Helpende hand

ING stelt in haar rapport My home is my hospital iets wat we eigenlijk allemaal al heel lang weten: de druk op overbelaste ziekenhuizen kan afnemen door zorg op afstand, en dat is juist in deze tijd erg van belang. Toch komt die zorg op afstand maar moeizaam op gang, omdat de organisatie en bekostiging van zorgorganisaties versnipperd is, en omdat de bekostiging niet gebaseerd is op zorguitkomsten.

Niets nieuws onder de zon. Ook de vaststelling dat bij het ontwikkelen van nieuwe zorgtrajecten de kost voor de baat uitgaat, is een open deur. Maar vreemd genoeg maakt sectorbanker industrie van ING Gert Jan Braam op dit punt in de berichtgeving ineens de afslag naar producenten van medische apparatuur en systemen, die in een vroeger stadium van ontwikkeling van mobiele toepassingen beter zouden moeten samenwerken met ziekenhuizen en zorgverzekeraars. Op zich waar natuurlijk, maar het wekt een beetje de indruk dat de ontwikkeling van zorg op afstand juist hierop blijft hangen. Twee bekende voorbeelden ter illustratie dat dit toch echt niet zo hoeft te zijn: intraveneuze chemotherapie thuis en monitoring op afstand, bijvoorbeeld MijnIBDcoach.

Mogelijkheden en middelen voor zorg op afstand zijn er wel, maar versnippering en bekostiging vormen een belemmering

De mogelijkheden en middelen zijn er echt wel, daaraan ligt het niet zozeer. De versnippering in organisatie en bekostiging is veel meer het probleem. Maar dat wisten we dus al. Daarnaast zijn handjes een probleem natuurlijk, daarvan zijn er echt te weinig in de zorg. Al lukt het soms met goed overleg en steun van een wethouder toch ook wel weer om daarvoor een creatieve oplossing voor te vinden. Een oplossing waarmee de deelnemende ziekenhuizen ook zelf goed geholpen zijn. Een mooi voorbeeld voor andere ziekenhuizen dus.

Delen