Inkooppuinhoop

Het is eigenlijk helemaal geen nieuws en toch is het een pijnlijk bericht: de prijzen van ziekenhuisbehandelingen lopen sterk uiteen. Erger nog: ze lijken soms volstrekt willekeurig bepaald. Het is een zootje, blijkt uit het onderzoek van het Centraal Planbureau.

Wie wat dieper in de berichtgeving duikt, kan zich daar eigenlijk nauwelijks over verbazen. Dit ESB-artikel zet keurig op een rijtje door welke maatregelen van de afgelopen jaren de intransparantie in de ziekenhuismarkt is vergroot: de ziekenhuisbudgettering is afgeschaft (2012), het aantal DBC’s is teruggebracht van 30.000 naar 4.400 (2012), de maximale duur van een DBC is verkort van 365 naar 120 dagen (2015) en de specialistentarieven zijn geïntegreerd in de DBC-prijzen (2015). “Deze veranderingen maken het lastiger voor ziekenhuizen om jaarlijks adequate kostprijzen te bepalen en voor zorgverzekeraars om goede zorg in te kopen”, lezen we. En zo is het maar net. De zorg heeft zijn eigen monster gecreëerd. En de marktmacht van een aantal ziekenhuizen – die de inkoopmacht van zorgverzekeraars afzwakt – voedt het monster.

De zorg heeft zijn eigen monster gecreëerd

Bovendien, wat is goede zorg? Patiëntenfederatie Nederland was er gisteren als de kippen bij om in het verlengde van de berichtgeving te eisen dat niet alleen de prijzen van ziekenhuizen transparant moeten worden, maar ook de kwaliteit. Directeur Dianda Veldman stelde blij te zijn met het onderzoek van het CPB, omdat dit de federatie sterkt in haar vraag naar transparantie. Het is echter anybody’s guess of die er op de korte termijn gaat komen.

Het ESB-artikel verwijst ook naar onderzoek uit 2015 van Cooper et.al. in de Verenigde Staten, waar ziekenhuizen en zorgverzekeraars al meer dan twintig jaar onderhandelen over productprijzen, maar waar ook na al die jaren de prijzen voor dezelfde producten nog enorm kunnen verschillen. Reken voorlopig dus nergens op.

Delen