Hallo tot ziens

Als het om digitale zorg gaat, zien we sinds het uitbreken van de coronacrisis een duidelijk onderscheid in drie groepen zorgprofessionals. De eerste was er al vertrouwd mee en gaat er gewoon mee door. De tweede is er door de situatie gedwongen heel snel vertrouwd mee geraakt en heeft ontdekt dat het toch wel degelijk voordelen heeft. En de derde stelt zich op het standpunt: ‘Logisch dat het in de crisis even moest, maar geen enkele partij heeft het recht om nu af te dwingen dat we hiermee verder gaan. Ik wil weer gewoon patiënten in mijn spreekkamer’.

O ja, en dan is er nog de patiënt natuurlijk. Een gedegen onderzoek naar wat die ervan vindt laat nog even op zich wachten helaas, maar het cijfer acht dat patiënten van Ziekenhuis Tergooi geven aan telemonitoring bij COPD is bemoedigend. Niet zo gek ook, want het betekent dat ze niet steeds voor controles naar het ziekenhuis hoeven en dat snel kan worden ingegrepen als de situatie dit noodzakelijk maakt. Ze kunnen de ziekte aanpassen aan hun leven in plaats van andersom.

Met telemonitoring de ziekte aanpassen aan het leven in plaats van andersom

Kortom, het scheelt heel wat ‘Hallo tot ziens’-consulten. Die term gebruikte kinderarts Patrick van Rheenen (UMC Groningen) bij de introductie van telemonitoring onder tieners met IBD. Consulten waarop eigenlijk niemand zit te wachten dus, die voor zowel de arts als de patiënt geen enkele toegevoegde waarde hebben. Misschien wordt het zo langzamerhand eens tijd om wat vaker ‘Hallo tot ziens’ te zeggen tegen sommige vormen van behandelaanbod. ‘We doen het toch al jaren zo’, is immers geen reden om iets te blijven doen.

Delen