Initiatiefwet ‘Voltooid Leven’

D66 heeft afgelopen zomer een wetsvoorstel ingediend, waarbij de partij ouderen de mogelijkheid wil geven om hun leven onder bepaalde voorwaarden te beëindigen.Daarbij is geen cruciale rol weggelegd voor de arts, maar voor de levenseindebegeleider. De KNMG is tegen en het wetsvoorstel zet de politieke verhoudingen onder druk. 

Tekst: Katrijn van Berkum en Timo van Oosterhout

Op 17 juli jl. heeft D66 het wetsvoorstel ‘Voltooid Leven’ ingediend.  Deze wet geeft ouderen vanaf 75 jaar de mogelijkheid om bij een langdurige en onveranderlijke stervenswens met de hulp van een levenseindebegeleider hun leven waardig te beëindigen.  Het wetsvoorstel is bedoeld voor ouderen die hun leven voltooid achten. Het gaat niet om mensen met een ondraaglijke medische aandoening. Die vallen onder de Euthanasiewet. 

In de Initiatiefwet is in tegenstelling tot de Euthanasiewet geen cruciale rol weggelegd voor de arts, maar voor de levenseindebegeleider. De levenseindebegeleider voert naar aanleiding van de stervenswens van de oudere eerst intensieve langdurige gesprekken met de oudere (gedurende minimaal twee maanden) en ziet erop toe dat aan een aantal zorgvuldigheidscriteria is voldaan. Zo moet de oudere wilsbekwaam zijn en moet het een ‘eigen’ beslissing van de oudere zijn. 

De inschakeling van een huisarts door de oudere met een doodswens geschiedt op basis van vrijwilligheid. Ingevolge de toelichting bij het wetsvoorstel kunnen naast artsen ook verpleegkundigen, psychotherapeuten en gezondheidszorgpsychologen optreden als levenseindebegeleider. Hiervoor moeten zij dan wel eerst de nog te ontwikkelen kopstudie hebben afgerond.   

‘KNMG vreest dat de zorgvuldigheid van de Euthanasiewet wordt uitgehold’

Verder valt krachtens het voorstel de groep levenseindebegeleiders onder de Wet BIG en daarmee onder het tuchtrecht. Overeenkomstig het wetsvoorstel wordt het handelen van deze groep getoetst door regionale toetsingscommissies. Bovendien draagt de minister zorg voor een openbaar register van levenseindebegeleiders. Het wetsvoorstel voorziet bovendien in een aanpassing van artikel 294 van het Wetboek van Strafrecht om het werk van de levenseindebegeleider niet strafbaar te maken. 

De KNMG staat negatief tegenover het wetsvoorstel. Gevreesd wordt dat de zorgvuldigheid van de Euthanasiewet wordt uitgehold en het wetsvoorstel stigmatiserend werkt voor ouderen. Voorstanders van de initiatiefwet benadrukken het zelfbeschikkingsrecht voor de ouderen met een doodswens.

Het Wetvoorstel ligt politiek gevoelig. Gezien het principiële karakter van de kwestie, zet het de verhoudingen tussen de coalitiepartijen D66, CDA en de CU onder druk. Het wetsvoorstel is aan de Raad van State gestuurd voor advies.  Deze kabinetsperiode zal er niet meer over worden gestemd. Dit zal gebeuren na de Tweede Kamerverkiezingen. 

Een relevant punt voor de praktijk blijft hóe de afstemming en reikwijdte tussen de Euthanasiewet en het wetsvoorstel Voltooid Leven worden bepaald. Zeker nu de inschakeling van de huisarts op vrijwillige basis plaatsvindt. 

Vooralsnog dient eerst ook op dit punt het advies van de Raad van State te worden afgewacht.

Senior jurist Katrijn van Berkum en advocaat Timo van Oosterhout zijn werkzaam bij stichting VvAA Rechtsbijstand

Delen