Fundament

Tegen dat ene zinnetje uit de Kamerbrief van staatssecretaris Maarten van Ooijen, over de aanpak van dakloosheid, valt weinig in te brengen: “Om te voorkomen dat mensen dakloos raken, moeten we er eerder bij zijn.” Een waarheid als een koe, maar bij de praktische invulling komt nog wel het nodige kijken en het is de vraag hoe realistisch dat is.

De brief bevat nog geen fundament in de vorm van uitgewerkte plannen. Het meest concrete wat er op dit moment ligt, is het voornemen om dit jaar een aanpak te ontwikkelen waarmee dakloosheid en alle mogelijke oorzaken structureel worden aangepakt. Het moet op 1 januari 2023 worden ingevoerd. Maar hoe het daarna verder moet gaan, is voor een niet onbelangrijk deel afhankelijk van de kansrijkheid van de woonplannen van minister voor volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Hugo de Jonge.

‘Het boek Uitgewoond van stadsgeograaf Cody Hochstenbach zou verplicht leesvoer moeten zijn voor politici en gemeenten’

Wat de berichtgeving wel vermeldt, is dat gemeenten moeten worden verplicht om een urgentieplan te maken om bij woningtoewijzing voorrang te kunnen geven aan bepaalde doelgroepen zoals dak- en thuislozen. Die woningen zijn er nu niet. En dak- en thuislozen zijn niet de enige partij die vinden dat ze voorrang verdienen. Wat dat betreft zou het boek Uitgewoond van stadsgeograaf Cody Hochstenbach verplicht leesvoer moeten zijn voor politici en gemeenten. Het schetst een niet mis te verstaan beeld van de woningmarkt in ons land en welke groepen in de samenleving daar zoal slachtoffer van zijn.

Verder leest het kabinetsstreven dat ‘armoede en schulden moeten worden voorkomen’ onmiskenbaar als een voorbeeld van utopisch denken. De groep mensen die de rekeningen niet meer kunnen betalen lijkt voorlopig alleen maar groter te worden. Met alle dreigende gevolgen voor dakloosheid van dien.

Delen