‘Ik wilde me alleen nog maar dooddrinken’

Anesthesioloog Audrey Beckers is in opleiding tot verslavingsarts. Zij was zelf verslaafd aan alcohol en is sinds anderhalf jaar in herstel. Ondertussen richtte zij een website op om verslaafde collega’s te helpen: “Ik dacht dat ik de enige was.” 

Tekst: Wout de Bruijne | Beeld: De Beeldredaktie/Lex van Lieshout
Audrey Beckers

Het is een zonovergoten herfstdag en in het lichte werkappartement van Audrey Beckers (47) in Delft lijken de donkere kanten van het leven ver weg. Maar tijdens het gesprek wordt snel duidelijk dat die er uiteraard wel zijn. “Nadat ik op mijn werk op non-actief ging vanwege mijn alcoholverslaving, was ik zo depressief dat ik mij alleen nog maar dood wilde drinken”, zegt Beckers zacht. “Ik voelde mij ondanks mijn lieve vriend en vier schatten van dochters zo alleen, ik dacht dat ik de enige verslaafde dokter was.” 

Dat was en is natuurlijk niet zo. Volgens moeilijk te verifiëren cijfers zou tussen de 9 en 12 procent van de Nederlandse medici een vorm van alcohol en/of drugsverslaving hebben. “Ik las zelfs ergens”, zegt Beckers, “dat 12 procent van de Nederlandse bevolking verslaafd is en maar liefst 15 procent van de zorgprofessionals. In Duitsland zou dat zelfs 23 procent zijn.”  

Maar de term verslaving laat zich vaak lastig exact duiden volgens de verslavingsarts in opleiding. “Wanneer ben je verslaafd? Als zestienjarige scholier in Brabant spuugde ik niet in een biertje en was ik een feestbeest. Die cultuur werd tijdens de studie geneeskunde uitvergroot. Maar als er bij mij destijds al sprake was geweest van verslaving en probleemdrinken, had ik het niet tot anesthesioloog geschopt.” 

Voor dat beroep koos Beckers nadat zij eerst als tropenarts vanaf 2003 een kleine vijf jaar in Zambia, Congo en Malawi, had gewerkt. “We werkten daar hard, no-nonsense, met liefde en plezier, zoals ik het zelf altijd wilde. En na lange dagen met niet zelden schokkende ervaringen, beloonden de collega’s en ik onszelf na gedane arbeid met een biertje. Niet excessief.” 

Maar Beckers belandde echt in copingstrategie toen zij een half jaar trauma- en kinderanesthesie deed in Kaapstad. “Daar kreeg ik heel veel shit op mijn bordje, privé en professioneel. Ik ging mijn gevoelens verdoven en verstoppen onder een kleed van alcohol.” Haar functioneren als zorgprofessional ging er volgens Beckers desondanks niet op achteruit, ook niet toen zij naar Nederland terugging en anesthesioloog werd. Maar zoals ze het zelf op haar site doktersindeknel.nl zegt: “Jarenlang was ik een goede, toegewijde dokter, maar langzaam maar zeker ook een goed functionerende verslaafde. Totdat ik, in de nasleep van een calamiteit, onderuitging.” 

Denk toch aan je kinderen, zeiden ze. Maar ik voelde me alleen maar waardeloos en overbodig

Het ziekenhuis en de aard van die gebeurtenis van ruim anderhalf jaar geleden wil Beckers niet specifiek benoemen, ze wil er alleen over kwijt dat de calamiteit van dat moment niets met haar verslaving te maken had. “Maar zoals gezegd, in de nasleep van die ervaring en de verwerking daarvan werd mijn drankgebruik erger. Tot het zover kwam dat collega’s op het werk het merkten aan hoe ik eruitzag en doordat ik ’s ochtends soms nog naar drank rook. Een en ander leidde tot het op non-actief gaan en een ziekmelding.” Beckers belandde in een nog negatievere spiraal. “Het kon me allemaal niets meer schelen. Ik wilde me dooddrinken en als dat niet lukte, zou ik het wel anders doen. Dierbaren praatten op me in en zeiden dat ze van me hielden en dat ik toch alles had om voor te leven. Denk toch aan je kinderen, zeiden ze. Maar ik voelde me alleen maar waardeloos en overbodig.” 

Toen Beckers zich met tegenzin toch liet overhalen tot hulpverlening, wist een psychiater wél een gevoelige snaar te raken. “Als ik stopte met drinken zou dat volgens hem op zijn minst snel mijn ellendige stemming verbeteren. Hoewel ik hem voor gek verklaarde en geloofde dat alleen drank mijn leven dragelijker zou maken, waagde ik toch een poging. Hij had gelijk, ik voelde me al snel beter. Ik blijf hem altijd dankbaar.” Beckers besloot haar leven resoluut te veranderen. Ze ging in opleiding tot verslavingsarts en startte doktersindeknel.nl. “Ik ben inmiddels beter gemeld en kan ook weer werken als anesthesioloog, maar koos anders. Ik heb een missie. Enerzijds wil ik meer te weten komen over verslaving en verslavingszorg, anderzijds wil ik, onder andere met mijn website, artsen met dezelfde problemen helpen.” 

Wat Beckers in haar donkerste periode erg had gemist, wil ze nu zelf bieden: een arts die openlijk voor zijn/haar verslaving uitkomt. “Ik wist inmiddels wel dat ik niet de enige was, maar vond geen steun in voorbeelden van lotgenoten. Er is online wel goede verslavingszorg te vinden, maar niet speciaal gericht op artsen. Waarschijnlijk omdat het stigma onder zorgprofessionals heel groot is.”  

Met haar site, die sinds afgelopen voorjaar online staat, wil Beckers dat stigma doorbreken. Ze stelt zich open en kwetsbaar op en biedt onder andere personal coaching en voorlichting aan ziekenhuizen en zorgverleners. De site is bedoeld voor artsen, maar ook voor werkgevers en naasten van artsen, en voor collega’s die zich zorgen maken over een collega en niet weten wat te doen. 

‘Ik vond het zelf moeilijk om de voor mij juiste route te vinden’

“Ik vond het zelf moeilijk om de voor mij juiste route te vinden. Er zijn wel allerlei instanties als Anonieme Alcoholisten (AA), Narcotics Anonymous (NA), de Anonieme Dokters en de ABS-artsen van de KNMG. Maar ik miste een soort regie, iemand die mij in mijn zoektocht bij de hand nam. Ik zag door de bomen het bos niet meer. Toen ik ABS-artsen eens belde voor informatie, kreeg ik twee velletjes met van internet geprinte informatie toegestuurd. Dat had ik zelf ook nog wel kunnen googelen.” 

Beckers wil met haar website op vertrouwelijke en vrijblijvende wijze zo goed en uitgebreid mogelijk informeren. “Maar”, voegt zij toe, “mensen mogen mij ook altijd, dus niet alleen tijdens kantooruren, bellen of mailen voor informatie over van alles op dit gebied zoals bijvoorbeeld herstelbehandelingen of zelfs over zoiets als juridische hulp. Als ervaringsdeskundige weet ik inmiddels overal wel het een en ander vanaf.” 

Met een glimlach besluit de dokter: “Verslaving is een te behandelen ziekte, ik noem het de ziekte van de mateloosheid. Maar wat ik, en ik denk velen met mij, en ook zorgprofessionals, niet wisten of weten, is dat die ziekte góed te behandelen is.”

Delen