Geluk zonder endorfine

Vorig jaar kochten Nederlanders voor het eerst meer elektrische fietsen dan volledig biologisch aangedreven fietsen. Nu de zomer er weer aankomt, kunnen we een nieuw record verwachten.

Het idee om een fietsen uit te rusten met een elektromotor is al meer dan honderd jaar oud. Net zo oud als elektrische auto’s. In Nederland maakte Philips in de jaren dertig elektrische fietsen. Toen de benzine in de Tweede Wereldoorlog schaars werd, reden in Amsterdam elektrische fietstaxi’s rond. Maar populair werden ze niet. De letterlijk loodzware accu’s maakten de fiets onhanteerbaar.

Elektromotoren zijn in al die tijd nauwelijks veranderd. Het huidige succes van elektrische fietsen hebben we te danken aan accutechniek. Die heeft een boost gekregen door mobieltjes. Hoe beter de accu’s in een mobieltje, hoe meer functies het apparaat kan hebben. Dat heeft druk gezet op de ontwikkeling van accu’s. De accu’s van de huidige telefoons zijn even krachtig als een kilo loodaccu in de tijd van de eerste elektrische fietsen.

De stille kracht van elektrische fietsen

Met een paar kilo accu kom je op een fiets nu echt ver. Met een accu van een half kilowattuur heb je meer dan 100 kilometer ondersteuning bij het trappen. Opladen kost iets meer dan een dubbeltje. Kom daar eens om bij een elektrische auto. Die rijdt op diezelfde accu 3 kilometer.

De andere vooruitgang is sensortechniek. Een elektrische fiets heeft op verschillende plekken meetapparaatjes zitten, die precies meten hoe zijn berijder kracht zet. Die kracht wordt met slimme elektronica versterkt. Zo voelt het alsof onze spieren sterker zijn geworden. Wie wil dat niet? Dat positieve gevoel is het geheim van het succes van deze fietsen. Het is geluk zonder endorfine.

Delen