Huisarts en toekomst

Patiënten zijn tevreden over hun huisarts, maar er is ook ruimte voor verbetering, stelt Patiëntenfederatie Nederland op basis van uitvraag onder haar leden. Het eerste wekt geen verbazing, maar het tweede evenmin.

De ruimte voor verbetering zit primair in de toegankelijkheid van de huisartsenzorg. Dat die onder druk staat is geen nieuws. En die druk zal de komende jaren alleen nog maar toenemen, als de 55-plussers van nu met pensioen gaan. Praktijkovername is geen vanzelfsprekendheid.

Een tweede punt in de ruimte voor verbetering die patiënten zien, is de behoefte aan diversiteit in het contact met de huisarts. Telefonisch contact bijvoorbeeld, of de mogelijkheid digitaal een afspraak te maken. Beide zijn nog geen gemeengoed, stelt de Patiëntenfederatie. Tegelijkertijd is er ook beweging die verder gaat dan de twee genoemde opties. Denk bijvoorbeeld aan partijen als Quin, Flexdokters of DocLine, waarbij digitalisering in het contact tussen huisarts en patiënt een grote rol spelen.

‘Praktijkovername is geen vanzelfsprekendheid’

Niet alle huisartsen zijn gecharmeerd van deze en soortgelijke initiatieven. Toch is het de vraag of tegenstanders ervan niet keihard door de voortsnellende ontwikkelingen zullen worden ingehaald. Tegelijkertijd is het een goede gewoonte dat beweging doorgaans leidt tot tegenbeweging. Die zien we nu bij de Haagse huisarts Joep ter Haar, die praktijk houdt vanuit zijn bakfiets. Een erg leuk initiatief dat zeker een aantal mensen zal aanspreken, juist vanwege het persoonlijke aspect ervan. Al ligt het weerwoord van de digitale counterpartsnatuurlijk voor de hand: ‘Bij ons kunt u altijd terecht, u hoeft er niet voor thuis te blijven en wij hebben nooit een lekke band’.

Maar serieus weer: welke bocht de huisartsenzorg in de komende jaren ook gaat nemen, dat die een ander aanzien gaat krijgen dan we van de laatste decennia gewend zijn, ligt wel voor de hand.

Delen