Geen hotel maar huizenruil

Ze heeft inmiddels al bijna dertig keer aan huizenruil gedaan en is nog steeds enthousiast. Journalist Reina Louw legt uit waarom ze er elke zomer weer voor kiest om met een buitenlands gezin van woning te ruilen.

Tekst: Reina Louw | Beeld: Het Wonderlab

 

Wij zijn doorgewinterde huizenruilers. Al jaren achtereen verblijven we in de zomervakantie in het huis van een andere familie. En als het even kan, ruilen we ook van huis tijdens korte vakanties of een lang weekend. Bang voor diefstal zijn we niet. Woningruil is gebaseerd op wederzijds vertrouwen, vinden we. We sluiten niets af, leggen niets in een kluis. We hébben niet eens een kluis. Sterker nog, woningruilen beschermt ons tegen dieven. Enkele jaren geleden braken dieven bij onze buren in. Bij ons niet. Beide buren waren op vakantie en hun huizen waren onbewoond; in ons huis verbleef een Italiaanse familie die met drie generaties levendigheid onze en hun eigendommen beschermden.

Onze kinderen gaan nog altijd mee. Soms ontmoeten we de families kort en staat de jeugd verlegen naar elkaar te kijken. Eerder stortten onze kinderen zich op het buitenlandse speelgoed en de ladingen achtergelaten snoepgoed, nu vechten ze om de mooiste slaapkamer met aansluitende badkamer of gaan een nieuw instrument bespelen dat ze in ons vakantiehuis vinden.

We moeten onze huizen trouwens wel steeds verder zoeken, willen alle kinderen nog meegaan. En de hele vakantie zijn ze er ook niet altijd meer bij, want na een week of twee gaan ze meestal hun eigen weg.

We vinden het fijn om op te gaan in andermans buurt, met de – door de buren aangeprezen – groenteboer en bakker en de weekmarkt met die kaasboer met zijn lokale blauwe kaas. Als we aan het einde van een dag vol ontdekkingen weer ‘onze’ straat inrijden in andermans auto, voelt het als thuiskomen. We eten of borrelen bij onze nieuwe buren en leren over de lokale eettradities. We horen verhalen van binnenuit over hun geboortestreek, over de geschiedenis van de voorouders, over ziekten die alleen op dit eiland voorkomen. We horen over plaatsen en attracties die we zeker moeten bezoeken én over activiteiten die we beter kunnen vermijden. Doorgaans behoren tot die laatste categorie de zogenaamd niet te missen activiteiten uit menig toeristische gids. Met de huiseigenaren hebben we vaak actief whatsappverkeer gedurende ons verblijf. We krijgen foto’s van hen, lachend op ónze fietsen. We ondervinden hoe het is om in een ander land te wonen, in een huis dat is gebouwd volgens de daar geldende normen en gebruiken, met sleutels die een andere kant op draaien en boodschappentrolleys in de gang, voor de groenten van de markt.

We eten of borrelen bij onze nieuwe buren en leren over de lokale eettradities

Soms is het moeilijk een match te vinden, bijvoorbeeld wanneer de gewenste data of bestemmingen niet overeenkomen. Maar soms gaat het ook heel voorspoedig. Zoals in het jaar dat we naar IJsland gingen. We ruilden ons huis met twee verschillende families; de ene woonde in het noorden, de andere in het zuiden. Nog voor de Kerst aanbrak, hadden we onze vliegtickets al geboekt. IJsland heeft meer uitgevers, meer schrijvers en leest meer boeken per hoofd van de bevolking dan waar ook ter wereld. We hadden een match met een uitgever die prachtige collecties van IJslandse volksverhalen – saga – langs de wanden van de kamers had staan. De andere ruil betrof het huis van een advocaat die trots was op het dorp waar ze vandaan kwam. Een steenrijke vishandelaar had haar dorp een prachtig museum geschonken over de IJslandse visserijgeschiedenis. Mede dankzij de verhalen van de advocaat zagen we de context en begrepen we de betekenis ervan beter. “Blue Lagoon?”, snoof ze minachtend toen ze ons de naam hoorde noemen van een van IJslands bekendste toeristenattracties. Beter konden we naar Myvatn gaan, dat was veel minder uitgemolken.

Onze Sevilliaanse ruilfamilie reed de 2300 kilometer in één ruk naar ons huis, hun dochter bleef achter en ontpopte zich tot onze gouden tipgever. Zo ging zij vaak naar Asilah, een fijne Marokkaanse badplaats, favoriet bij de Spanjaarden. De stad Chefchaouen was volgens haar ook niet te missen. En het was allemaal prima aan te reizen, voegde ze eraan toe. We zagen kansen, zoals we altijd kansen zien als families ons adviseren waar we heen kunnen gaan. Met maar weinig bagage stapten we op de boot naar Afrika.

Inmiddels hebben wij met ons gezin al bijna dertig keer van huis geruild. Doordat we besparen op verblijfkosten en autohuur, is ons vakantiebudget flink vergroot. Maar belangrijker vinden we dat het elke keer weer een avontuur is om op te gaan in een lokale gemeenschap, en interessante nieuwe mensen te ontmoeten. Dit jaar steken we daarvoor de oceaan over; we ruilen deze zomer huis en auto met families uit New York en Montreal.

Zo werkt het

Er zijn verschillende woningruilorganisaties actief op de Nederlandse markt. Het merendeel vraagt voor een jaarlijkse inschrijving een bedrag dat varieert van circa 60 tot 140 euro. Andere hanteren geen inschrijvingskosten, maar brengen per geslaagde match een bedrag in rekening. Via een zoeksysteem is het mogelijk om – naast bestemming en ruildata – ook te selecteren op gezinssamenstelling en eventuele huisdieren. Onderling kan worden afgesproken of er van auto wordt geruild en of er een persoonlijke ontmoeting plaatsvindt. De bekendste woningruilorganisaties op de Nederlandse markt zijn:

De auteur van dit verhaal ruilt via intervac.nl

‘Elke week wel een verzoek’

AnneLoes van Staa (lector Transities in Zorg aan Hogeschool Rotterdam) heeft samen met haar man Arjun van der Dussen (tandarts) in vijf jaar tijd al bijna vijfentwintig ruilervaringen opgedaan.

“Vijf jaar geleden ruilden we voor het eerst ons huis via huizenruil.com. Veel mensen vinden dat maar een eng idee: iemand anders die in jouw bed slaapt! Maar wij vinden het persoonlijke juist geweldig: alles met gesloten beurs en op basis van vertrouwen. We hebben nu al bijna 25 ruilervaringen achter de rug. Pareltjes zaten daartussen. Zo logeerden we in landhuizen in Frankrijk en in Californië, in een zestiende-eeuwse orangerie net achter de Duomo in Florence, in hartje Parijs op de Rive Gauche, in New York met uitzicht op Central Park, in een skichalet in Colorado met een hot tub in de tuin en ga zo maar door. We ruilen niet alleen voor vakanties, maar ook als we voor het werk in het buitenland zijn. Binnenkort heb ik bijvoorbeeld een congres in Dublin en dan ruil ik ook. Omdat we wonen op het Singel in Amsterdam is er altijd ontzettend veel belangstelling voor ons huis, we krijgen elke week wel een woningruilverzoek. We hoeven niet per se altijd simultaan te ruilen, want we hebben nog een tweede huis in de Kop van Overijssel, waar we elk weekend verblijven. Deze zomer ruilen we ons Amsterdamse huis met een Pugliese trullo. Hoeveel mooier kun je het hebben?”

Delen