Het Integraal Zorgakkoord: Ja, mits; Nee, tenzij

Na een zeer moeizame laatste besluitvorming bij diverse partijen is er vrijdag 16 september dan toch een Integraal Zorgakkoord tot stand gekomen. Op zich is dat een compliment waard, want het was een enorme inspanning dit te bereiken.  

Het is jammer dat de Landelijke Huisartsen Vereniging (nog) niet mee kan doen. De toekomst zal uitwijzen wat daarvan het effect is, maar het is nu al een serieus teken aan de wand.

Eigenlijk was iedereen overtuigd van de noodzaak en overwegend positief over de hoofdlijnen van dit zorgakkoord, maar niemand echt enthousiast. Voor de een blijven er grote zorgen, voor de ander sterke twijfels over uitvoering. Centraal staat daarbij gebrek aan vertrouwen. Dit betreft vooral de rol van de zorgverzekeraars, die na vorige akkoorden in het veld aangaven ‘akkoord is nog geen contract’ en zorgaanbieders jaar in jaar uit tot wanhoop brachten in het ritueel van de verplichting tot concurrentie in plaats van noodzaak tot samenwerking.

In een recent onderzoek onder VvAA-leden, uitgevoerd door de Stichting Beroepseer, bleek dat tweederde van de zorgprofessionals weinig tot zeer weinig vertrouwen voelt bij de zorgverzekeraars.

Misschien hebben de huisartsen, die vinden dat een akkoord alleen zin heeft als het ook een contract is, gelijk.

Grote instellingen hebben meer positie, zowel door hun volume als door de vriendschappelijke en collegiale contacten met VWS en de bestuurders van de zorgverzekeraars. Zij konden dan ook snel tekenen.

Gebrek aan vertrouwen in zorgverzekeraars hangt als schaduw over het akkoord

Kleine praktijkhouders en hun beroepsorganisaties hebben vaak het gevoel buitenspel gezet te worden en zoeken hun heil dan ook steeds meer in verkoop van hun praktijk aan een grote keten. Dat is wellicht geen goed teken.

Belangrijke onderwerpen uit het IZA voor de leden van VvAA zijn uiteraard afspraken die gaan over de arbeidsmarkt en het ontzorgen van zorgprofessionals. Meer ruimte voor werkplezier, meer tijd voor patiënten door minder regels en administratie. In de vorige blog waren wij positief over deze voornemens en dat blijft zo. Uiteraard met een ja/mits, want ook hier geldt eerst zien en dan geloven, net als bij veel andere onderwerpen die nog niet voldoende uitgewerkt zijn.   

Sinds 2015 meten wij periodiek de bezieling waarmee zorgprofessionals hun vak uitoefenen. Deze staat enorm onder druk.  Dat blijkt ook uit de resultaten van ons meest recente Bezielingsonderzoek (zomer 2022). Ten opzichte van voorgaande jaren is het percentage burn-out klachten verdubbeld naar rond 25 procent en het percentage bevlogenheid gehalveerd naar rond 10 procent. We zien dat huisartsen de meeste burn-out klachten kennen. Binnenkort berichten wij nader over de verdere uitkomsten, die goede aanknopingspunten bieden om deze zorgelijke ontwikkeling adequaat te adresseren. VvAA zal zich daar sterk voor maken.  

De beperking in de uitwerking van artikel 13 betreffende de vrije zorgkeuze is aangepast ten opzichte van een eerdere versie.  Alleen de zogenaamde offerteverplichting is overgebleven, naast nadere afspraken over lagere vergoeding van niet gecontracteerde zorg. Dit laatste is nu expliciet gekoppeld aan het hinderpaalcriterium (dwz de vergoeding mag niet zo laag zijn dat een patiënt die zorg eigenlijk niet kan afnemen). Huisartsen zijn vrijgesteld van deze beperking.

Het gaat wat te ver om te stellen dat er dus eigenlijk niks verandert aan de vrije zorgkeuze, want zorgverzekeraars zullen zeker strenger de grenzen opzoeken. Maar het is ook niet zo dat de vrije zorgkeuze afgeschaft wordt. Artikel 13 blijft intact. Voor de zomer 2023 wordt een en ander verder uitgewerkt. Wij zullen dit nauwkeurig volgen en leden waar nodig (juridisch) blijven bijstaan. Prinsjesdag 2022 kent nu een Integraal Zorg Akkoord met de nodige mitsen en maren.  Gezien de enorme opgaven waar de samenleving verder voor staat moeten we er positief mee aan de slag, maar wel in het besef dat het spannend is en blijft of we voldoende mensen weten te binden om in evenwicht te blijven.  De huisartsen verdienen daarbij bijzondere aandacht en met zorgverzekeraars zal vertrouwen opnieuw opgebouwd moeten worden. Akkoord is akkoord.

Delen