage van de NRC, lees ik nog steeds. En doordat mijn moeder dierenarts was, ben ik al sinds mijn tiende fervent lezer van Arts en Auto!”

Delen