‘Goed kijken, écht kijken’

Dokter Aarsman heet de huidige show waarmee de gelijknamige en bekende fotodetective in de theaters staat. Hans Aarsman ontdekte bij zijn eerdere shows geregeld dokters in de zaal. “Zij onderzoeken patiënten, ik onderzoek wat het leven nog meer te bieden heeft.”

Tekst: Wout de Bruijne|Beeld: De Beeldredaktie/Diederik van der Laan

Op onze interviewafspraak bij café-restaurant Dauphine in Amsterdam arriveren we gelijktijdig. Als ik kom aanlopen uit de parking zie ik Hans Aarsman, die ik herken van foto’s en tv, zijn fiets op slot zetten. Het scheelt ons wat speurwerk naar elkaar, want binnen is het groot en vol. Misschien juist wel jammer voor Aarsman, want die is dol op speuren. “Voor mijn pagina in de Volkskrant bekijk ik zo’n kleine 4.000 persbeelden per dag”, antwoordt de zelfbenoemde fotodetective als ik hem, eenmaal binnen aan de koffie, vraag naar zijn werkwijze. “Intuïtief verdeel ik foto’s over vijftig mapjes. Zo heb ik mappen met oplichters, religie en rituelen, en hoogwaardigheidsbekleders die handen schudden, boompjes planten of linten doorknippen. Die belanden in het mapje LINT. Aan het eind van de week resteren zo’n dertig foto’s in de hoofdmap SUPER en één daarvan bespreek ik dan in de krant.”

‘Het verhaal dat een foto vertelt, vind ik belangrijker dan de esthetische kwaliteiten’

Dat doet Aarsman al vijftien jaar in ‘De Aarsman Collectie’, zijn vaste rubriek in de Volkskrant van donderdag. De voormalig fotojournalist analyseert een twee-paginagrote foto en wijst op details die de meeste lezers waarschijnlijk ontgaan. “Ik ben gek op onderzoeken en ontdekken. Toen ik nog fotograaf was, voelde ik me beperkt door kaders. Ik publiceerde fotoboeken en moest, om me te onderscheiden van anderen, een ‘eigen stijl’ hebben en daarmee ook een bepaalde manier van kijken hanteren. Dat ging mij vervelen, ik wilde meer zien en tonen van wat zich buiten het kader bevond. Het verhaal dat een foto vertelt, vind ik belangrijker dan de esthetische kwaliteiten.” 

Ingegeven door die wens, stopte Aarsman met fotograferen en ging hij bestaande persbeelden grondig onderzoeken en daarover schrijven. “Ik wilde een soort fotodetective zijn, met de foto als bewijsmateriaal en niet als een mooi gepresenteerde, omkaderde wereld.” 

Sherlock Holmes

Dat idee werd hem ook ingegeven door zijn adoratie van Sherlock Holmes, de romandetective van auteur (en arts) Sir Arthur Conan Doyle. “Holmes’ vasthoudend en scherpzinnig speuren naar bewijs heeft mij altijd gefascineerd.” 

De Volkskrant bood de fotodetective ruimte en inmiddels is ‘De Aarsman Collectie’ voor veel lezers onmisbaar. De fotospeurder schuift ook regelmatig aan bij praatprogramma’s op radio en tv, zoals bijvoorbeeld De Wereld Draait Door. Daarnaast staat Hans Aarsman sinds 2012 regelmatig in de Nederlandse theaters, waar hij in onemanshows zijn ontdekkingen en bewijsmateriaal met het publiek deelt. 

Het valt hem op dat er vaak dokters in de zaal zitten. “Mogelijk komt dat omdat er raakvlakken zijn in diagnostiek”, zoekt hij naar een verklaring. En, met een knipoog, “zij onderzoeken patiënten, ik onderzoek wat het leven nog meer te bieden heeft.”

“Hoewel”, voegt hij eraan toe, “artsen analyseren ook veel beeldmateriaal, zoals röntgenbeelden. Fascinerende foto’s zijn dat trouwens, de perspectiefopbouw is totaal anders. Aderen die op je afkomen geven een heel ander lichtbeeld dan bloedvaten en profile.”  

Dokter Aarsman 

Door de dokters in de zaal en zijn eigen interesse in geneeskunde en wetenschap in het algemeen – hij studeerde een tijdje biochemie – ging Aarsman met name in zijn shows steeds meer aandacht besteden aan medische diagnostiek. Dokter Aarsman, de titel van zijn huidige show zegt in dat opzicht veel. “Niet dat het programma zich alleen in de medische sector afspeelt, maar protocol versus fantasie speelt wel een hoofdrol.”

Aarsman denkt dat de hoeveelheid hedendaagse medische richtlijnen artsen bij hun diagnostiek weleens in de weg kunnen staan. “Protocollen zijn goed en veilig, ook voor de arts zelf, maar gebruik ook je ogen, fantasie en kennis. Je moet je blijven afvragen wat je voor je hebt, openstaan voor andere invalshoeken en bewijzen zoeken. Dat is de kern van mijn theatervoorstelling; alles wat ik daarin doe, is terug te voeren op goed kijken, écht kijken.”

‘Kijken is niet altijd hetzelfde als zien’

Want kijken is volgens Aarsman lang niet altijd hetzelfde als zien. Hij is zelf voortdurend bezig met allerlei projecten rond observeren. Zo was hij twee jaar geleden mede-initiatiefnemer van een serie masterclasses aan het Radboudumc in Nijmegen. Geneeskundestudenten volgden onder leiding van kunstenaars en medische professionals lessen in kunstobservatie. “Kunstenaars hanteren een breed perspectief en die bredere manier van kijken, kunnen artsen ook gebruiken bij het diagnosticeren van patiënten”, licht docent Aarsman toe. 

Naaktmodellen tekenen

Het misschien vreemd overkomende idee om het observeren van kunst en van patiënten bijeen te brengen, is gebaseerd op Amerikaans wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat kunstobservatie inderdaad de diagnostische vaardigheden verbetert. Kunstkijken staat bij Harvard, Stanford en Yale facultatief op het medisch curriculum. 

“We lieten de geneeskundestudenten op verschillende plekken naar kunst
kijken en gaven hen opdrachten”, vertelt Aarsman. “Toen we ze naaktmodellen lieten tekenen, moesten ze eerst even slikken”, lacht hij. “Maar dat hebben jullie toch wel vaker gezien?, vroegen wij. ‘Ja, maar in een heel andere setting’, zeiden ze dan.” 

Oude moorden oplossen

De kunstenaars wilden dat de studenten zich ‘vastbeten’. “Kijken naar wat je voor je hebt en op basis daarvan een aanname, theorie, diagnose vaststellen. Die losjes omarmen en dan weer terug naar beschrijven, naar kijken. Klopt mijn aanname, mijn diagnose? Heb ik iets over het hoofd gezien?”

Kijken én luisteren is ook cruciaal bij De Kijkclub, een andere activiteit van Aarsman. Ook daarbij is regelmatig sprake van een ‘medische link’. “We hebben eens per twee maanden een avond in het Torpedotheater in Amsterdam voor ‘liefhebbers van ontdekken door observeren’. We lossen daar bijvoorbeeld met politierechercheurs oude moorden nog eens op, maar er komen ook pathologen vertellen over wat bloedspatten zoal kunnen onthullen. Was het moord en was er verzet of was het zelfmoord?”

‘Onopvallende details kunnen veel onthullen’

De avonden in De Kijkclub zijn volgens Aarsman meestal snel uitverkocht. “Het theater is niet zo groot”, geeft hij bescheiden als reden. “Maar het is de juiste maat voor een lezing en voor gesprekken met de bezoekers, mensen die net als ik in de eerste plaats nieuwsgierig zijn en bewijs zoeken.” 

Aarsman wil bewijzen en zegt er altijd gelukkig van te worden als hij mijmerend door de stad fietst en er opeens verbanden op hun plaats vallen. “Onopvallende details kunnen veel onthullen. Neem een verfvlek op straat. Viel een pot van een fietsstuur en schoot het deksel eraf? Reed de fietser hard en zijn de verfspatten ver verspreid over het wegdek? Was het druk, reden veel voertuigen door de vlek? Om je diagnose sluitend te krijgen, moet je blijven openstaan en in-, maar ook uitzoomen.” 

De onemanshow Dokter Aarsman is vanaf zaterdag 26 oktober te zien in diverse theaters. Informatie: hansaarsman.nl.

Delen