Heet SBGGZ straks kwaliteitsinstituut GGZ?
Eerder plaatste ik hier een open brief aan de koepelorganisaties met de vraag hoe zij dachten over de toekomst van het benchmarken met ROM-data. ROM-data zijn door GGZ-patiënt en behandelaar ingevulde vragenlijsten.
Morgen is hier een kort geding over van de groep Stop Benchmark met ROM tegen de Stichting Benchmark GGZ (SBG) met betrekking tot de vraag of de data geen persoonsgegevens zijn. Toevallig (?) komen de koepelorganisatie nu met een reactie. Nou, een reactie kan ik het niet helemaal noemen, want wij hebben zelf geen bericht gehad, maar het stond op internet:
‘Voor een adequate en effectieve inzet van ROM is besloten tot de inrichting van een kwaliteitsinstituut van en voor de geestelijke gezondheidszorg.
Zorgverleners, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars realiseren zich dat draagvlak onder professionals en patiënten een noodzakelijke voorwaarde is en leggen de regie voor de doorontwikkeling van ROM waar die thuishoort: bij professionals en patiënten.’
De regie bij professional en patiënt. Dat is mooi, heel mooi. Maar ik ben een achterdochtige zuurpruim. Er zijn een paar dingetjes die ik niet begrijp.
Aan het einde van het bericht staat dat eind augustus meer duidelijkheid wordt verwacht over de aanlevering van ROM-gegevens. Aanlevering aan wie? Aan de SBG? Maar ho eens even. De regie lag toch bij de professional en de patiënt? De meeste patiënten weten niet eens dat er ROM-gegevens aangeleverd worden, dus dat moet je ze eerst nog uitleggen voordat ze regie kunnen voeren. En misschien willen ze dan wel helemaal niet dat er nog gegevens naar de SBG gaan.
Ook bijzonder is om mensen de regie te geven, maar erbij te zeggen welke kant het uit moet. Doorontwikkeling van de ROM tot een instrument, dat bijdraagt aan transparantie voor patiënten en verzekeraars over de kwaliteit van het professionele handelen. Weet u wat het doel is van de SBG? Transparantie bieden over de behandelresultaten. Zo van haar website geplukt. Zoek de verschillen.
Maar daar zagen die bijna 7.000 ondertekenaars van de petitie Stop Benchmark met ROM nu net niks in. Niet omdat ze tegen transparantie zijn, maar omdat ze benchmarken met ROM-data wetenschappelijke lariekoek vinden en niet vinden bijdragen aan de transparantie. Je kunt niet zeggen: ‘Jullie hebben de regie, maar je moet daar uitkomen.’ Zo werkt dat niet.
Het benchmarken heeft inmiddels vele miljoenen euro’s gekost en er is nog niet één patiënt ook maar iets wijzer van geworden. Nul, nada, noppes. Het nieuwe kwaliteitsinstituut lijkt verdacht veel op de SBG in een nieuw jasje. Niet meer van de zorgverzekeraar, maar van de GGZ, het bevorderen van klinische ROM ook bij het takenpakket, het woord benchmark vervangen door bijdragen aan transparantie en mooie woorden over privacy en regie bij de professional en de patiënt.
Misschien heb ik te weinig vertrouwen. Dat heb ik dan van mijn moeder. ‘Ze dronken een glas en ze deden een plas en ze lieten alles zoals het was’, zei ze altijd over allerlei besturen waar mijn vader in zat. U durft toch niet te beweren dat mijn moeder het mis had?
Maar laten we het van de zonnige kant bekijken. De regie komt bij de patiënt. Je kunt daarvan nooit ofte nimmer spreken zonder de patiënt te informeren en om toestemming te vragen. Dat is zonder meer een grote winst.
P.S. Het akkoord over de doorontwikkeling van Routine Outcome Monitoring is gesloten door GGZ Nederland, LVVP, NVvP, NIP, MIND, P3NL, V&VN, Meer GGz, Zorgverzekeraars Nederland.
4 reacties
Het is denk ik geen kwaaie opzet maar MIND en andere patientenorganisaties werken allemaal op basis van projekten. Ieder projekt is gesubsideerd op basis van een schriftelijk geformuleerde opdracht. Vaak is er dan betrokkenheid van ervaringsdeskundigen maar door het projectmatige karakter komt dit in de praktijk neer op zoals Menno hierboven ook schrijft: ‘Jullie hebben de regie, maar je moet daar uitkomen.’
Als er al constructieve opmerkingen komen die net even buiten de randvoorwaarden en het plan van “de opdracht” vallen dan verdwijnen die al snel uit de verslagen en conclusies (want dat is nu even niet aan de orde). Als je als ervaringsdeskundige zelf al niet ge-demotiveerd raakt en je blijft kritisch dan neemt de kans om voor een volgend project te worden gevraagd af.
Ik zie een groot legitimiteitsprobleem voor MIND…..
victor beffers
13 juli 2017 / 09:19Nog steeds is mij niet duidelijk hoe ROM nou eigenlijk kan bijdragen bij een behandeling in de GBGGZ. De te besteden tijd is immers al beperkt en als die dan ook nog opgaat aan ROM wordt de totale behandeltijd dus langer (dus langere wachtlijst). Natuurlijk probeer je wel dat de cliënt de ROM thuis doet, vóór de behandeling start (en dat lukt in veel gevallen), ná behandeling moet je maar zien dat je reactie krijgt op je verzoek de ROM nogmaals te doen. Zodat dit toch maar de laatste sessie wordt gedaan, tijd die aan een cliënt op de wachtlijst had kunnen worden besteed.
Voortgang van de behandeling toetsen? Hoezo? Die behandeling is toch immers dan al afgelopen?
Naast steeds meer rare eisen (waarbij de NZA nu zelfs al bepaalt welke zinnen je op je website moet zetten) krijgen steeds meer behandelaars zin om er mee te stoppen. Zet dat bij het feit dat er al een grote uitstroom is van GZ psychologen en de instroom te weinig is, kan Schippers met de NZA wel weer een wachtlijstakkoord hebben gesloten: ben benieuwd hoe dat dan weer (niet) uitpakt. Zal vast weer extra werk opleveren voor de behandelaar, meer registratie, nieuw softwarepakket of zo. En de spiraal zakt verder…
Chris
14 juli 2017 / 11:05Op 20 april had de ‘stopbenchmarkmetrom’-actiegroep een informatiebijeenkomst voor cliëntenraden bij het LOC. Hier was Stichting Benchmark GGZ (SBG) voor uitgenodigd en aanwezig waren: Maarten Erenstein, directeur; Bert Jan Bos, kwaliteitsfunctionaris en Jacqueline Verwij, trainer.
De aanwezige cliëntenraden waren zeer verbolgen over het feit dat zij niet op de hoogte waren dat er gebenchmarkt werd met ROM-gegevens van patiënten. Bovendien was geen enkele cliëntenraad hierover om verzwaard advies gevraagd door hun zorgbesturen terwijl zij daar toch echt recht op hebben. Dat staat gewoon in de Wet medezeggenschap cliëntenraden zorginstellingen.
Vreemd is het dat mevrouw Verwij tijdens deze informatiebijeenkomst voor cliëntenraden helemaal niets heeft verteld over een rapport dat zij samen met de LPGGz heeft geschreven: ‘Samen kijken naar uitkomsten, een aanpak om te leren van vergelijken voor cliëntenraden’ terwijl dit rapport toch echt al bijna twee jaar oud is.
In dit rapport, van 31 juli 2015, lees ik onder meer dat de gegevens uit de Benchmark Rapportage Module (BRaM) beschikbaar gesteld zullen worden aan patiënten en patiëntenorganisaties. SBG geeft hierin o.a. aan, samen met LPGGz, regionaal en lokaal cliëntenraden te gaan begeleiden om samen met hun directie te kijken naar de uitkomsten van de instelling in BRaM en zijn er vijf bijeenkomsten voor de cliëntenraden, te weten:
-intake met de projectleider en voorzitter cliëntenraad (CR)
-plenaire sessie: CR, projectleider en SBG
-verdiepingsbijeenkomst: afvaardiging CR, projectleider SBG
voorbereiding gesprek met directie met afvaardiging: CR, projectleider en SBG
-samen naar de uitkomsten kijken: afvaardiging CR, projectleider directie en SBG
-evaluatie: CR, projectleider en SBG
Werd misschien tijdens de bijeenkomst van 20 april voor SBG pijnlijk duidelijk dat ook zij voorbij zijn gegaan aan het adviesrecht van de cliëntenraden? Maar ja, wet en regelgeving is nu eenmaal geen sterke kant van SBG.
Typisch een rapport dat gemaakt is voor de bühne. Het gaat ook helemaal niet om patiënten, nee het gaat voornamelijk om patiëntendata, want daar is geld mee te verdienen en dus een boterham. De patiënt staat dan ook helemaal niet centraal, maar de boterhammen voor SBG, want:
tijdens het kort geding, aangespannen door de ‘stopbenchmarkmetrom’-actiegroep tegen SBG, dat 13 juli diende bij de rechtbank in Utrecht, pleitte de advocaat van SBG om vooral niet te stoppen met aanleveren en verwerken van ROM-data omdat anders 14 medewerkers van SBG hun baan kwijt zouden raken. Ook stelde dezelfde advocaat dat het niet ethisch en solidair was wanneer patiënten niet mee zouden werken aan kwaliteitsmetingen, waarmee de advocaat even vergat dat hier in het kort geding tocht echt de patiënt centraal stond en niet de mogelijk op de tocht staande banen van SBG.
Het blijkt maar weer: de patiënt staat niet centraal bij SBG, enkel hun baanzekerheid, maar dan wel over de rug van onwetende patiënten.
SBG probeert vooral de regie te houden. ‘De regie van de patiënt’ is net zo’n loze kreet voor de bühne, als dat zotte rapport van SBG.
j. berkelaar
14 juli 2017 / 14:04De patient wordt in de GGZ niet behandeld als in de AGZ. Er wordt in de GGZ ‘over de hoofden van patienten heen’ besloten. Ik zou wel eens willen zien wat er zou gebeuren als dit met gegevens van oncologiepatienten om maar eens een groep te noemen, zou gebeuren. Het stigma rondom GGZ is nog springlevend. Omzetplafonds opheffen zou ik mijn praktijk, net als bij veel collega’s, direct lucht geven en wachtlijsten inkorten. Verzekeraars houden de knip dicht, de GGZ besteeds miljoenen die begroot zijn niet, en de wachtlijsten zijn lang. Als je dan zo’n bureaucratisch traject leest dat de wachtlijsten moet aanpakken wordt je bijna moedeloos, ware het niet dat ik een optimistisch mens ben en wil blijven.
Alberts
14 juli 2017 / 21:07