Feminisering op de werkvloer
Uitspraken van hoogleraar medisch onderwijs Gerda Croiset over de zogenoemde feminisering van de gezondheidszorg deden in 2007 flink wat stof opwaaien. Tot klachten bij de Commissie Gelijke Behandeling aan toe. Het heeft in elk geval de discussie over de verhouding man-vrouw in de zorg geopend. Hoe ziet deze verandering er in de praktijk uit?
Met een paar meiden uit zijn examenklas bezocht de 19-jarige Diederik Hoefsmit afgelopen schooljaar een meeloopdag van de opleiding geneeskunde in het AMC. Met een moeder die huisarts is en een vader die een geneeskundige achtergrond heeft, begon het ook bij hem te kriebelen. In de concrete oriëntatiefase voor een vervolgopleiding stond geneeskunde voor Hoef-smit lange tijd op één. Maar ondanks de meeloopdag werd de vwo-leerling niet overtuigd. “Het zorgende aspect heeft de overhand en dat is plat gezegd toch meer iets wat vrouwen aantrekt. Tijdens de meeloopdag waren er heel veel meiden; ik ken ook geen enkele jongen uit mijn examenjaar die geneeskunde gaat studeren. En zelf werk ik beter samen met mannen.”
Die overwegingen, in combinatie met de 66 procent meiden die jaarlijks bij de studie geneeskunde instromen, deden Hoefsmit besluiten tot een andere studiekeuze: na de zomer start hij met de opleiding civiele techniek aan de Universiteit Twente. Een technisch georiënteerde universiteit waar meer van zijn jaargenoten naartoe gaan. “Ik wil probleemoplossend bezig zijn”, legt Hoefsmit uit. “En hoewel het stellen van diagnoses in de gezondheidszorg ook probleemoplossend is, heb ik toch het idee dat daar het sociale en zorgende meer aanwezig is. Ik denk dat ik het technische en economische bij geneeskunde zou missen. Ook het langere opleidingstraject is iets waardoor jongens eerder afknappen dan meisjes. Dat speelde in elk geval bij mij mee.”