Geef nooit raad

Helaas onvindbaar in de brei van mijn boeken die in tientallen kartonnen dozen zijn weggestopt en nu in onze opslagruimte een somber lezersloos bestaan leiden, bevindt zich een 99 pagina’s tellende bundel uit 1979 met de weergaloze titel Geef nooit raad. Het boekje werd geschreven door Torben Bendix en is vertaald en ingeleid door het echtpaar Walther en Jo Verdenius. De ondertitel verraadt de context, maar ontneemt de titel daardoor ook wat van zijn glans: Een gesprekstechniek die de huisarts niet kent uit zijn studie. Walther Verdenius werkte indertijd in Groningen als coördinator van de toen prille beroepsopleiding tot huisarts.

Ik zou de wijze les van deze bundel – gecomprimeerd in de titel – brutaal in de wind slaan, wanneer mijn advies aan u zou zijn om onmiddellijk dit boekje aan te schaffen. Dat doe ik dus niet. Het zal u trouwens vermoedelijk ook niet lukken want tot mijn stomme verbazing staat het nergens op internet te koop. Al kan ik mij voorstellen dat meerdere huisartsen deze publicatie als een pareltje koesteren, toch blijft het een raadsel waar al die exemplaren van deze bundel zomaar zijn gebleven. De meeste boeken uit dit genre zijn immers geen lang leven beschoren. Maar er is troost: wat mij betreft is het voldoende wanneer u de drie woorden, c.q. dertien letters van de titel in u opzuigt en nooit meer vergeet!

De titel is actueler dan ooit. Deze verhoudt zich als David tegenover Goliath ten opzichte van het machtsvertoon van uitgevers die ons overladen met titels die een schat aan wijze levenslessen beloven en als gids naar het land van het eeuwige geluk fungeren. Al jarenlang bestaat er een trend waarin de brave, gewillige consument met wat centen alles zo passief mogelijk moet ondergaan; deze van nature toch al tot gemakzucht neigende burgerman waant zich aldus heerlijk in een gespreid bedje. Niets is immers gemakkelijker dan het leven in hapklare porties ‘beleving’ aangereikt te krijgen en te verorberen. Kopers, kijkers en bezoekers van musea en voorstellingen willen met ‘beleving’ worden overgoten. Hoe minder moeite men hier zelf voor hoeft te doen, des te beter.

De titel Geef nooit raad is zo waanzinnig goed gekozen omdat hierin een even grappige als fascinerende paradox ligt. Natuurlijk ontkom je als hulpverlener niet aan het geven van adviezen. Maar een goede raad kan volgens mij vergeleken worden met een bal die je naar een ander werpt. Met een pingpongballetje kom je niet ver, een skippybal laat zich lastig werpen, loeihard een tennisbal gooien naar iemand die op twee meter afstand staat is zinloos en biljartballen zijn überhaupt niet bedoeld om mee te gooien. Kortom: zelfs een goedbedoeld gouden advies is gebakken lucht wanneer geen rekening wordt gehouden met zowel de bal als degene die deze moet opvangen. Wanneer daarentegen iemand zélf tot een eigen inzicht komt, is de kans het grootst dat men gemotiveerd is om dit na te streven.

Geef nooit raad heeft mij als huisarts doordrongen van de noodzaak om indien mogelijk op de vraag ‘wat adviseert u’ te reageren met ‘wat denkt u zelf?’ De toonzetting is erg belangrijk, want jouw reactie mag niet het gevoel geven dat je de patiënt in de kou laat staan. Snel wat adviezen opboeren kost bovendien minder tijd dan een patiënt zelf aan het denken zetten. Ook gebiedt de eerlijkheid dat mijn vraag niet door iedereen in dank werd aanvaard (“Ú bent hier de dokter!”) maar ik heb wel ontdekt dat menigeen die om goede raad vraagt zelf heus wel weet in welke richting moet worden gedacht.

In het kader van deze kleine hommage aan Geef nooit raad ben ik op zoek gegaan naar informatie over de auteur. Torben Bendix (1931-1996) was een Deens psychiater, die zelf aan depressies leed. Tijdens deze perioden ging de man schilderen en hij adviseerde patiënten om hetzelfde te doen; werk van hem is opgenomen in een Deens museum. Walther en Jo Verdenius maakten met het boekje kennis via een Noorse huisarts, met wie het echtpaar bevriend was. Jo Verdenius, die het meeste vertaalwerk heeft gedaan, overleed op 28 september 2014. Wat mij vooral intrigeerde is wie op de titel kwam, want in het Deens luidt deze Din nervose patiënt (de nerveuze patiënt). Wanneer ik Walther Verdenius heb getraceerd en aan de lijn krijg toont hij zich de bescheidenheid zelve: “Het is wel erg lang geleden maar volgens mij heb ik die titel bedacht.”

Delen