Impopulaire opinie

Het is alweer een paar weken geleden dat hoogleraar health technology assessment Erik Buskens een opinieartikel publiceerde in de Stentor. Zijn stelling: krimp of sluiting van een streekziekenhuis betekent feitelijk dat patiënten erop vooruitgaan in termen van kwaliteit, duurzaamheid en betaalbaarheid van zorg.

Hematoloog-oncoloog Leonie Strobbe van Gelre Ziekenhuizen reageerde om te laten weten dat ze het niet met hem eens is. Haar patiënten voelen zich vaak een nummer in een groot ziekenhuis, stelt ze, ze vinden het een fabriek en willen graag in hun ‘eigen’ ziekenhuis worden behandeld. Publicatie van haar weerwoord op LinkedIn leidde tot verdere discussie en vooral tot bijval voor haar standpunt. Die discussie komt naar Strobbes mening voort uit marktwerking in de zorg. Maar dat is niet zo. De discussie heeft te maken met toekomstbestendigheid en betaalbaarheid van zorg. Overal in het land zo’n ‘eigen’ ziekenhuis betekent immers dat overal in het land zo’n ziekenhuis moet worden bemenst en gefinancierd. 

‘Verzekerden en patiënten kunnen als groep heel verschillend denken over hoeveel een ‘eigen ziekenhuis’ hun waard is’

Dat financieren is een keuze. Als we er collectief voor kiezen om dit te doen, dan doen we het. Al moet daarbij dan wel de vraag worden gesteld of het collectief van verzekerden hier hetzelfde over denkt als het collectief van patiënten, want die twee groepen kunnen heel verschillend denken over de vraag hoeveel zorgpremie hen dit waard is. Maar de bemensing is veel minder een keuze, zoals we weten.

De ‘eigen’ ziekenhuis discussie dreigt dus een beetje zijn eigen bananenschil te worden. Iets waar Buskens overigens ook voor waarschuwt: als mensen hier onvoldoende uitleg bij krijgen, is protest niet zo vreemd, stelt hij. Een impopulaire opinie vraagt om goede communicatie om er ondanks dat impopulair zijn tóch draagvlak voor te krijgen. Daarin mag wat verwacht worden van een overheid.

Delen