Hoe artsen zich voortdurend beetje bij beetje laten koeioneren
Het is mijn indruk dat de lobby’s van de zorgverzekeraars weer uitstekend werk hebben gedaan als je kijkt naar het hoofdlijnenakkoord. Er komen weinig fundamentele oplossingen voor de grote problemen in de zorg. De aanpak van de bureaucratie met de botte bijl blijft uit en de zorgverzekeraars behouden hun machtige rol.
In de afgelopen dertig jaar is het voor artsen en medisch specialisten steeds lastiger geworden om hun vak uit te oefenen. De route om medisch specialist te worden is lang en intensief: na een VWO-diploma volgen 6-7 jaar universitaire studie, inclusief 2 jaar vrijwel gratis werken in een ziekenhuis als coassistent. Daarna volgt een 5-6 jaar durende specialisatie met lange werktijden die in je vrije tijd verdergaan. Vaak is deze periode verlengd met bijna 4 jaar als ANIOS en een promotietraject van 3-4 jaar vóór de specialisatie, en 1-3 jaar als fellow en/of chef de clinique ná de opleiding. Chef de clinique klinkt mooi in het Frans, maar hier betekent het een medisch specialist die voor minder salaris méér diensten draait in de hoop later toegelaten te worden tot ‘de maatschap’. Cheffen heet het in vakjargon.
Chef de clinique klinkt mooi in het Frans, maar hier betekent het een medisch specialist die voor minder salaris méér diensten draait
En na al die jaren van opleiding en opoffering, word je gecontroleerd en gecorrigeerd door mensen met veel minder medische kennis en ervaring, werkend vanaf een bureau met computerscherm in een mooi gebouw van de zorgverzekeraar. Als je nu van een andere planeet met intelligente levensvormen zou komen en dit zou zien, zou je denken: hoe is dit mogelijk? In deze column wil ik uitleggen dat dit niet normaal is. Jonge artsen en medisch specialisten zouden best iets meer mogen opkomen voor hun mooie vak en terugpakken wat vorige generaties zich hebben laten afpakken.
Toegegeven, net als in elk beroep zijn er onder artsen en medisch specialisten rotte appels. Deze worden echter handig misbruikt door partijen die artsen in een strak controlemodel willen persen, en dat zijn niet alleen de zorgverzekeraars. Zo hoor je in de media op strategische momenten extra over fraude en arrogante, veel te veel verdienende medisch specialisten. Dat creëert de juiste sfeer om bijvoorbeeld in de recente CAO’s, afgesloten door de vakbonden en de NFU, af te spreken dat artsen in koopkracht en het recht op minder diensten op oudere leeftijd, erop achteruitgaan.
Je hoort daar dan weinig reactie op vanuit de artsenorganisaties, want het is veel meer salonfähig te zeggen dat de salarissen van artsen omlaag kunnen, en achterwege te laten dat hun werkweken van 60-uur of meer heel normaal zijn.
Ik merk nu in gesprekken met de jongere collega’s dat men denkt dat veel zaken die belemmerend werken op je functioneren, ‘normaal’ zijn
De gehanteerde tactieken om meer controle over het handelen van artsen te krijgen, moeten allerminst onderschat worden. Een subtiele maar effectieve tactiek is de voortdurende stroom van ‘kleine’ beperkingen, die cumulerend moeten uitmonden in een uniform harnas met afstandsbediening.
Ik merk nu in gesprekken met de jongere collega’s dat men denkt dat veel zaken die belemmerend werken op je functioneren, ‘normaal’ zijn. Dat het normaal is dat allerlei artsenverklaringen worden ingevuld, dat je eerst toestemming vraagt aan de zorgverzekeraar of een behandeling mag, dat zorgverzekeraars bepalen welke medicijnen patiënten krijgen, dat zorgverzekeraars bepalen dat je patiënten die goed zijn ingesteld omgezet moeten worden naar andere medicatie door een nieuw louter financieel gedreven inkoopbeleid van de zorgverzekeraars, dat er een tekort is aan beschikbaarheid van medicijnen, mede een gevolg van het inkoopbeleid van zorgverzekeraars, dat jouw ziekenhuis dure consultants inhuurt om ‘een diploma’ van een Amerikaans instituut te krijgen en jij daarvoor door allerlei hoepels moet springen.
Het is niet normaal en ik prijs mij gelukkig lang te hebben gewerkt in een tijd dat ik niet door idiote hoepeltjes hoefde te springen en geen pakken papier hoefde in te vullen als ik een patiënt wilde behandelen met een naar mijn deskundig oordeel meest geschikt, regulier medicijn. En als de dokter een geregistreerd medicijn voorschreef, werd het vergoed. Zo simpel. Er zat niet iemand met veel minder verstand van zaken en kennis van de patiënt, mij als professional te overrulen. Natuurlijk speelde ook de apotheker een belangrijke rol in de uiteindelijke verstrekking van de medicatie.
Maar tegenwoordig moeten artsen allerlei artsenverklaringen invullen en tekenen als zij een bepaald medicijn willen voorschrijven. Het lijstje vindt u hier. En de artsen doen het braafjes en onderdanig. Massaal of in georganiseerd verband in opstand komen, blijft vreemd genoeg uit. Twee cardiologen proberen het leed van hun collega’s te verzachten door een handige website te maken. Maar wat natuurlijk, op zijn vriendelijkst gezegd, had moeten gebeuren, is dat artsenorganisaties bezwaar maken tegen deze vorm van koeioneren door de zorgverzekeraars.
En als de dokter een geregistreerd medicijn voorschreef, werd het vergoed. Zo simpel
Het is een exponent van de diepe wens om zoveel mogelijk controle over het werk van artsen te hebben. Zorgverzekeraars zijn daarbij overigens niet selectief, want ook wijkverpleegkundigen, fysiotherapeuten, diëtisten en vele anderen lijden daaronder. Nu verklaarde onlangs een directeur van een grote zorgverzekeraar doodleuk, dat de zorgverzekeraars als enigen voor de burger opkomen. Daar kon ik wel hard om schaterlachen, maar het verbaasde me hoe weinig weerwoord de man kreeg. En dat is niet omdat hij gelijk heeft, zeg ik maar vast voordat vooruitgeschoven door hen gefinancierde woordvoerders – vooral via X – hierop reageren.
Het is niet zo moeilijk de handelswijze van de zorgverzekeraars te verklaren. Zij hebben immers een groot belang bij controle over hun uitgaven. Vanuit hun perspectief is een patiënt een kostenpost. Het sprookje dat zorgverzekeraars de kwaliteit van zorg zouden verhogen door op kwaliteit ‘in te kopen’ (idioot woord: zorg-inkopen), is nauwelijks overtuigend te onderbouwen. En ik begrijp hun standpunten heel erg goed en het wordt tijd dat ook ‘de politiek’ dit begrijpt. Zorgverzekeraars zijn gewoon financiële instellingen die doen waar ze goed in zijn: alles vertalen in financiële termen en kwaliteit wordt gemeten in termen van financiën, terwijl voor zorgverleners de kwaliteit gaat over de goede zorg voor de patiënt.
Laat deze column een wake-up call zijn voor mijn jonge collega’s. Het invullen van al die formulieren en het laten dicteren door niet-deskundigen wat je wel en niet mag doen, is niet normaal. De oudere generatie, buiten enkele uitzonderingen, lijkt de moed al te hebben opgegeven.
Het is tijd voor verzet tegen datgene wat helemaal niet in het belang is van onze raison d’être: de patiënt. Artsenorganisaties moeten dit zich aantrekken. Het gaat immers ook om werkplezier, risico op burn-out en de aantrekkelijkheid van het vak.
4 reacties
Wat heb ik jouw scherpe columns in Tracer gemist! Hopelijk schud je hiermee weer wat mensen wakker.
Monique Krinkels
11 juni 2024 / 00:27Hi Armand,
Voor een groot deel heb je gelijk. De grote registratielast, het medicatie probleem etc.
Toch denk ik er minder zwart-wit over. Er is inderdaad een enorme cognitieve dissonantie tussen verschillende stake holders in de zorg. Deze los je niet op door je frustraties op papier te zetten, maar een dialoog te beginnen. De zorgverzekeraar heeft de wettelijke plicht te zorgen voor kwalitatieve zorg, die voor iedereen toegankelijk is en die maatschappelijk betaalbaar is. Dat kunnen ze niet alleen en zeker niet van achter hun laptop in hun fraaie kantoor. Veel mensen die jaren bij zorgverzekeraars hebben gewerkt zijn later in hun carrière werkzaam in Raden van Bestuur of als manager, of hoofd zorg “verkoop” in de ziekenhuizen. Een enkele keer is de carrière route de andere kant op. Pas als je elkaar ontmoet en in gesprek gaat, kan je de fricties benoemen, analyseren en oplossen. Natuurlijk zitten in beide kampen hardliners met oogkleppen en vooroordelen, maar een dialoog is de route naar verbetering van de verhoudingen waar de patiënten beter van kunnen worden. Organiseer eens een symposium waar de belangrijke thema’s door verschillende sleutelfiguren belicht kunnen worden en kom in work shops nader tot elkaar. Eén ontmoeting zal nog niet voldoende zijn, zorg voor continuïteit van de contacten. Ik weet dat deze contacten er nu al vaak zijn, sluit je hier bij aan! Jouw input zal zeker gewaardeerd worden en in gesprek zal je meer bereiken dan met het schrijven van columns.
Peter Dunki Jacobs
11 juni 2024 / 10:33Dank voor deze opbouwende reactie. Een column is bedoeld om wat beweging te brengen. Wat u niet kon weten is dat in het langere verleden openbare debatten heb gevoerd met zorgverzekeraars, ook om te ontmoeten. Ook heb ik in het langere verleden bezoeken afgelegd om te ontmoeten. Ook schreef ik als penvoerder een aanbeveling voor de NFU. Vrij recent heb ik een voorstel voor een symposium over de rol van de zorgverzekeraars ingediend en besproken met nauw bij de zorgverzekeraar gelieerden en het is vakkundig, na initiële warme belangstelling, in een diepe lade gegaan. Enige naïviteit is ook mij niet vreemd. De door u benoemde switches van functies van personen binnen een bepaald netwerk, is een interessante. U benoemde daarbij nog niet de rol van politici en consultancies. Anders dan u ben ik er juist minder van overtuigd dat dit een oplossing dichterbij brengt. Maar ik begrijp de verzekeraars, evenals het bankwezen, heel goed, omdat ik weet dat het “financials” zijn.
Armand Girbes
11 juni 2024 / 15:55Als er een significante machtsongelijkheid is, kan dialoog ineffectief of zelfs schadelijk zijn;
En ook bij langdurige conflicten , kan dialoog alleen onvoldoende zijn om alle betrokkenen te verzoenen.
“Organiseer eens een symposium, en kom met work shops tot elkaar ( ??) ” maakt tegen deze achtergrond een potsierlijke, en onwaarachtige, indruk.
Symposium? Work shop?
Hoe dan?
E. vd Burgh
12 juni 2024 / 20:17