Iets donkers

warm, één uur ’s morgens. De strijd tegen medicijnen
3u?
Ik ga sterven.
Je zult mij verliezen, m’n lief.
(…)

Deze woorden schreef Alix Cléo op 3 augustus 1980 in haar dagboek*. In datzelfde jaar maakte deze auteur en fotografe onder de titel Si quelque chose noir (Als iets zwarts) een serie van 17 surrealistische zwart-witfoto’s** van een vrijwel leeg donker vertrek. Precies in een baan binnenvallend licht verschijnt een naakte vrouw die als het ware in haar eigen schaduw neervalt en blijft liggen. Op 19 januari 1983 om vijf uur in de ochtend overleed Alix Cléo op 31-jarige leeftijd aan een longembolie.

Haar man, Jacques Roubaud (1932), geldt als één van de bekendste eigentijdse Franse auteurs en dichters, wiens werk vele malen met prijzen is bekroond. Na de dood van zijn echtgenote kon hij dertig maanden geen poëzie meer lezen of schrijven. Haar overlijden verwerkte hij in de bundel Quelque chose noir (Iets zwarts), die in 1986 verscheen. De titel verwijst naar de serie foto’s van zijn vrouw. Nog in hetzelfde jaar volgde Iets donkers, de Nederlandse vertaling van de hand van Jan H. Mysjkin (1955).

In zijn boek Het feest van de vorm (1996) schrijft Myskin: “Iets donkers is de neerslag van het rouwproces (…). Voor het eerst moest Jacques Roubaud in zijn binnenste een ‘formele onvrede’ ten opzichte van de poëzie, ja zelfs de taal vaststellen. Zolang Alix Cléo leefde, was het uitspreken van haar naam ‘een woord rond een levend lichaam’; maar welke zin kun je nog geven aan die naam, wanneer zij in een ‘niets-jij, die onmogelijke tweepool’ is opgegaan? In Iets donkers probeert Roubaud opnieuw grip te krijgen op het woord (…).”

Op 13 juni 2002 publiceerde Yra van Dijk, letterkundige en gasthoogleraar aan de Universiteit Leiden, onder de titel Dichten binnen strakke patronen in de NRC een artikel over Jacques Roubaud. Over Quelque chose noir schrijft zij: “De bundel is een voorzichtige, bijna logisch-filosofische verkenning van wat de dood van een geliefde betekent. Het verdriet is aan mathematische banden gelegd, ondergebracht in negen reeksen van ieder negen gedichten van negen strofes. Dat formalisme staat de ontroering niet in de weg, integendeel.”

‘Een voorzichtige, bijna logisch-filosofische verkenning van wat de dood van een geliefde betekent’

Deze mathematische indeling is in Iets donkers nauwelijks meer herkenbaar maar wordt wel recht gedaan in Some thing black, de Engelse vertaling, die in 1990 verscheen. In deze uitgave is ook de fotoreeks Si quelque chose noir opgenomen. Wie de Franse taal onvoldoende beheerst, is afhankelijk van de Engelstalige editie, omdat de bundel Iets donkers nog maar zeer zelden antiquarisch wordt aangeboden. Gelukkig publiceerde De Gids in 1994 een selectie opnieuw door Jan H. Mysjkin vertaalde, dichter bij het origineel liggende gedichten uit Quelque chose noir.

Quelque chose noir geldt als een breed publiek aansprekend hoogtepunt uit het zeer omvangrijke oeuvre van Jacques Roubaud. De bundel is troostrijk zonder expliciet als zodanig bedoeld te zijn. Men kan de gedichten misschien het beste beschouwen als pogingen om gevoelens en gedachten – vaak op meditatieve wijze – in korte frases te verwoorden. Dat de bundel uit 1985 onverminderd lezers blijft aanspreken blijkt uit het feit, dat de Zweedse vertaling (Någonting svar) in 2008 werd gekozen tot beste gedichtenbundel van het jaar.

* Onder de titel Journal verscheen dit dagboek in 1984 in het Frans en in 2010 in het Engels.
**In 2014 publiceerde de Bibliothèque nationale de France het boek Photographies met foto’s van Alix Cléo.

Delen