Het verkeerde debat

André Rouvoet, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, heeft gelijk: de politieke partijen voeren het verkeerde debat over de zorg. In plaats van te spreken over de verdeling van de zorgkosten, over solidariteit en het eigen risico, of over de wenselijkheid of onwenselijkheid van het optuigen van een nieuw zorgstelsel, zou het gesprek moeten gaan over de vraag hoe we de zorg nu en in de toekomst betaalbaar houden.

Het RIVM waarschuwde al eerder dat het aantal mensen met een chronische ziekte in 2030 op zeven miljoen zal zitten, ofwel 40 procent van de bevolking. Bovendien zal het aantal mensen met multimorbiditeit toenemen en het aantal ouderen zal toenemen tot een kwart van de bevolking. Helemaal geen nieuws (het rapport is uit 2014 en is bepaald niet het enige over deze materie) en uitgebreid in de media geweest. Het huidige kabinet heeft echter nagenoeg niets gedaan om op basis van deze gegevens het onderwerp preventie op de politieke agenda te zetten, toch bij uitstek het middel om die betaalbaarheid op de langere termijn te kunnen waarborgen. Maar ook in de plannen van de partijen waarop we kunnen stemmen in de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart komt het onderwerp nauwelijks aan de orde. En in ieder geval nergens in een concreet, vastomlijnd toekomstplan met harde doelen.

In de verkiezingsprogramma’s komt het betaalbaar houden van de zorg nauwelijks aan de orde

“Waarom komt de politiek niet met een preventiefonds?” vraagt Rouvoet zich nu af. Een vraag die aandacht verdient. Hij heeft een punt als hij stelt dat hiermee op termijn de zorgkosten lager kunnen worden. Maar de angel zit natuurlijk wel in dat ‘op termijn’. De effecten van preventie worden pas op de lange termijn zichtbaar, en politiek is dan juist scoren op de korte termijn. Roepen “Er moet meer geld naar de zorg” of “De zorg moet weer van de burger worden” is in verkiezingstijd een veel gemakkelijker middel om zetels te bemachtigen.

Delen