Favoriete pil – Just Kids

Eva Roos (Amsterdam, 1988) is arts-onderzoeker en patholoog in opleiding bij Amsterdam UMC. Haar favoriete pil: Just kids, memoires van de Amerikaanse singer-songwriter en dichteres Patti Smith.

Beeld: De Beeldredaktie/Sander Koning

Just kids is een prachtig, beeldend geschreven boek van de Amerikaanse singer-songwriter Patti Smith over haar leven in New York City tussen 1967 en 1975”, zegt de Amsterdamse patholoog in opleiding Eva Roos. “Ze neemt je als een voyeur mee naar plekken in de stad en naar ontmoetingen met allerlei bijzondere mensen, en schetst zo een geweldig sfeervol tijdsbeeld.”

Smith zocht op haar negentiende, midden in de flowerpower-periode, zonder een cent op zak, haar heil in de grote stad, nadat ze in een stadje in New Jersey was bevallen van een dochter die ze had afgestaan voor adoptie. 

“In New York kreeg ze een liefdesrelatie met de eveneens straatarme kunstenaar Robert Mapplethorpe, met wie ze onder meer samenwoonde in een kamertje in het fameuze Chelsea Hotel”, vertelt Roos. “Hun liefdesrelatie veranderde in een diepe vriendschap nadat Mapplethorpe homoseksueel bleek, maar ze bleven elkaar vinden in de kunst en werden elkaars muze.” 

Patti Smith evolueerde van dichteres tot gevierd rockzangeres, en Robert Mapplethorpe werd een wereldberoemd fotograaf. Hij maakte onder meer de iconische foto op de hoes van Smiths eerste album Horses. Het boek eindigt met Mapplethorpes overlijden in 1989 aan aids. 

‘Een boek over de zoektocht naar jezelf, hoe je wordt wie je bent’

“Voor alles is Just kids een boek over de zoektocht naar jezelf, over hoe je wordt wie je bent”, zegt Roos, die het boek al drie keer heeft herlezen. Ze ziet parallellen met de weg die een arts aflegt, vanaf het begin van de studie tot de specialisatie. “Maar weinig geneeskundestudenten weten welke kant ze uiteindelijk op willen. Het is een proces waarin je langzaam naar iets toegroeit dat bij je past.”

In Roos’ geval was dat de klinische pathologie. “Dat is een wat vreemd specialisme binnen de geneeskunde, omdat een patholoog geen direct contact heeft met patiënten, maar wel heel belangrijk werk doet binnen de patiëntenzorg. Je zit als patholoog aan tafel met vrijwel alle ziekenhuisspecialisten, van neurochirurg tot uroloog en van gynaecoloog tot dermatoloog.”

Een klinisch patholoog moet goed kunnen observeren en interpreteren, kritisch zijn op zichzelf en durven twijfelen aan de eigen conclusies, zegt Roos. “Er hangt voor de behandeling vaak veel af van de weefseldiagnose van de patholoog. Het klinkt misschien vergezocht maar die observerende houding in combinatie met genadeloze eerlijkheid over jezelf en over wat je ziet, herken ik ook in het schrijven van Patti Smith. Zij slaat van een afstandje alles gade en trekt haar conclusies, zonder zichzelf te ontzien.”

Delen