Het niet-medische gesprek

Motiedag in de Tweede Kamer eerder deze week, tijdens het Kamerdebat over de VWS-begroting. Dat de motie van D66 en VVD om succesvolle voorbeelden van eHealth te verzamelen en verspreiden werd aangenomen, lag voor de hand. Dat de motie van GroenLinks en 50Plus voor een plan van aanpak om meer medisch specialisten in loondienst te krijgen werd weggestemd eveneens. De vergeefse inspanningen van Edith Schippers om dit te bereiken liggen nog te vers in het geheugen.

Interessant is de aangenomen motie van D66 en ChristenUnie om geestelijk verzorgers een meer structurele plek in de eerste lijn te geven, om de huisarts te ontlasten door patiënten met levensvragen te helpen. Een reactie op het Medisch Contact-nieuwsbericht hierover, van huisarts Bart Bruijn, was cynisch. Hij heeft gelijk als hij stelt dat méér ontlasting van de taak van de huisarts nodig is, maar dit neemt niet weg dat het idee achter deze aangenomen motie hout snijdt. We zien dat ziekten die in het verleden dodelijk waren steeds vaker chronisch aan het worden zijn. Ook zien we door de vergrijzing en de problematiek van eenzaamheid onder ouderen een toename van het aantal mensen dat aan het einde van het leven met fundamentele levensvragen zit.

Een goed gesprek met iemand die de tijd heeft kan heel verhelderend zijn

Natuurlijk kan de huisarts voor zulke mensen een rol spelen, hij kent in veel gevallen deze mensen immers al jarenlang. Maar aan de andere kant: deze mensen hebben geen medische vragen, maar vragen over kwaliteit van leven, over een zinvolle daginvulling, soms over de problemen die ze ervaren bij terugkeer naar werk. Vragen waarvoor geen snelle antwoorden bestaan en waarvoor ook een dubbelconsult bij de huisarts beperkt kan zijn. Een goed gesprek met iemand die de tijd heeft en niet het medische aspect in zijn achterhoofd heeft, kan dan heel verhelderend zijn.

Delen