Het is te veel – deel 2

In mijn vorige blog noem ik een paar oplossingen die aangedragen worden voor de problemen in de zorg: digitalisering, technologie en de hoge verwachtingen van meer samenwerken in de regio. Weet u hoeveel samenwerkingspartners ik al heb? En ondanks de tijdsinvestering die hiermee gepaard gaat, overleggen we ons een slag in de rondte.

En wist u dat zorgverzekeraars vroeger regionaal georganiseerd waren maar dat het ineens allemaal met meer partners moest? En dat hebben we geweten. De markt brak open en vele verschillende verzekeraars kwamen en komen op de markt en mogen dan ook ineens weer bij elkaar kruipen onder een grote noemer. Als reden voor samenwerken in de regio lees ik ook dat we meer zouden kunnen bereiken bij verzekeraars. Zolang de zeggenschap van veel zaken echter bij de zorgverzekeraars ligt, heb ik hier een hard hoofd in. Ik weet dat groepen zorgverleners samen de inkoopgesprekken ingaan. Vaak komen dan echter later extra extra regels en strengere restricties over de behandelindex.

Wanneer het ministerie van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit zich nu eens zouden inspannen om het samenwerken bij zorgverzekeraars op bepaalde gebieden te stroomlijnen, dan zou dat al een hele vooruitgang zijn. Van de een moeten we dit, van de andere moeten we dat. De prestaties die elk jaar worden vastgesteld door de NZa, worden met willekeur ingekocht. Partij A vergoedt wel een lange zitting, partij B niet; C wil wel directe toegang, D niet, en ga zo maar door. Tijdens corona ging dit goed, maar nu wil de ene wel dat je een aparte code vermeldt voor digitale zorg, terwijl de NZa dit juist vrijgegeven heeft onder de algemene code. Zoek het maar uit!

Dat NZa en VWS al jaren roepen om minder polisbrij lijkt aan dovemans oren gericht. Er blijken er nu zelfs meer te zijn, met vele beperkende voorwaarden. En de verzekeraars komen er mee weg. Ook durft Zorgverzekeraars Nederland een brief te schrijven aan VWS waarin ze aangeeft dat werken in loondienst moet lonen. Zorg nou eens dat contracteren loont!

‘Zorg nou eens dat contracteren loont!’

Passende zorg wordt de leidraad voor de toekomst. Maar als ik dan lees dat de vrije keuze voor een zorgverlener in het geding komt wanneer die niet gecontracteerd is, blijkt passende zorg te betekenen; de zorg die de verzekeraar bepaalt. De keuze om niet te tekenen bij onvoldoende bekostiging wordt hierdoor zeer bemoeilijkt. En de patiënt wordt weer belast met informatie die vaak pas laat voorhanden is.

Zoals ik in mijn vorige blog aanhaalde, zijn er vele beleidsprogramma’s geweest. Die hebben de administratie en kosten bij de zorgverzekeraars weggehaald en bij zorgaanbieders neergelegd. We moeten van alles aantonen en becijferen. Het goed onderzoeken van fraude daarentegen lijkt bij vele zorgverzekeraars niet in goede handen. Daar gaat veel geld verloren.

De wirwar aan (zorginkoop)regels is gemakkelijk op te lossen. De prestaties zijn er niet voor niets. Stop met de willekeur aan regels en aan polissen. Ook de Consumentenbond vraagt hier al jaren om. Bij de beschrijving van passende zorg op de website van de NZa staat: ‘De zorg rondom de patiënt staat centraal en is gericht op uitkomsten van zorg en komt samen met de patiënt tot stand. Zorgprofessional en patiënt beslissen samen over de best passende behandeling.’ Het woord ‘zorgverzekeraar’ komt in dit stuk niet voor. Daarbuiten lijkt die de dienst uit te maken. En bij de prestatie lange zitting staat: ‘Het is aan het oordeel van de zorgaanbieder of de declaratie op zorginhoudelijke gronden nodig is.’ Ook daar beslist echter de zorgverzekeraar.

Zoals ik mijn vorige blog eindigde vraag ik nu ook om hier eindelijk eens tegen op te treden. De mogelijkheid is er.

Delen