Gode film

Op vakantie in Denemarken kan je het gewoon niet laten, want je weet maar nooit. Het land van ‘Danish vintage’, vooral in meubels en design, dat intussen tot in China furore maakt, is ook het land van de genbrug, ofwel de kringloopwinkel. Denen, lijkt het wel, gooien nooit iets weg, en proberen alles opnieuw aan de man te brengen. In zelfbenoemde ‘antiquariaten’ in allerlei soorten, maten en kwaliteiten. Op georganiseerde lopped-markten. In zelfgetimmerde kraampjes langs de weg. En in al die vele genbrugs, die vaak een liefdadig doel hebben.

Wat echte Deense vintage is, weten de Denen zelf natuurlijk ook, dus dat vind je in zo’n genbrug zelden of nooit. Maar andere interessante dingen vind je wél, inclusief een groot aanbod van tweedehands dvd’s. Waarbij je natuurlijk vooral nieuwsgierig bent naar in Denemarken zelf gemaakte films, die vaak met Engelse ondertitels zijn uitgebracht. Want we weten intussen hoe goed Deense films kunnen zijn.

We weten intussen hoe goed Deense films kunnen zijn

Ik zou niet meteen allerlei dingen kunnen opnoemen die in Denemarken beter zijn geregeld dan in Nederland. Maar één verschil valt toch echt op. Regisseurs als Susanne Bier en Thomas Vinterberg, en tv-series als The Killing, The Bridge en The Legacy – Nederlandse voorbeelden van vergelijkbaar niveau, en met vergelijkbaar internationaal succes, zijn er eenvoudig niet.

Natuurlijk maken ze ook in Denemarken slechte speelfilms. En tussen de stuk of tien Deense dvd’s die ik dit keer min of meer willekeurig in wat genbrugs uitkoos, bleken achteraf een paar banale lach-of-ik-schiet-producties te zitten waar ook serieuze Nederlandse filmmakers zich voor zou schamen. Maar tegelijk zaten er zeker vijf bij, in deze toevallige selectie, van juist indrukwekkend niveau. En hoewel ‘n = een handvol’ nooit een basis mag zijn voor generaliseren, doe ik dat nu gewoon maar even toch.

Drie rode draden vielen op. De groep van kernacteurs waarop de betere Deense cinema drijft, blijkt al zo’n anderhalf decennium lang behoorlijk overzichtelijk. De overspelige arts in Elsker dig for evigt, internationaal uitgebracht als Open Hearts, een vroege film van Susanne Bier uit 2002, is niemand anders dan een toen nog jonge Mads Mikkelsen. En die geschifte professor in Drabet, uit 2005, ook al iemand die zijn eigen huwelijk opblaast, in dit geval uit infatuatie met een links-radicale studente, is dat niet die oude heer Thomas uit The Legacy? (Ja, en de naam is natuurlijk Jesper Christensen, ook bekend als Mr. White uit opeenvolgende Bond-films.) En zagen we daar niet alwéér die Paprika Steen, nu als oudste dochter in Stille hjerte (2014), nadat we haar eerst al – twaalf jaar jonger – tegenkwamen als bedrogen doktersvrouw in Elsker dig for evigt? (Ook ja.)

Nog zo’n rode draad is: opvallend veel hoofdkarakters zijn arts, waarbij privé en professioneel steeds nauw verweven door elkaar heen lopen. Dat verhaal van dokter Mikkelsen speelt zich voor een belangrijk deel af rond het ziekenhuisbed van de grotendeels verlamde verloofde van de vrouw voor wie hij Paprika Steen verlaat. Stille hjerte, ook net al genoemd, is een indrukwekkend euthanasiedrama waarin het een gepensioneerde huisarts zelf is die zijn eigen vrouw uit haar uitzichtloos lijden verlost. Ook de vader van de hoofdpersoon in Kaerestesorger, een mooie coming-of-age-film uit 2009 die ons terugvoert naar begin jaren zestig, is huisarts, en ook dat speelt een rol in dit verhaal.

Opvallend veel hoofdkarakters zijn arts, waarbij privé en professioneel steeds nauw verweven door elkaar heen lopen

En dan was er nog Dig og Mig uit 2008, internationaal uitgebracht als Crying for Love, een zwaar-confronterend relaas van drie jonge vrouwen met terminale kanker. Eén van die drie blijkt al jaren geen contact meer te hebben met haar ouders, die dus ook niks weten van haar ziekte. De overige twee leggen zich hier niet bij neer, proberen haar – eerst zonder succes – tot andere gedachten te brengen, en verwoorden hiermee meteen een derde rode draad in de betere Deense film van sinds de millenniumwisseling.

Bijna iedereen weet intussen wel wat hygge is: dat Deense woord dat zich in het Nederlands nog het best laat vertalen als gezellig. In internationale media is rond dit concept, dat het sleutelkenmerk zou zijn van de Deense ‘way of life’, een echte hype gegroeid. Maar ook zonder al die overdrijving blijft één ding zonder meer overeind, en keert ook nadrukkelijk terug in elk van die goeie films die ik zo willekeurig uit wat kringloops wist te plukken. Natuurlijk: ook voor Nederlanders zijn familie, gezin, huiselijkheid en geborgenheid belangrijke dingen in het leven. Maar net zo belangrijk als voor de Denen? Dat lijkt bijna niet mogelijk.

Delen