Favoriete pil: Wij zijn licht

Sanne Winchester (Amsterdam, 1991) is psychotherapeut in opleiding bij het Instituut voor Vraaggerichte Psychotherapie in Katwijk en auteur van het boek Ik mag niet bang zijn. Haar favoriete pil: de roman Wij zijn licht van Gerda Blees.

Tekst: Frank van Kolfschooten | Beeld: De Beeldredaktie/Liesbeth Dingemans

“Wij zijn licht is een meesterlijk geschreven roman”, zegt de Amsterdamse psychotherapeut in opleiding Sanne Winchester. “Heel knap hoe auteur Gerda Blees de lezer steeds meer inzicht geeft in de psyche van de hoofdpersonen door dode voorwerpen zoals een pen of abstracties zoals de twijfel, te laten vertellen over het doen en laten van die personages. Zonder dat het ooit ongeloofwaardig wordt.”

Beeld: Beeldredaktie/Liesbeth Dingemans

Blees’ roman (gebaseerd op een waargebeurd verhaal) speelt zich af in de idealistische woongroep ‘Klank en Liefde’. De vier huisgenoten (drie vrouwen en een man, met elk hun eigen psychische problemen) willen geleidelijk aan stoppen met eten, om alleen nog van licht en liefde te leven. Als de oudste bewoonster door uithongering overlijdt, worden de drie achterblijvers verdachten in een strafzaak en belanden tijdelijk in de cel. “Fascinerend om te lezen hoe de groepsleden elkaar meetrekken in een waanidee”, zegt Winchester. “Als er al eens iemand lichte twijfel uitspreekt, dan moedigen ze elkaar aan om toch door te gaan.”

De schrijver laat stap voor stap het psychologische groepsproces zien dat uitmondt in de fatale afloop, waar niemand op uit is geweest. “Door hun onderlinge verstrengeling is het onmogelijk om uiteindelijk een schuldige aan te wijzen voor de dood van de vrouw.”

‘De schrijver laat stap voor stap het psychologische groepsproces zien’

Het boek heeft voor Winchester nog eens bevestigd dat ze in haar werk als psychotherapeut altijd op zoek moet gaan naar de wordingsgeschiedenis van de psychische problemen van een cliënt. “Je moet nauwgezet blijven luisteren en je afvragen wanneer een bepaald denkbeeld dat een cliënt over zichzelf heeft precies is ontstaan. En of dat een eigen denkbeeld is of dat het door een ander in diens hoofd is geplant.”

Ook bij de verschillende invalshoeken van waaruit Blees situaties beschrijft en die tot nieuwe inzichten daarover leiden, ziet Winchester parallellen met haar eigen werk. Een psychotherapeut moet volgens haar nooit iets als vanzelfsprekend beschouwen, maar zichzelf altijd de vraag stellen of hij/zij wel echt begrijpt wat een cliënt zegt.

“Als iemand vertelt dat voetbal zijn grote hobby is, kun je denken dat hij elke zondag tegen een bal trapt in een voetbalteam, en dat verder voor kennisgeving aannemen”, geeft ze als voorbeeld. “Maar het kan ook zo zijn dat die cliënt alle voetbalwedstrijden opneemt, ze vier keer terugkijkt en dat er dus iets heel dwangmatigs achter zit. Je moet daarom altijd doorvragen om te voorkomen dat je dingen mist doordat je in je eigen interpretaties blijft hangen.”

Delen