‘Het is nú tijd voor actie’

Het Roer Moet Om heeft zich van actiecomité van huisartsen ontwikkeld tot een brede en krachtige beweging van zorgprofessionals. Doel: het schrappen van onnodige regels. De denktank van HRMO en VvAA presenteert eind dit jaar de eerste resultaten. 

Tekst: Dolf Weverink | Beeld: Tamar Smit

 

Wat is een goed moment om de administratieve lastendruk in de zorg aan te pakken? Wie het speelveld van dit moment bekijkt, kan maar één conclusie trekken. Het beste moment om de administratieve lasten in de zorg aan te pakken is: nu. De nood is hoog, alle seinen staan op groen. De minister zegt: “Ga aan de slag, gooi alles uit het raam en begin opnieuw.” De politiek schaart zich achter de initiatieven. Zorgprofessionals hebben schoon genoeg van de uren die zij besteden aan vinkjes zetten, schermen invullen en van protocollen en audits. Uren die hen afleiden van waar het allemaal om gaat: de patiënt de beste zorg bieden.

En de zorgverzekeraars? Die presenteerden ruim een jaar geleden de eerste resultaten van het traject ‘Vermindering administratieve lasten in de eerstelijnszorg’. Petra van Holst, algemeen directeur van Zorgverzekeraars Neder- land, schetste een betere toekomst: “Door minder administratieve lasten kan een zorgverlener meer tijd aan de patiënt besteden én prettiger werken.”

VvAA-leden die reageerden op de oproep in Arts en Auto ervaringen te delen, schetsen in hun mails een werkelijkheid die aanmerkelijk weerbarstiger is dan de intenties van de zorgverzekeraars, die op minderlastenmeerzorg.nl de vorderingen in kaart brengen.

‘Vertrouwen is het sleutelwoord bij het terugdringen van onnodige administratieve lasten in de eerste lijn. Meer vertrouwen maakt dat we met minder regels toekunnen’, klinkt het hoopvol uit de mond van de zorgverzekeraars. Ook de politiek laat soortgelijke geluiden horen.

Ingrijpen

Het Amsterdamse Theater Carré was in januari van dit jaar het podium voor het Nationaal Debat Politieke Keuzes in de Zorg. Een initiatief van Het Roer Moet Om (HRMO), het Platform Nieuwe Zorg en VvAA. Een van de initiatiefnemers van HRMO is huisarts Peter de Groof. Hij vat de aanleiding en de noodzaak van de actie kernachtig samen: “In de zorg werken uitstekend opgeleide professionals. Slimme, betrokken mensen. Als ze werk moeten doen dat niet zinnig is en niet bijdraagt aan kwaliteit voor de patiënt, dan moet je ingrijpen: schrappen wat niet bijdraagt aan betere zorg en op een simpele manier verbeteringen aanbrengen. Het is de hoogste tijd om met alle betrokken partijen vast te stellen welke regels en procedures overbodig zijn en welke echt nodig zijn voor een goede gezondheidszorg.”

Schrappen wat niet bijdraagt aan betere zorg en op een simpele manier verbeteringen aanbrengen

De Groof en collega-huisartsen Toosje Valkenburg en Bart Neijman pleitten eerder met succes voor minder bureaucratie en een betere onderhandelingspositie tegenover zorgverzekeraars. Hun Manifest van de Bezorgde Huisarts werd in 2015 door 7.800 van de 11.000 huisartsen ondertekend en resulteerde in de mogelijkheid voor huisartsen om regionaal afspraken te maken met zorgverzekeraars. De marktwerking voor huisartsen afschaffen, zoals HRMO en de huisartsenvereniging LHV eisten, was voor minister Schippers in 2015 een brug te ver. Voor het terugdringen van onnodige administratieve druk was de minister wel te vinden, een standpunt dat ze nog steeds huldigt en dat niets aan relevantie heeft ingeboet.

Terug naar Theater Carré. De line-up voor het debat was indrukwekkend: fractieleiders en zorgspecialisten van CDA, ChristenUnie, D66, GroenLinks, 50Plus, PvdA, SGP, SP en VVD hadden zich gemeld aan de Amstel. SGP-voorman Kees van der Staaij stelde een Schrapwet voor, maar nieuwe wetgeving ontwikkelen, kost tijd. Versnelling is wenselijk. De zorgbrede Denktank (Ont)regel de zorg, ingesteld door HRMO en VvAA, helpt daarbij en gaat de (overbodige) regels inventariseren en met concrete voorstellen komen.

Hoe groot is de administratieve lastendruk eigenlijk? Vaststaat dat de aantallen regels, protocollen en administratieve handelingen in de afgelopen jaren een indrukwekkende groei hebben beleefd. Zorgverleners zijn tot 30 procent meer tijd kwijt aan administratie, melden ze. Dat werkt demotiverend en beperkt de tijd die beschikbaar is voor waar het echt om draait: zorg voor de patiënt. Het is de optelsom van politieke keuzes, wetgeving, regels van zorgverzekeraars, protocollen en normen van eigen beroepsverenigingen en van toezichthouders die hebben geleid tot een disbalans. De Denktank (Ont)regel de zorg onderzoekt hoe groot die druk feitelijk is.

De negen denktankers zijn inmiddels gestart met hun opgave. Die luidt: een antwoord vinden op de vragen ‘hoeveel tijd zijn zorgverleners precies kwijt aan administratie’, ‘welke impact heeft dat op de tijd en op de werkmotivatie van zorgverleners’ en ‘welke mogelijkheden zijn er om de administratiedruk te verminderen’. De jonge (pas afgestudeerde) denkers en doeners zijn geselecteerd uit de talenten die reageerden op de advertentie ‘Gezocht [Ont]regelaars’. Over vier maanden presenteren de leden van de denktank hun resultaten. Dan is het aan de zorgprofessionals, toezichthouders, zorgverzekeraars en politici om de resultaten en aanbevelingen van de denktank zodanig te vertalen naar de zorgpraktijk dat de aandacht voor de patiënt en de professionaliteit van de zorgverleners het weer winnen van regels, protocollen en administratie.

Horendol

Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Dat vraag je je af na lezing van alle reacties van VvAA-leden. Zorgprofessionals worden horendol van de eindeloze aantallen schermen, vinkjes, protocollen, doorverwijzingen, formulieren en andere administratieve lasten. Bezielde zorgprofessionals brengen hun lunchpauzes, avonden en andere vrije tijd door achter hun computer om te voldoen aan de eisen die het zorgsysteem stelt. Eisen die vaak als volkomen onnodig worden ervaren en die de professionaliteit en motivatie aantasten. Sommige zorgprofessionals gooien de handdoek in de ring, anderen zeggen hun contracten met zorgverzekeraars op, weer anderen vinken door, hopend op betere tijden, blij met het initiatief van HRMO.

Zorgprofessionals worden horendol van de eindeloze aantallen schermen, vinkjes, protocollen, doorverwijzingen, formulieren en andere administratieve lasten

Hoe ingrijpend en ook gelaagd de administratieve lastendruk is, illustreert oud-fysiotherapeut en praktijkadviseur Irma Woudenberg met het voorbeeld van de Pluspraktijk fysiotherapie. Een predicaat dat een praktijk verwerft wanneer de werkzame fysiotherapeuten zich specialiseren, tevredenheidsonderzoek doen en een standaardprocedure hanteren voor het vastleggen en in kaart brengen van klachten en het aantal behandelingen. Daarnaast zijn er nog eisen met betrekking tot wachttijden en bereikbaarheid. Een aantrekkelijk perspectief, zeker in het licht van de wens van Achmea om 80 procent van de fysiotherapiezorg met 20 procent van de praktijken uit te voeren. Maar wel een keuze die vraagt om een stevige investering van tijd en geld in opleiding en die resulteert in minder behandeltijd voor de patiënt door de grote hoeveelheid gegevens die de fysiotherapeut moet invoeren. Bovendien groeit de vergoeding niet mee.

Administratiemaffia

Ook in ziekenhuizen kijken dokters noodgedwongen meer naar hun schermen dan naar hun patiënten. Omwille van de patiëntveiligheid zijn nu 15 kliks in het EVS (elektronisch voorschrijfsysteem) nodig voordat er een recept is. Wanneer daar de administratie voor de DBC’s en andere systemen (een lid noemt Surpass, WGBO, complicatieregistratie) bij opgeteld wordt, blijft er alweer minder tijd over voor de patiënt. ‘Administratie- maffia’, verzucht een arts.

Tandartsen krijgen te maken met de verplichting om ook hun techniekkosten te publiceren. Dat kan voor een frameprothese oplopen tot een lijst met 80 verschillende bedragen en ruim 300 verschillende tarieven, afhankelijk van welk laboratorium ingeschakeld wordt.

En dan de huisartsen. Als regisseur van de eerstelijnszorg zien zij steeds meer werk op zich afkomen, dat slechts indirect met zorg voor hun patiënten te maken heeft. Een paar voorbeelden, ontleend aan reacties van leden. Medicatiewijzigingen voor bewoners van verzorgingshuizen moeten ook aangepast worden op de TDL, de dagelijkse-toedieningenlijst die door de apotheek wordt beheerd. ‘De huisarts geeft een verandering door bij bezoek aan de patiënt… verzorging geeft door aan apotheek… apotheek moet toestemming van huisarts hebben… lijst veranderen en die weer terugsturen naar verzorgingshuis.’ Een complexe cyclus die ontstaat doordat de Inspectie overal de handtekening van de huisarts wil zien. Andere voorbeelden van wat de artsen als ‘overlast’ omschrijven: thuiszorgorganisaties die ieder op hun eigen manier verzoeken voorleggen voor ‘voorbehouden en risicovolle behandelingen’. De ene partij heeft alleen een handtekening nodig, de andere vraagt de huisarts om het complete formulier in te vullen en te ondertekenen. In de ggz signaleren de huisartsen een ‘tekort aan zorg’ of zelfs ‘afbraak’. Doorverwijzingen moeten opnieuw doordat de zorg niet passend of beschikbaar blijkt te zijn of komen terug omdat er niet alleen een persoonlijke AGB-code vermeld moet worden maar ook die van de praktijk. Ggz-professionals zien een tsunami aan informatie-uitvragen op zich afkomen sinds de invoering van de Jeugdwet.

 

Over een paar maanden ligt de feitelijke onderbouwing van de zorgbrede klacht dat de administratieve lasten ten koste gaan van de tijd voor de patiënt en de motivatie van zorgprofessionals op tafel. Een basis om mee aan de slag te gaan en de zorg duurzaam te (ont)regelen.

Delen