Grote stappen snel thuis
Leonard Witkamp, bijzonder hoogleraar eHealth aan Amsterdam UMC, predikt de revolutie. De zorg heeft een digitale omwenteling nodig, stelt hij. Daarmee kan het aantal bezoeken aan medisch specialisten worden gehalveerd. Gelet op het feit dat hij ook directeur is van Ksyos, preekt hij wel een beetje voor eigen parochie natuurlijk, maar dat maakt zijn verhaal niet minder interessant. Ksyos is tenslotte wel een van de partijen die aantoont dat de digitale transitie die hij beschrijft haalbare kaart is, in het voordeel van de patiënt kan zijn én tot een substantiële kostenbesparing kan leiden.
Hij stapt echter wel makkelijk over een paar dingen heen. Ten eerste: als de medisch specialist onder digitale supervisie van de huisarts, de paramedicus of de patiënt 50 procent van de fysieke bezoeken aan het ziekenhuis kan voorkomen, heeft dat ingrijpende gevolgen voor het functioneren van die medisch specialist. Die zit dan misschien niet 50 procent van de tijd duimen te draaien. Hij speelt een actieve rol in die digitale transitie tenslotte en hij moet ook nog gewoon de complexe zorg blijven verlenen waarvoor het ziekenhuis onontbeerlijk is. Maar zelfs als we als veilige marge voor dat duimen draaien uitgaan van 25 procent, scheelt dat toch al heel wat in de behoefte aan medisch specialisten en aan opleidingscapaciteit voor nieuwe collega’s.
‘Ik ben het volledig met hem eens dat die digitale transitie nodig is’
Ten tweede: het ziekenhuis krijgt dan veel minder patiënten en zit daarmee met een gebouw als een vijf of zes maten te ruime broek, waarop nog wel gewoon een even knellende hypotheek rust. Niet Witkamps probleem, dat snap ik. En ik ben het volledig met hem eens dat die digitale transitie nodig is. Maar ik snap ook dat ziekenhuisbestuurders en medisch specialisten nog niet staan te springen om eraan mee te werken.
2 reacties
Beste Frank,
Dank voor je inhoudelijke reactie. Eerst een verduidelijking. Je stelt “Ten eerste: als de medisch specialist onder digitale supervisie van de huisarts, de paramedicus of de patiënt 50 procent van de fysieke bezoeken aan het ziekenhuis kan voorkomen, …” Ik bedoel in mijn stuk dat de medisch specialist superviseert. Aan deze supervisie en opleiding zal deze tijd kwijt zijn. En inderdaad veel minder aan het zogenaamde productie draaien. Maar hoe mooi is dat. De medisch specialist krijgt meer tijd voor die patiënten waarvoor hij of zij opgeleid is: ernstig, moeilijk, acuut, multimorbide of sociaal zwakker. En voor zijn of haar hobbies of sub-specialismen. En voor innovatie van het eigen vak en functioneren.
Het ziekenhuis zal inderdaad in 2030 in haar huidige vorm niet meer bestaan. Dat vereist een zorgvuldige afbouw. En moedige beleidsmakers.
Leonard Witkamp.
20 maart 2019 / 12:46De kern van je reactie zit natuurlijk in die laatste twee zinnen Leonard. Er komt nogal wat bij kijken als we willen bewerkstelligen dat het ziekenhuis in 2030 in zijn huidige vorm niet meer zal bestaan. Dat vereist inderdaad, zoals je stelt, een zorgvuldige afbouw en moedige beleidsmakers. Bernhoven is het bekende goed voorbeeld van beide en zo zijn er nog een paar (waarbij “moedige beleidmakers” betrekking heeft op ziekenhuisbestuurders én zorgverzekeraars), maar als het proces in 2030 daadwerkelijk vorm moet hebben gekregen, zijn er veel meer nodig.
Frank van Wijck
20 maart 2019 / 13:00