Heeft patiënt recht op bepaald aantal fysiotherapiebehandelingen?

dilemma / Filosoof Lieke van der Scheer en specialist gezondheidsrecht Annemarie Smilde buigen zich over een casus

Een patiënt vraagt zijn fysiotherapeut om behandelingen, omdat hij die nog tegoed heeft van de verzekering. Hoe moet de fysiotherapeut hiermee omgaan?

Aan het einde van het kalenderjaar meldt een patiënt zich bij een fysiotherapeut in loondienst door wie hij eerder dat jaar is behandeld aan lagerugklachten. De patiënt geeft aan dat hij nu geen duidelijke klacht heeft, maar vanuit zijn aanvullende verzekering nog zes behandelingen ‘tegoed’ heeft voor dat kalenderjaar en dat hij nieuwe klachten wil voorkomen.

De fysiotherapeut in kwestie twijfelt of hij tegemoet moet komen aan de wens van de patiënt om de ongebruikte behandelingen ‘op te maken’. Hij legt dit voor aan de praktijkeigenaar, die aangeeft dat de patiënt sowieso ‘recht’ heeft op behandeling en dat hij ‘de klachten ziet als restklachten van de eerdere klacht’. Wat ook meespeelt is dat bij een afwijzende reactie de patiënt waarschijnlijk naar een andere praktijk zal gaan om alsnog behandeld te worden.

Hoe dient de fysiotherapeut in loondienst om te gaan met deze situatie? Moet hij de patiënt zonder eenduidige klachten in behandeling nemen?

Lieke van der Scheer is filosoof/ethicus

“Heeft een patiënt recht op een bepaald aantal behandelingen? Dat hangt er vanaf. Deze patiënt geeft twee redenen voor zijn verzoek. Hij wil extra behandelingen ter preventie van nieuwe klachten. En hij heeft vanuit zijn verzekering nog zes behandelingen tegoed.

De eerste vraag is of behandeling inderdaad nodig is om terugkeer van lagerugpijn te voorkomen. De fysiotherapeut zegt daar niks over. Dat weten we dus niet. Maar het zou goed zijn om in een consult open met de patiënt te bespreken en te onderzoeken of extra behandelingen zinvol zijn. Zo niet, dan zou de fysiotherapeut nog eens de oefeningen met zijn voormalige patiënt kunnen doornemen. En hem nog eens op het hart kunnen drukken dat bewegen de beste manier is om terugkeer van lagerugpijn te voorkomen; dat dit meer effect zal hebben dan extra fysiotherapeutische behandelingen.

Onnodige zorg

Dat brengt ons bij de tweede vraag: moet de fysiotherapeut de wens inwilligen om de ongebruikte behandelingen ‘op te maken’? De praktijkeigenaar denkt dat de patiënt hier sowieso nog recht op heeft. Dat getuigt mijns inziens van een denkfout. Deze patiënt is aanvullend verzekerd voor – laten we zeggen – negen fysiotherapeutische behandelingen. Dat is echter een geclausuleerd recht, wat wil zeggen dat hij recht heeft op die behandelingen als hij ze nodig heeft. Dus als het medisch noodzakelijke zorg is ter behandeling van fysieke klachten met als doel beperkingen te voorkomen, op te heffen, te verminderen en/of de mobiliteit te verbeteren. Zorg die voldoet aan de stand van wetenschap en praktijk. Een aanvullende verzekering geeft geen recht op zorg die niet nodig is, niet op onzinnige zorg.

Verleiding extra omzet

De praktijkhouder heeft er belang bij zijn praktijk financieel gezond te houden. We weten van de moeilijkheden die praktijken hebben om het hoofd boven water te houden, onder andere vanwege de beperkte vergoedingen door zorgverzekeraars. De verleiding is dan groot om op deze manier extra omzet te draaien. Anderzijds, bij te veel behandelingen krijgt de praktijk een te hoog behandelgemiddelde en dat kan weer leiden tot problemen met de zorgverzekeraar.

Mij lijkt dit niet de juiste weg om de te lage vergoedingen en steeds hogere kwaliteitsnormen van verzekeraars op te lossen. Alle betrokkenen – patiënt, zorgverlener en praktijkhouder, verzekeraar, eigenlijk wij allemaal – hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de zorgkosten binnen de perken te houden. En dat betekent goede zorg leveren, als die nodig en nuttig is.”


Annemarie Smilde is senior consultant gezondheidsrecht bij rechtvoordezorg.nl

“Een zorgverlener moet bepalen of en zo ja welke zorg geïndiceerd is. Daarbij moet hij de voor zijn beroepsgroep geldende vakinhoudelijke normen – ook wel ‘professionele standaard’ genoemd – in acht nemen. De zorgverlener mag alleen van deze professionele standaard afwijken als dit nodig is om goede zorg te verlenen. Een verzoek van een patiënt om te behandelen, rechtvaardigt deze afwijking niet. Daarbij maakt het niet uit of de patiënt op grond van zijn aanvullende zorgverzekering (eventueel) aanspraak kan maken op een vergoeding van de behandeling.

Professionele autonomie

Een zorgverlener in loondienst is persoonlijk (dus ook tuchtrechtelijk) verantwoordelijk voor de zorgverlening en – in dat kader – voor de naleving van beroepsnormen. Een werkgever moet deze zogeheten professionele autonomie van de werknemer respecteren. Hij mag de werknemer geen opdracht geven tot handelen in strijd met de professionele standaard, zoals het verrichten van een behandeling zonder behandelindicatie. Doet de werkgever dat toch, dan mag (of eigenlijk moet) de werknemer weigeren aan de opdracht te voldoen.

In deze casus zal de fysiotherapeut na anamnese en onderzoek volgens de geldende KNGF-richtlijn moeten bepalen of er een behandelindicatie is. Ontbreekt deze, dan moet hij het behandelverzoek van de patiënt afwijzen.

Uitleg handelswijze

Het verdient aanbeveling voor de fysiotherapeut om, voordat hij de patiënt ziet, zijn werkgever uitleg te geven over zijn visie en voorgenomen handelwijze. Hierbij kan hij zich beroepen op zijn persoonlijke verantwoor­delijkheid als fysiotherapeut. Vervolgens heeft de werkgever de mogelijkheid zelf de patiënt te behandelen of dit aan een andere werknemer over te laten. Besluit de fysiotherapeut de patiënt toch te behandelen zonder een behandel­indicatie, dan is dat niet zonder risico. Zo kan de patiënt een klacht tegen de fysiotherapeut indienen als hij na de behandeling meer last van zijn rug heeft gekregen. De fysiotherapeut zal zich dan persoonlijk moeten verantwoorden voor zijn beslissing om de patiënt te behandelen. Daarbij kan hij zich niet verschuilen achter een behandelverzoek van de patiënt of de opdracht van zijn werkgever.

Staartje

Ook kan het behandelen zonder indicatie voor de werkgever als praktijkhouder nog een staartje krijgen, als de zorgverzekeraar ter controle van de rechtmatigheid en doelmatigheid van de gedeclareerde zorg informatie bij hem c.q. de patiënt opvraagt.”

Wilt u een dilemma aan dit panel voorleggen? Stuur dan een mail naar redactie@artsenauto.nl o.v.v. ‘Dilemma’. Wij nemen contact met u op.

Delen