Gemiste kans

In mijn werk heb ik regelmatig te maken met relaties die in het verleden een gedeelte van de winst uit praktijkvoering hebben gereserveerd voor een oudedagsvoorziening. Dit gereserveerde deel heet oudedagsreserve en staat zo ook op de balans vermeld.

Simpel gezegd betreft het een uitgestelde belastingclaim. Nogal wat ondernemers realiseren zich niet dat er nog een fiscale afrekening volgt bij praktijkstaking en zetten daarvoor geen geld opzij. Ook nemen ze vaak pas een besluit over hun oudedagsreserve op het moment dat ze met pensioen gaan en hun praktijk verkopen.

Dit kan een gemiste kans zijn. U kunt de oudedagsreserve, als het spaargeld aanwezig is, tussentijds omzetten in een lijfrente bij een bank of verzekeraar. Dit kan u als voordeel opleveren dat u vermogensrendementsheffing bespaart. Afhankelijk van de omvang van uw box 3-vermogen, kan dit jaarlijks een besparing van 0,86 tot 1,38 procent opleveren over de hoogte van het bedrag dat u in een lijfrente stort.

De oudedagsreserve kan ook worden omgezet in een lijfrente

Uiteraard moet u wel voor uzelf helder hebben of u het bedrag dat u afstort niet op korte termijn nodig heeft voor andere doeleinden. Een mogelijk ander voordeel is een lagere belastingheffing over de lijfrente-uitkering.

De lijfrente kunt u vervolgens in maandelijkse termijnen uit laten keren vanaf de gewenste pensioendatum. Hierbij moet u wel rekening houden met een aantal voorwaarden. Mocht u eerder met pensioen gaan dan uw AOW-gerechtigde leeftijd, dan wordt de lijfrente levenslang uitgekeerd. Een kortere uitkeringsperiode (met een eventueel hoger maandbedrag) is alleen mogelijk wanneer u pas vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een beroep doet op deze lijfrente.

Uiteraard kunt u ook pas bij pensionering de keuze maken om de oudedagsreserve af te storten in een lijfrente of toch maar direct met de Belastingdienst af te rekenen.

Wat u ook kiest, belangrijk is dat u (ook nu al) weet wat die keuze voor u zal betekenen.

Delen