Fundamentele keuzes

Vernieuwing in de zorg is waardevol, stelt Patrick Jeurissen, bijzonder hoogleraar betaalbaarheid van zorg, maar er moet wel tegenover staan dat zaken verdwijnen die niet meer nodig zijn. De voorbeelden van wat hij hiermee bedoelt, kan iedereen bedenken. Wie bij een chronische ziekte zijn vitale gegevens monitort met zijn smartphone, hoeft minder vaak naar het ziekenhuis voor controles. Wie een genetisch profiel heeft dat verhindert dat hij baat heeft bij personalized medicine hoort deze niet voorgeschreven te krijgen. Enzovoort.

Een logisch pleidooi, en Jeurissen kan ook in één zin uitleggen waarom: “Anders handhaaf je het oude en komen daar de kosten van vernieuwingen bovenop.” Pure verspilling inderdaad. Jeurissen pleit er daarom terecht voor dat we een maatschappelijke limiet moeten stellen aan wat we aan de zorg willen uitgeven op de lange termijn, om te voorkomen dat de stijging van de zorgkosten uit de hand loopt en voor Amerikaanse toestanden gaat zorgen. Want stijgen doen ze, die zorgkosten. En dat doen ze stelselonafhankelijk, benadrukte hij een kleine twee jaar geleden in een interview dat ik voor De Eerstelijns met hem had.

Voortgaande groei van de zorguitgaven ís niet onvermijdelijk

Zijn boodschap komt op een interessant moment, in dezelfde week waarin de vaste commissie van VWS met veldpartijen een rondetafelgesprek hield over de voors en tegens van zorgakkoorden. Ab Klink (VGZ) zei daarbij dat de miljardengroei van de zorguitgaven die het CPB voorspelt er alleen komt als er geen beleid wordt ontwikkeld om dit tegen te houden of als afspraken ontbreken. Hij heeft gelijk, voortgaande groei ís niet onvermijdelijk. We moeten alleen stoppen met hoofdlijnenakkoorden waarin groei nog steeds als een gegeven wordt geaccepteerd.

Delen