‘Ik wil denken praktisch maken’

Het Bijbelverhaal waarin een geminachte Samaritaan in tegenstelling tot twee hoogwaardigheidsbekleders een berooide man wél barmhartig hielp, zorgde ervoor dat de nieuwe Denker des Vaderlands prof. dr. Marli Huijer (60) huisarts wilde worden. Als filosoof aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en De Haagse Hogeschool heeft ze veel aan de geneeskunde. En artsen kunnen volgens haar ook veel hebben aan filosofie. Wie is zij en wat drijft haar?

Tekst: Sjoerd Wielenga | Beeld: Marc Driessen

Ik heb altijd graag mensen willen helpen. Eerst wilde ik – opgegroeid in een christelijk gezin – zendeling worden. De parabel van de barmhartige Samaritaan heeft mij geholpen om te zien naar de ander. Als iemand in nood is, komt het erop aan dat mensen in hun netwerken elkaar vanuit gelijkwaardigheid helpen. Toen ik op de middelbare school zat, adviseerde men mij om fysiotherapeut te worden. Maar mijn vader had daar niets mee. Hij was natuurkundige en wilde dat ik dat ook werd. Omdat mijn moeder verpleegkundige was, koos ik als compromis voor geneeskunde. Het eerste jaar studeerde ik ook filosofie aan de Vrije Universiteit. Toen ik eenmaal co-schappen liep, werd ik steeds enthousiaster en wilde ik huisarts worden. Na mijn huisartsenopleiding deed ik een aantal waarnemingen, maar vanwege het vestigingsbesluit kon ik me niet als huisarts vestigen. Bovendien had ik in Amsterdam bij de Junkiebond gewerkt en vond ik het verschil tussen de heftige wereld van drugsgebruikers en de gewone griepjes van patiënten maar lastig. Ik besloot om filosofie af te maken.

Lees verder (pdf).

06-2015p034-035

 

Delen