‘Hoog tijd voor de balans’

Acteur Marcel Musters over het leven, de kunst en de ggz

Toen hij nog géén 18 was begon hij aan de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige, een beroep waarvan hij kort daarvoor het bestaan niet eens kende. Het duurde vijf jaar voordat hij de psychiatrie inruilde voor de toneelwereld, maar hij hield altijd een warm hart voor de psychiatrische patiënt. Acteur Marcel Musters (59): “Er is nauwelijks een grens tussen ‘gek’ en ‘normaal’; het kan ons allemaal overkomen.”

Tekst: Marjan Enzlin | Beeld: Nout Steenkamp

Net terug van een lang en ontspannend verblijf op Bali en vlak voor zijn agenda hem weer opeist, maakt Marcel Musters op een zondagmiddag tijd voor een interview. Eind jaren zeventig van de vorige eeuw opgeleid tot psychiatrisch verpleegkundige in hetzelfde psychiatrisch ziekenhuis als degene die tegenover hem zit, blijkt de acteur het pad van de journalist ongemerkt gekruist te hebben in een van de grootste en oudste psychiatrische ziekenhuizen van het land: Voorburg in Vught. Van een traditioneel vraaggesprek kan nauwelijks sprake zijn als direct blijkt dat de twee los van elkaar herinneringen hebben aan dezelfde zenuwartsen (zoals de kruising tussen neurologen en psychiaters werd genoemd), dezelfde patiënten en bewoners, dezelfde voorvallen en dezelfde afdelingen en gebouwen. Een feest van herkenning dat al snel uitmondt in een gedeelde zorg over de huidige staat van de ggz.

‘De zorg is geen markt en we gaan nu merken dat je er dus ook geen markt van kunt maken’

“Toen ik in 1982 de psychiatrie verliet om aan de Toneelschool te beginnen, dacht ik dat het in de psychiatrie alleen maar beter zou gaan”, zegt de acteur. “De professionalisering van de ggz zat al een aantal jaren in de lift en ik verwachtte een nog betere toekomst, maar als ik tegenwoordig vrienden spreek die er nog werken of als ik hier in Amsterdam alwéér een ‘verward persoon’ op straat tegenkom, dan kan ik eigenlijk alleen maar concluderen dat het er slechter op geworden is in de ggz. En ik ben bang dat dat niet alleen te maken heeft met beleidskeuzes en ontwikkelingen in de zorg, maar ook met ontwikkelingen in de maatschappij. Ik mis de compassie. Het lijkt wel of er naast alle mooie mensen die er ook zijn, tegenwoordig steeds meer mensen rondlopen die weinig vermogen tot compassie hebben. Niet met zichzelf en niet met anderen. Van de gewone mens tot aan de politieke (wereld)leiders. Als ik zie wat er in de VS gebeurt met Trump, kan ik daar alleen maar heel ongerust van worden. We wisten dat dit soort types er altijd al waren in andere delen van de wereld en we wisten dat ze er óók waren in onze zogenaamd ‘Westerse beschaving’, maar wat er nu allemaal met droge ogen gezegd en gedaan wordt, stemt mij somber over de toekomst. Vooral omdat het langzaamaan heel gewoon wordt. En zoals altijd worden de allerzwaksten, onder wie psychiatrische patiënten, de dupe van zo’n sfeer in de maatschappij. Nog even los van zoiets als marktwerking in de zorg. Ik heb er niet voor gestudeerd en ben wellicht niet van alle ins en outs op de hoogte, maar mijn gevoel zegt dat marktwerking zich niet leent voor de gezondheidszorg. De zorg is geen markt en we gaan nu merken dat je er dus ook geen markt van kunt maken.”

Ouderwetse opleiding

De oude verpleegkundeopleidingen, waarbij leerlingen tijdens de opleiding al als leerling-verpleegkundigen aan de slag gingen op afdelingen in het algemeen ziekenhuis (A), de psychiatrie (B) of de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking (Z) bestaan al jaren niet meer. Ze zijn vervangen door brede opleidingen tot verpleegkundige niveau 4 of 5 en hoewel er op de praktijk afgestemde varianten zijn, heeft geen verpleegkundige van tegenwoordig bij diplomering de specialistische kennis en ervaring die hun voorgangers wél hadden als ze de opleiding in dienst van een gespecialiseerde instelling hadden afgerond. Maar aan die ouderwetse opleiding zaten ook nadelen. Het feit dat je eraan kon beginnen als je 17 jaar en 7 maanden was bijvoorbeeld. Dan stond je dus als tiener, na 6 weken vooropleiding, al op een afdeling. Vier weken diensten draaien en dan weer een week theorie. Een behoorlijke belasting voor jonge mensen.

“Ik wist eigenlijk helemaal niets van de psychiatrie toen ik aan de opleiding begon”, zegt Musters. “Wij hadden een buurvrouw die regelmatig ‘overspannen’ raakte en werd opgenomen op Voorburg. Omdat ik bevriend was met haar dochter, ging ik weleens mee op bezoek. Zo ontdekte ik de psychiatrie en kwam ik op het idee om aan de opleiding te beginnen. Dat leek me ‘leuk’ en leerzaam. Bovendien wilde ik graag uit huis en dus wat verdienen en niet écht gaan studeren. Nou, dat heb ik geweten, want het was inderdaad leuk en ik heb er met heel veel plezier gewerkt, maar het was ook ongekend zwaar. In een van mijn eerste diensten verhing een patiënt zich op de afdeling en er was geregeld sprake van agressie of automutilatie.”

Niet toegerust

“Alles komt voorbij in de psychiatrie. Je kunt het zo gek niet bedenken of het gebeurt er en daar moest je als jong mens dan maar een weg in vinden. Natuurlijk kregen we begeleiding, maar toch maak je dingen mee op een leeftijd waarop je er nog lang niet voor toegerust bent. Maar we hadden elkaar en ook heel veel plezier. Met recht een stoomcursus ‘volwassen worden’. Zou iedereen een tijdje moeten doen. Je leert gedrag observeren en je leert al jong je talenten, maar ook je eigen zwaktes kennen. Het eerste jaar dacht ik in de lessen psychopathologie de helft van de tijd: help, dat heb ik ook. Dat blijkt mee te vallen, want iedereen heeft zo zijn ‘vreemde’ trekjes, maar aan het einde van de opleiding was het me volkomen duidelijk dat er nauwelijks een grens tussen ‘gek’ en ‘normaal’ bestaat. Je hebt geluk als je aan de goede kant terechtkomt en blijft. Misschien dat ik daarom altijd een zwakke plek heb gehouden voor alle mensen die dat niet lukt en die aan de andere kant terechtkomen.”

Aan het einde van de opleiding was het me volkomen duidelijk dat er nauwelijks een grens tussen ‘gek’ en ‘normaal’

Hoewel Musters vrijwel direct na zijn diplomering ging reizen, kwam hij nog een aantal jaren terug naar Voorburg om met tijdelijk werk als verpleegkundige zijn volgende reis te bekostigen. En ook tegenwoordig komt hij nog weleens op het terrein in Vught, als ambassadeur van Verwenzorg. De beweging Verwenzorg waarbij bekende en onbekende Nederlanders, bedrijven en organisaties zich inzetten om veelal chronisch psychiatrische patiënten te verwennen, wordt sinds jaar en dag ‘gerund’ door oud-verpleegkundige Joke Zwanikken-Leenders. Zij was in de tijd dat Musters werd opgeleid verpleegkundig directeur in Vught en maakte hem jaren later, toen hij een bekend acteur was, ambassadeur van de beweging die inmiddels zo’n 300 ambassadeurs kent. Zo komt Musters jaarlijks naar Voorburg met 400 door hem en zijn vrienden samengestelde dozen bonbons voor longstay-bewoners. Vanwege zijn bekendheid haalt Leenders er dan weleens de pers bij. “Ik begrijp waarom dat belangrijk is, maar ik heb er zo’n hekel aan”, verzucht de acteur. “Het is gewoon gênant. Ik doe het niet om zelf in het centrum van de aandacht te staan.”

Sinds drie jaar gooit Musters zijn – nog altijd drukke – leven over een andere boeg. Nadat hij in zijn omgeving te maken kreeg met een aantal sterfgevallen, besefte hij dat hij best druk wilde zijn, maar alleen nog met zaken, taken en mensen die er voor hem toe doen en/of die hij leuk genoeg vindt. “Dat lukt aardig”, vertelt hij. “Al moet ik er wel op letten. Sinds drie jaar heb ik flinke vorderingen gemaakt. Er is echt iets veranderd sinds ik met een goede vriend een tijd naar Zuidoost-Azië ben geweest. Sindsdien zijn we bezig met een wereldwijd platform voor mensenrechtenactivisten: notonlyvoices.org. Ik ben voorzitter van de adviescommissie. Met zulke dingen wil ik bezig zijn, want zeker in deze tijd is het belangrijk je stem te laten horen. Ook in mijn acteerwerk maak ik andere keuzes dan voorheen. Ik heb geweldige series en films gedaan, maar ik wil me nu vooral bezighouden met producties die ertoe doen, die een diepere boodschap hebben, die de mensen iets anders meegeven dan alleen een lach, al blijft dat laatste heel belangrijk. Ik denk bijvoorbeeld aan het maken van documentaires en op dit moment ben ik druk met het derde deel van een drieluik van Aaf Brandt Corstius. Ook in dit deel, Buik, speel ik samen met Lies Visschedijk, een fantastisch mens. Het stuk is vanaf oktober in de theaters te zien. Het is net als de voorgaande twee delen een comedy, waarin (ongemakkelijke) relaties centraal staan. Een voorbeeld van super-fijn-om-te-doen.”

Vooropleiding

Omdat alles er voorbij komt, was zijn tijd in de psychiatrie een prima vooropleiding voor de toneelschool en zijn latere acteerwerk, zegt Musters. “Bovendien was die tijd vormend voor de rest van mijn leven. De ervaringen die ik heb opgedaan in de psychiatrie neem ik voor altijd mee in mijn rugzakje. Ik gebruik ze in mijn acteerwerk en ongemerkt natuurlijk ook in mijn alledaagse leven. Mijn beste vrienden stammen nog uit die tijd en als ik in Brabant een voorstelling heb, dan zijn ze er vaak bij. Vorige week was ik op een feest van een vriendin die nog steeds in de psychiatrie werkt. Ze vertelde over hoe het daar nu gaat. Geen tijd voor echte aandacht, lange wachtlijsten en veel te veel bureaucratie. Dat kan toch niet waar zijn?, denk ik dan.

‘Er is weinig aandacht voor de staat waarin de ggz zich momenteel bevindt, want we hebben tegenwoordig vooral aandacht voor wie ‘geslaagd’ is in het leven’

Het wordt hoog tijd dat we de balans terugvinden. Er is te weinig aandacht voor de staat waarin de ggz zich momenteel bevindt, want we hebben tegenwoordig vooral aandacht voor wie ‘geslaagd’ is in het leven en dus liever niet voor degenen die dat niet lukt. De nadruk in de samenleving ligt op welvaart, maar uiteindelijk gaat het daar niet om. Het gaat om welzijn. Welvaart is alleen maar buitenkant, want binnen in ons allemaal schuilt naast het vermogen te presteren óók het risico op psychisch lijden. Ik zeg het altijd zo: ‘Ik kan het verhaal van mijn ‘succesvolle’ leven heel stoer vertellen, maar vanbinnen ben ik altijd een bang jongetje geweest’. Het kan zomaar anders lopen en het klopt gewoon niet dat je dan op een wachtlijst terechtkomt zonder einde, terwijl je met een ingegroeide teennagel direct naar de huisarts kunt.”

Curriculum vitae

Marcel Musters (1959, Tilburg)

  • 1977-1980 inservice opleiding verpleegkundige B, leerling-verpleegkundige Voorburg, Vught
  • 1980-1982 psychiatrisch verpleeg- kundige, Voorburg, Vught
  • 1982-1986 Toneelschool, Amsterdam
  • 1982-heden acteur in series, speelfilms en het theater, medeoprichter van theatergezelschap Mugmetdegoudentand

Film o.a.

  • Krokodillen in Amsterdam (1990)
  • Bij nader inzien (1991)
  • Bureau Kruislaan (1992)
  • Oeroeg (1993)
  • De Dominee (2004)
  • Zwartboek (2006)
  • Gooische Vrouwen (2011)
  • Bende van Oss (2011)
  • Mannenharten (2013)
  • Mouna’s Keuken (2016)

Series o.a.

  • Bureau Kruislaan (1992-1995)
  • Flodder (1996)
  • GTST (1997)
  • Baantjer (1997)
  • Oud Geld (1998-1999)
  • Ik ben Willem (2002)
  • Vuurzee (2005-2009)
  • Keyzer & De Boer Advocaten (2006-2008)
  • Gooische Vrouwen (2009)
  • Annie MG (2010)
  • Lijn 32 (2012)
  • Penoza (2012-2015)
  • Familie Kruys (2015- 2018)
  • Zwarte Tulp (2015-2017)

Theater 

Recent, samen met Lies Visschedijk in een drieluik van Aaf Brandt Corstius:

  • 1) Fifty Fifty
  • 2) Een Flinke Linkse Vrouw
  • 3) Buik (dit najaar in de theaters)

 

Delen