Half werk

De brief die een arbodienst stuurde naar een kankerpatiënt (die anoniem wenst te blijven) werd gisteren op Twitter nét geen trending topic, maar leidde wel tot een eindeloze stroom aan verontwaardigde reacties. Niet alleen van patiënten en andere geïnteresseerden, maar ook van huisartsen. “Die spelen geen rol in het verzuimproces, dat is onze taak.”

Formeel terecht, stelde huisarts Niels Rossen. De huisarts kan en mag geen uitspraak doen over het inzetbaar zijn van een patiënt voor werk. Maar zijn collega Rob Schonk nuanceerde terecht dat het heel zinvol kan zijn om te adviseren het wat rustiger aan te doen. In veel gevallen heeft de huisarts een jarenlange relatie met de patiënt. Vaak zal hij dan ook een goede inschatting kunnen maken van de vraag of die werk aankan of zichzelf voorbijloopt door te snel weer aan het werk te willen vanwege een schuldgevoel tegenover zijn werkgever.

Arbodienst die belang werkgever vooropstelt, heeft verkeerde taakopvatting

De arbodienst in kwestie weet in ieder geval dat schuldgevoel heel goed aan te spreken, door te wijzen op de financiële gevolgen voor de werkgever bij ziekte van een werknemer. Die verplichting kan inderdaad een molensteen om de nek van de werkgever zijn. Maar de arbodienst die alleen aan het belang van de werkgever denkt en dat van de zieke werknemer daaraan ondergeschikt maakt, heeft toch een wat verkeerde taakopvatting.  Het is bovendien de vraag in hoeverre hij de werkgever echt een dienst bewijst.

Overigens durf ik de stelling aan dat de meeste patiënten die een ernstige ziekte doormaken maar wát graag aan het werk willen blijven of ernaar willen terugkeren zodra hun situatie dat toelaat. In het specifieke geval van kanker kunnen zaken als vermoeidheid, pijn en concentratieverlies hierin echter ernstige beperkingen zijn. Je onbegrensd potentieel ontdekken is er dan even niet bij.

Delen